Het Verhaal van Infectieuze Ziekten
Patrick Quanten
Om iets te begrijpen is het nuttig om naar de geschiedenis te kijken. Op welk tijdstip en hoe is het allemaal begonnen, alsook hoe is het gegroeid over de jaren en dat geeft ons een beter beeld van wat het is vandaag. Dat is ook zo met het begrijpen van het verhaal over hoe virussen echte moordende machines geworden zijn in de huidige maatschappij. Dit verhaal kent ook een begin, een groeifase en, zonder enige twijfel, zal het ergens ophouden.
Het verhaal van infectieuze ziekten vertelt ons hoe iets dat in onze omgeving aanwezig is onze lichamen binnendringt, de functie ervan verstoort, waardoor we ziek worden en mogelijks zelf dood gaan. Dit verhaal werd niet uitgevonden speciaal voor virussen. Het werd overgenomen. In de negentiende eeuw bestond dit verhaal ook al. En de wieg ervan stond in de medische wereld.
Het werd duidelijk dat weefsels konden verrotten met een desintegratie van de cellulaire structuur als gevolg, waardoor mensen ziek werden, soms heel ernstig ziek, in gevaar om hun leven te verliezen. Dit werd waargenomen bij wonden aan de buitenkant van het lichaam maar ook in organen en interne weefsels. Het werd voorgesteld dat een levend organisme, onzichtbaar voor onze ogen, hiervoor verantwoordelijk was. Dit organisme werd verondersteld om de buitenste verdediging van het lichaam te penetreren en de normale functie van de cellen te verstoren, waardoor deze ziek werden met mogelijks celdood tot gevolg. Wanneer genoeg cellen sterven dan komt het leven van de persoon ook in gevaar. In het geval van infecties, zoals deze toestand bekend werd, van open wonden was het nogal duidelijk dat de buitenverdediging van het lichaam verbroken was en dat het dan niet moeilijk was voor een onzichtbaar klein wezentje om zich te nestelen in de afval en brokstukken van het trauma. Maar dit idee werd uitgebreid naar andere delen van het lichaam die wel nog intact waren en toch doorboord werden door dit organisme. Dit onbekende organisme werd speciale krachten toegekend om de normale lichaamsverdediging te omzeilen, de binnenwereld te betreden, te reizen naar een uitgelezen plekje en de afbraak van het weefsel ter plekke aan te vatten. Medische vorsers noemden deze organismen bacteriën.
De medische wereld besloot dat infectieuze ziekten veroorzaakt werden door de infiltratie van het menselijke lichaam door een vreemd, levend, organisme. Dit was een wetenschappelijke theorie.
Het voornaamste argument voor deze theorie was het feit dat bacteriën onder een microscoop konden gezien worden. Het bleek dan dat deze onzichtbare wezens niet enkel toch bestonden maar ook dat ze in overvloed aangetroffen werden in ziek weefsel. Hun aanwezigheid onder zulke condities leidde tot de vordering dat ze verantwoordelijk moeten zijn voor de vernieling aangezien ze ofwel helemaal niet ofwel in kleine getallen gevonden werden in gezond weefsel. Het feit dat ze op die plek aanwezig zijn maakt van hen de schuldigen die het misdrijf gepleegd hebben.
Op dit punt kwamen er twee belangrijke uitspraken vastgespijkerd te zitten in de geesten van de geneesheren.
- Bacteriën veroorzaken infecties
- Bacteriën vallen van buitenaf het lichaam aan
Tijdens de eerste helft van de negentiende eeuw gebeurden er twee zeer belangrijke ontwikkelingen die de medische wereld tot op de dag van vandaag zijn vorm geven.
