Bloedtest
Welke informatie verkrijgen we hiermee?
Door Dr Patrick Quanten MD
Sinds de introductie van de bloedtest, als middel om te helpen bij het diagnosticeren van ziekten, is niet alleen het aantal dingen waarop getest wordt enorm gestegen maar ook het aantal zogenoemde routinetesten. Deze laatste zijn bloedtesten die gebeuren wanneer er niets mis is en zonder dat de patiënt klachten heeft. Maar toch vinden we het noodzakelijk om bloedtesten te doen; ten eerste omdat het niet erg indringend is en ten tweede omdat we geloven dat het ons zeer waardevolle informatie levert over onze gezondheid. "Beter op veilig spelen" is een zin die vaak gebruikt wordt in deze omstandigheden. Hoewel we ons voorhouden dat een bloedtest maar een kleine ingreep is, kunnen we de hoogte van de enorme kosten voor de Gezondheidsdienst niet negeren. Deze financiële opoffering, die wij als gemeenschap brengen, wordt gerechtvaardigd door het feit dat een normaal resultaat tenminste een ziekte heeft "voorkomen" en dit konden we niet op een andere manier. We kunnen alleen maar zeker zijn dat we gezond zijn door een normale bloedtest. Blijkbaar!
Aangezien niemand eigenlijk de waarde van testresultaten in vraag lijkt te stellen, denk ik dat het nuttig is om de realiteit van bloedtesten te onderzoeken. Het loont altijd om enkele pertinente vragen te stellen over gedrag en om zorgvuldig te bekijken wat er gebeurt, in plaats van datgene wat we elders geleerd hebben te blijven herhalen. Als we echt willen leren, dan moeten we bewust nota nemen van onze eigen ervaringen boven datgene wat iemand anders ons vertelt. Hoe interpreteren we resultaten van bloedtesten?
Elk element waarop getest wordt heeft zoiets dat bekend staat als een "normaal bereik". Deze cijfers wijzen op de laagste en hoogste grenzen van wat normaal is. We hebben deze grenzen niet gevonden in de Handleiding voor het Leven die ons overhandigd werd toen we aan dit fysieke leven begonnen. Neen, we hebben ze uitgevonden. We keken naar de testresultaten van een heleboel mensen die wij als gezond beschouwden en namen het gemiddelde van deze resultaten. Het is vreemd om te merken dat vóór we bloedtesten gebruikten om gezondheid te bepalen we al beslist hadden wie er gezond was en wie niet! En dan stelt zich de vraag: waarom hebben we een bloedtest nodig om ons te vertellen wat we al weten? En nog, wanneer er een discrepantie is tussen beiden, wie beslist er dan wat correct is? Is de persoon die je als gezond beschouwde nog altijd gezond ook wanneer de resultaten van de bloedtest buiten de grenzen vallen die door mensen vastgesteld zijn, of is een persoon met klachten en een normale bloedtest volledig gezond? Wij hebben besloten dat de bloedtest veel meer waarde heeft dan eender welk ander signaal. Ik zeg "wij", maar eigenlijk is het de industrie die er baat bij heeft dat wij ziek zijn die deze beslissing genomen heeft. Het is ook diezelfde industrie die ons afhankelijk van hen maakt, hen de macht over ons geeft, omdat we niet langer zelf kunnen bepalen of we al dan niet gezond zijn. Dus, het vaststellen van kunstmatige niveaus van normaliteit begrenst onze persoonlijke waarnemingen van het leven. Het is ons niet langer toegestaan om "abnormale" bloedniveaus te zien en er niet op te reageren. Het medische systeem noemt het immoreel om eender welke afwijking van hun definitie van normaal niet te behandelen.
Van bloedtesten wordt gezegd dat we een duidelijk beeld krijgen van hoe het systeem werkt en van welke organen belast worden of overwerkt zijn. Als we een hoog niveau aan hormonen vinden dan leiden we daaruit af dat de klier die deze hormonen produceert overactief is. Als we een laag niveau vinden van voedingsstoffen, zoals mineralen of vitaminen, dan concluderen we dat we hiervoor supplementen moeten nemen. We zien de resultaten van onze bloedtest als een indicator van hoe klieren en organen werken. Hierdoor beslissen we welk deel van het lichaam faalt, welke activiteit we moeten onderdrukken en welke we moeten ondersteunen. Laten we even nadenken over hoe dat echt werkt.
Wanneer we bloed afnemen, dan doen we dat uit een ader, geen slagader. De medische wereld vertelt ons dat slagaders de voedingsstoffen en zuurstof naar de cellen van het lichaam brengen en aders het gebruikte bloed, laag aan zuurstof en rijk aan afval, terugvoeren enerzijds naar de longen om van zuurstof te worden voorzien en anderzijds naar de ontgiftingsorganen voor zuivering. Dit heeft drie onmiddellijke gevolgen.