Eerst en vooral waren er wetenschappelijke experimenten die de theorie, dat de bacteriën in ziek weefsel uit de buitenwereld kwamen, volledig teniet deden. Verschillende experimenten, vele malen herhaald in een heel aantal universitaire laboratoria, toonden aan dat de aanwezigheid van zulke bacteriën een natuurlijk fenomeen van de ziekte zelf was. Het werd aangetoond dat deze bacteriën ontstonden binnenin het zieke weefsel zelf en als een direct resultaat van die ziekte en dat er op geen enkele wijze sprake kon zijn van een invasie. Met andere woorden, de bacteriën waren weldegelijk aanwezig maar hadden de ziekte niet veroorzaakt. De ziekte bestond al en in sommige omstandigheden gaf deze aanleiding tot het ontstaan van bacteriën vanuit de afval die de ziekte veroorzaakt had.
Op de tweede plaats werkte de medische wereld hard om een protocol te vinden dat duidelijkheid zou scheppen in het oorzakelijke verband tussen een mogelijke ziekmakende factor en de ziekte zelf. Professor Koch schreef vier postulaten uit, die in de hele wetenschappelijk wereld aanvaard werden, en die een onomstootbare link zouden aantonen tussen de aanwezigheid van een levend organisme en een specifieke ziekte. Alhoewel tot op de dag van vandaag deze postulaten aanvaard zijn en wetenschappelijk onweerlegbaar zijn moet het gezegd zijn dat zelfs Professor Koch hiervan afweek en de praktische waarde ervan begon in twijfel te trekken omdat hij zelf niet één enkel oorzakelijk verband kon aantonen. Al snel werden de Koch postulaten herleid tot een voetnota in de medische geschiedenisboeken aangezien blijkbaar niemand in staat was, zelfs niet in onze moderne tijd, om ook maar één enkele bacterie aan te duiden als de oorzaak van een specifieke ziekte. Wanneer je een degelijke methode gevonden hebt om onschuld te scheiden van schuld en het dan blijkt dat je geen enkel schuldig verdict uit de brand kan slepen dan kan je het wat makkelijker maken door de methode zelf te negeren en gewoon verder te blijven veroordelen.
Wetenschappelijk bewijs ondersteunde de theorie dat bacteriën infecties veroorzaken niet.
Wetenschappelijk bewijs toonde aan dat bacteriën het gevolg waren van de ziekte en niet verantwoordelijk waren voor die ziekte.
De wetenschappelijke theorie in verband met bacteriën die ziekten veroorzaken werd ontmanteld als zijnde foutief.
In die tijd kozen investeerders ervoor om de wetenschappelijke gemeenschap links te laten liggen en zich toch te hechten aan het verhaal van de invasie van ziekmakende organismen die het menselijke weefsel binnendringen en vernietigen. Ze ondersteunden de theorie die door mensen zoals Louis Pasteur gepromoot werd, waarbij om ieder mens te beschermen tegen ziekte het nodig geacht werd om deze organismen in onze omgeving te bestrijden. Het leek een uitstekend idee om deze massaal proberen uit te roeien alsook om een manier te vinden om de mens 'immuun' te maken tegen zulke invasies. Een immunisatieprogramma werd ontworpen en de ontwikkeling van aangepaste vaccins tegen alle bekende ziekten die veroorzaakt werden door bacteriën werd de hoofdbekommernis van de medische industrie. Het is vanaf dit punt in de geschiedenis dat de term medische wetenschap gebruikt wordt, hetgeen een duidelijke breuk voorstelt met wetenschap, waardoor de indruk gewekt wordt dat het een ander soort wetenschap is dat zich met gezondheid en ziekte bezighoudt, eentje die buiten de wetenschap zelf staat.
De definitie van wetenschap is "de intellectuele en praktische activiteit die de systematische studie van de structuur en het gedrag van de fysieke en natuurlijke wereld omvat door middel van observatie en experimentatie". Er bestaat geen ruimte voor een gescheiden gezondheidswetenschap. Het leven maakt integraal deel uit van de natuurlijke wereld. Nochtans heeft de medische wereld, succesvol, zich het recht toegeëigend om wetenschap op een andere manier te benaderen, die door hun eigen autoriteit voorgeschreven en gecontroleerd wordt, ongeacht welke theorieën of waarheden de wetenschap zelf omarmt. Geneeskunde is een wetenschap die zich bezighoudt met ziekten en volgens de medische autoriteit zelf kan deze niet beoordeeld worden door de wetenschap.
Dus begint de medische autoriteit zelf naar hun eigen antwoorden te zoeken en verstrekken ze hun eigen verklaringen, los van de wetenschap. Ze formuleren hun eigen theorieën en ze zetten hun eigen onderzoeksmethoden op poten en hun eigen manieren om theorieën te 'bewijzen', gebruik makend van hun eigen standaarden, los van wetenschappelijke methoden en gedragsregels.
Een van de vroege problemen waar de medische autoriteit tegenaan loopt is het feit dat in vele infecties ze geen enkel micro-organisme kunnen aantonen dat ze de verantwoordelijkheid voor een ziekte in de schoenen kunnen schuiven. Ervan uitgaande dat alle infecties veroorzaakt moeten zijn door een aanvallend micro-organisme werd hun verklaring voor het feit dat ze er geen konden vinden, dat het organisme simpelweg veel te klein was om te zien. Het werd dan vooropgesteld dat 'een virus' deze infecties had veroorzaakt en dat ze deze op de een of andere dag wel zouden vinden.
Gebaseerd op een theorie, waarvan de wetenschap al bewezen heeft dat die fout is, heeft de medische autoriteit beslist om te volharden in het invasieverhaal door een nieuwe 'onzichtbare' infectieveroorzaker uit te vinden, het virus.
En wie zoekt die vindt. Heel veel medisch onderzoek werd gespendeerd aan het vinden van deze verstoppertje spelende ziekteverwekker. Vele theorieën werden geopperd met betrekking tot de verblijfplaats van het virus, de werkmethoden en de morfologie van deze nieuw vooropgestelde onzichtbare infectieverwekker. De beloning kwam met de uitvinding van de elektronmicroscoop aan het begin van de jaren dertig toen ze eindelijk de dader 'te zien' kregen. Of tenminste ze zagen hele kleine ballonnetjes in en rond cellen en ze noemden deze heel snel het virus want dat moest het wel zijn waar ze al zolang naar op zoek waren.
De historische volgorde van de feiten is dat ze eerst specifieke karakteristieken hebben toegeschreven aan de verborgen microbe. Dan hebben ze besloten wanneer en waar deze microbe aanwezig zou zijn en als ze op de plek van het strafbare feit iets vonden dan werd dit al snel uitgeroepen tot het virus, de dader, waar ze naar op zoek waren. Betrapt! Ah, en zo zie je er dan uit!
Omdat men reeds het idee om een causaal verband aan te tonen tussen een benoemde ziekteverwekker en de ziekte zelf had opgegeven vond niemand binnen de medische wereld het vreemd dat er aanstalten gemaakt werd om een verband te leggen tussen het elektronmicroscopische beeld en het verloop van de ziekte.
Eerst werd de dader genoemd en alles wat daarna in het betrokken gebied gevonden werd moest ‘het’ wel zijn. De medische wereld bewijst helemaal niet dat wat men gevonden heeft ook klopt met de karakteristieken van wat men observeert. Ze gebruiken een veel eenvoudiger methode om de waarheid vast te stellen: we hebben iets gevonden, dus dat is het dan!
Nu beslist de medische autoriteit om de studie van deze extreem kleine entiteiten los te koppelen van de klinische informatie. De specialisatie ‘virologie’ wordt in het leven geroepen die zich niet bezig houdt met zieke mensen maar met virussen die zouden bestaan binnenin een cel en die gevonden kunnen worden in allerlei cellulair afval. De ‘specialist’ wordt opgesloten in een goed uitgerust laboratorium, weg van elke vorm van klinisch gebeuren, zodat die zich volledig kan storten in de virtuele wereld van het onzichtbare.