- Alle voedingsstoffen waarop we testen in ons bloed geven ons een niveau nadat de cellen opgenomen hebben wat zij nodig hebben. Dit betekent dat wanneer we hoge niveaus aantreffen, de cellen slechts weinig hebben opgenomen en ze volledig voldaan zijn met de lage opname. Er is geen enkele manier om met deze test te bepalen of het systeem al dan niet een tekort heeft aan deze voedingsstoffen, alleen al omdat de cellen alles hebben opgenomen wat ze nodig hebben. Dit is net hetzelfde als te concluderen dat mensen honger hebben als we lege borden zien staan op de eettafel na de maaltijd.
- Wanneer we hoge niveaus van afvalstoffen aantreffen, dan besluiten we dat het orgaan zijn werk niet goed verricht. De aders worden echter verondersteld om de afvalproducten weg te voeren uit de cellen en wanneer organen hard werken produceren ze meer afval. Dit betekent niet dat het orgaan niet goed werkt, het betekent eigenlijk dat de cellen goed in staat zijn om hun werk uit te voeren. Het is net hetzelfde als zien dat een fabriek veel afval produceert en op basis daarvan besluiten dat het slecht functioneert.
- De hormoonniveaus die men aantreft in het bloedstaal zijn niet het aantal hormonen dat van de klieren komt en naar de cellen gebracht wordt voor operationeel gebruik. Nee, het is bloed dat uit de cellen komt na hun activiteit. Met andere woorden, het aantal hormonen dat men aantreft in het bloedstaal is een indicatie van het aantal hormonen dat de cellen zelf geproduceerd hebben. Deze hormonen komen rechtstreeks uit de cellen, want dat is waar het bloed vandaan komt via de haarvaatjes.
Wat is de reden voor deze wereld die op zijn kop lijkt te staan? Wat lijkt op een tekort is eigenlijk bewijs voor een goede productiviteit en wat lijkt op een overproductie is eigenlijk een vertraagde activiteit. Hoe kan dit? Wel, als de medische wereld nota zou hebben genomen van wat hun eigen onderzoekers ontdekt hebben, dan zouden ze al van in de vroege tachtiger jaren geweten hebben dat alle cellen alles produceren wat ze nodig hebben en wanneer ze het nodig hebben. Er bestaat geen centrale productieafdeling voor niets en er is geen ingewikkeld distributiesysteem dat verantwoordelijk is om het hele systeem in leven te houden. Het communicatiesysteem heeft te maken met afvalbeheer, niet met voeding. Elke cel produceert zelf wat ze nodig heeft - hormonen, proteïnen, vitaminen, mineralen, water, vet. De stimulans die de cel vertelt wat ze moet doen is een vibrationele impuls. Cellen communiceren met de buitenwereld en onderling via vibratie, energiegolven. Als resultaat van al deze impulsen werken en functioneren de cellen, waarbij ze golfenergie omzetten in fysieke activiteit. Alle activiteit resulteert ook in het produceren van afval en het is dit afval dat weggevoerd wordt door het lymfevocht en het bloed dat door de haarvaatjes en aders stroomt. Het bloed in de aders bevat dus het eindresultaat van de cellulaire activiteit; alles wat erin zit duidt op de activiteit van de cellen. Hoe hoger de aangetroffen niveaus zijn, hoe groter dit soort activiteit in de cellen is geweest. Hoe meer glucose (suiker) we aantreffen, hoe hoger het energieverbruik in de cellen is geweest. Hoe meer schildklierhormonen we aantreffen, hoe hoger het activiteitsniveau van de cellen is, hoe meer ze worden aangespoord om actief te blijven. Hoe meer levermarkeringen we aantreffen, hoe hoger de leveractiviteit in elke cel is, en dit is geen indicatie dat het orgaan, de lever, de werklast niet aan kan. Lage niveaus duiden op lage cellulaire activiteit. Misschien omdat het niet nodig is, of omdat de cellen het niet langer aankunnen. Dus, wanneer een periode van lage activiteit volgt op een periode van zeer hoge activiteit en het stimulansniveau is niet veranderd dan weten we dat de cellen problemen hebben en niet langer aan de vraag kunnen voldoen. Wanneer men een hoog niveau van cellulaire activiteit verwacht op een bepaald vlak in het leven en een laag niveau van dat specifieke spul aantreft in het bloed, dan kunnen we met zekerheid zeggen dat de persoon grote problemen heeft. Vóór deze fase is recuperatie altijd mogelijk omdat de cellen nog altijd reageren op stimuli. Verminder de energetische druk en het systeem zal alles herstellen.