Terwijl de wetenschap, die de natuurlijke wereld observeert, bewijst dat bacteriën waarvan men veronderstelt dat ze infectieuze ziekten veroorzaken bijna allemaal in ons lichaam aanwezig zijn en leven zonder ook maar voor enige ziekte verantwoordelijk te zijn en terwijl de wetenschap bewijst dat bacteriën absoluut noodzakelijk zijn om gelijk welk leven in stand te houden, lost de medische wereld het probleem op door de theorie naar voor te schuiven dat bacteriën onder bepaalde omstandigheden (welke juist werd nooit gespecifieerd!) zich omvormen tot genadeloze moordmachines. Het is weerom een theorie die ze niet bewijzen en waar ze anderen uitnodigen om aan te tonen dat die mogelijkheid niet bestaat. Aangezien de wetenschap weet dat, in principe, alles mogelijk is kan niemand ontkennen dat het inderdaad een mogelijkheid is. Wanneer je zou beweren dat onder bepaalde omstandigheden het mogelijk zou zijn dat water bergop stroomt dan zal een wetenschapper je vertellen dat je misschien gelijk zou hebben maar dat tot op heden er geen bewijs bestaat dat zoiets ook effectief gebeurt, hetgeen niet betekent dat ‘de mogelijkheid’ kan uitgesloten worden.
Een ander probleem dat de medische wereld heeft is dat van de overdracht van een infectie. Volgens hen moet er een of ander fysisch contact zijn tussen een geïnfecteerd gebied, waar de aangewezen ziekteverwekker aanwezig is, en de persoon die nadien ziek wordt. De medische wetenschap is niet altijd in staat om de bron van infectie aan te tonen. Ze lossen dit op door aan te nemen dat je de ziekteverwekker ‘opgepikt’ hebt een hele tijd geleden en dat deze op een of andere manier in het lichaam van de geïnfecteerde persoon overleefd heeft zonder enige problemen te veroorzaken. Op een bepaald moment (de omstandigheden en triggers blijven onbekend!!) springt die tot leven en manifesteert de infectieziekte zich. De medische wereld heeft nu de mysterieuze gezonde drager in het leven geroepen. Ze kunnen het niet bewijzen, maar, veel belangrijker, anderen kunnen het tegendeel niet bewijzen!
Daarenboven wordt de suggestie geopperd dat deze ziekteverwekker ‘gedragen’ kan worden, hetgeen betekent dat je niet langer afhankelijk bent van een direct contact. Je kan deze nu opgepikt hebben door de lucht, door water of door een vast oppervlak zoals aarde of elk ander oppervlak dat je goed uitkomt. En omdat bacteriën overal aanwezig zijn kan je hun aanwezigheid aantonen waar je het nodig hebt. De suggestie van overdracht via een tussenmedium is eens te meer niet te weerleggen aangezien de wetenschap al aangetoond heeft dat alle levensvormen op aarde afhankelijk zijn van levende organismen zoals bacteriën, schimmels en parasieten. Dat betekent inderdaad dat je hun aanwezigheid in de nabijheid van zieke mensen kunt aantonen. En als je dan simpelweg aanneemt, zoals de medische wereld dat doet, dat aanwezigheid gelijk staat met schuld dan heb je jouw antwoord op de vraag “wie’s de dader?”, een antwoord dat niemand wetenschappelijk kan weerleggen. En aangezien men de noodzaak om een causaal verband aan te tonen koud naast zich neerlegt al van bij het begin van dit verhaal en aangezien men zich afgescheiden heeft van de aanvaarde wetenschappelijke praktijken heeft niemand van hun opgeleiden, dokters en ander medisch personeel, in de gaten waar de fouten gemaakt worden. Ze zijn niet in staat om te herkennen waar de essentiële elementen ontbreken omdat, in hun beleving, die nooit nodig geweest zijn. Ze zijn niet in staat om het conflict te herkennen tussen de ziekteverwekker, de bacterie, die de aanval van buitenaf inzet en diezelfde ziekteverwekker die een essentieel deel uitmaakt van de structuur van het leven wanneer, gedurende hun opleiding, hen verteld wordt dat die twee dingen niets met elkaar te maken hebben, dat moet er namelijk “iets veranderd zijn!”.