Als de aders de afvalproducten van de cellen vervoeren, dan zullen deze zeker variëren doorheen het lichaam aangezien niet alle cellen hetzelfde werk doen op hetzelfde moment. Dit betekent dat de plaats waar we het bloedstaal nemen ons verschillende resultaten zal geven over het lichaam. Traditioneel nemen we bloed uit de arm, ter hoogte van de elleboog of soms van de pols. Het bloed in deze aders vervoert afval van de vingers, de hand en de onderarm. Uit dat bloedstaal kunnen we afleiden hoe de cellen in dat deel van het lichaam het doen. Het geeft ons heel weinig, en zeker geen rechtstreekse, informatie over de activiteit van de cellen in de buikholte, het bekken of de benen. Op deze manier een bloedtest doen om de functie van de lever of nieren te bepalen kan nooit erg specifiek zijn.
Alle cellen in het lichaam krijgen normaal informatie vanuit twee verschillende bronnen: algemeen en lokaal. De algemene informatie is de energie die het lichaam vertelt in welke omgeving het leeft en hoe het hierop kan reageren als een geheel, in harmonie. Dit betekent dat, algemeen gesproken, alle cellen van het lichaam een bepaald niveau van activiteit zullen vertonen en om dit niveau te kunnen bepalen via een bloedtest maakt het weinig verschil uit vanuit welke ader we het bloedstaal nemen. Als de persoon in zeer stresserende omstandigheden leeft dan zullen alle cellen tekenen van deze spanning vertonen. De lokale informatie kan echter bepaalde afvalniveaus veranderen afhankelijk van wat er in dat gebied van het lichaam gebeurt. Lokale trauma's zullen de cellulaire activiteit in bepaalde gebieden veranderen, evenals specifieke lokale vereisten in verband met activiteit en spanning. Afhankelijk van waar we het bloedstaal nemen zal het resultaat verschillen. We kunnen hieruit concluderen dat zolang het ziekteproces een lokale zaak is, het bloed dat uit de arm genomen wordt er waarschijnlijk geen tekenen van zal vertonen, waardoor de dokter u perfect gezond verklaart. We weten dat tegen de tijd dat de cellen in uw hand en arm hun functionele gewoonten hebben veranderd en tekenen vertonen van een algemene ziekte, uw systeem al ziek is en de ziekte niet langer lokaal kan ingeperkt worden. Tegen deze tijd begint het hele energetische systeem te falen!
De manier waarop wij bloedtesten uitvoeren is weer een bewijs dat cellen voorzien in hun eigen behoefte en de variaties die we vaststellen in die activiteit wijzen op energetische impulsen die dit soort activiteit sturen. Hoge of lage niveaus van bepaalde elementen zijn het resultaat van wat de cellen hebben gedaan, maar oordelen of een bepaald niveau te hoog of te laag is, is een menselijke activiteit. Voor zover het de cellen betreft zijn de niveaus altijd "correct" omdat ze het rechtstreekse gevolg zijn van de energetische impulsen die de activiteit opwekten. De niveaus zijn een indicatie; er bestaat geen "goed" of "slecht" niveau op zich. Het beoordelen van het niveau gebeurt wanneer een mens ons vertelt wat hij/zij graag zou willen dat het is. De natuur doet wat nodig is zonder toestemming te vragen aan de mens. De kans is groot dat wanneer een van beide het bij het verkeerde eind heeft, het de mens zal zijn en niet de cel; het zal de beoordeling zijn, niet de activiteit zelf. En als dat zo is dan zou het verstandig zijn om de cel toe te laten om datgene te doen wat ze moet doen, zonder tussenkomst.
Maar toch beslissen laboratoria om bepaalde niveaus te "meten", wat altijd weergegeven wordt met cijfers die de hoogte van deze niveaus aanduiden. Los van het feit dat hoe we meten een grote invloed heeft op het resultaat van de test, zoals Einstein ons al leerde, is de interpretatie van de uitdrukking van onze meting nog een andere variabele. Elke gedachte die wij hechten aan de cijfers die we voor ons zien staat los van de realiteit zoals die voor de cellen bestaat. Zij denken niet zoals wij en zij hebben geen behoefte om zich tegenover ons te rechtvaardigen voor hun gedrag. Het is zoals het is omdat het zo moet zijn, gezien de omstandigheden waarin zij werken. Als we verstandig zijn en we hen willen "helpen" dan zouden we het veranderen van die omstandigheden aanmoedigen in plaats van proberen tussen te komen in de cellulaire functie.
Misschien toont het aan dat wanneer we een beetje dichter gaan kijken naar hoe we bloedtesten uitvoeren en deze interpreteren, de waarde ervan gemakkelijk in vraag gesteld kan worden. Misschien moet het feit of u al dan niet gezond bent niet bepaald worden door dat soort van bloedtesten. Misschien is het wel een uitermate slechte manier om ziekte in een vroeg stadium te ontdekken. Misschien is de definitie voor ziekte en slecht functioneren niet zoals ons verteld werd en wordt het tijd om onze interpretatie van de resultaten van testen die we uitvoeren opnieuw te evalueren.
Bloedtesten, een nuttig hulpmiddel in de gezondheidszorg of alleen maar een manier om persoonlijke kracht van u af te nemen en u te laten geloven dat u ziek bent?