Wetenschappelijke waarnemingen en experimenten brengen geen bewijzen aan voor deze theorieën maar dat weerhoudt de medische autoriteiten er niet van zich hierin vast te bijten.
In de originele informatie over de eigenschappen van virussen staat onder andere vermeld dat deze entiteiten niet levend zijn.
- De bouwstructuur van het virus is zodanig simpel dat er geen interne organellen aanwezig zijn, hetgeen betekent dat het virus geen metabolisme heeft, onmondig is om ook maar iets te doen. Dit bevestigt dat een virus geen levend organisme is.
- Het virus is enkel ‘actief’ binnenin een levende cel, heeft een activiteit die het uitvoert binnen een levende cel en kan enkel ‘overleven’ binnen een levende cel. Hoe kan een niet-levend iets een activiteit hebben? Hoe overleeft een niet-levende entiteit überhaupt?
- De enkelvoudige, heel korte, genetische codering van een virus zou zogezegd het DNA van de cel infiltreren en de cel ‘dwingen’ om enkel nog kopieën van het virus te produceren. Er wordt geen bewijs geleverd aangaande hoe het dit zou bewerkstelligen, enkel dat het dit doet!
Het verhaal wordt verteld dat een geïnfecteerde cel virussen produceert totdat ze volledig vol zit met virussen (allemaal kopieën van het originele), dan openbarst en de inhoud in zijn omgeving prijs geeft waardoor de buren op hun beurt geïnfecteerd geraken en ziekte veroorzaken.
Aangezien virussen onmogelijk aan te tonen zijn in een klinisch gegeven bestaat er ook helemaal geen wetenschappelijk bewijs over de activiteiten van een virus binnen een cel, alsook geen enkel wetenschappelijk bewijs aangaande het gedrag van een virus buiten de cel. Om deze hiaten op te vullen leent de medische autoriteit het verhaal van bacteriële infecties dat ze zelf gecreëerd hebben zonder enige bewijsvoering maar in de wetenschap dat de mensen al ver genoeg zijn om het argument te aanvaarden dat het wel zo moet zijn omdat het niet volmondig weerlegt kan worden.
Met deze houding moeten we dan ook bijna elke complottheorie aanvaarden.
Dus
als de aanwezigheid van ziekteverwekkers, zelfs de onzichtbare, betekent dat ze verantwoordelijk zijn voor een infectieuze ziekte,
als de ziekteverwekkers kunnen muteren van vriendelijk en nuttig naar agressief en gevaarlijk,
als de ziekteverwekkers kunnen gedragen worden door lucht, water en oppervlakken (vaste materie),
als de ziekteverwekkers zich in een slaapstatus kunnen bevinden in een gezond individu die dan een onwetende ziekteverspreider wordt,
dan heb je het kader geconstrueerd waarbinnen je in alle mogelijke richtingen kunt manoeuvreren om een uitleg te geven zonder dat je ook maar iets moet kunnen bewijzen. Je houdt vast aan de theorie. Je breidt een onbewezen theorie uit. Je plakt een uitzondering vast aan de uitbreiding van de onbewezen theorie. En elke opmerking en vraag wordt afgewimpeld met de retorische vraag, Vind je niet dat er een mogelijkheid is dat ...?
Nu de medische autoriteit bevrijd is van de last om de theorie te moeten bewijzen en dat ze de bal in het kamp van de tegenstander gelegd hebben om de theorie te kelderen, nu voelen ze zich sterk genoeg om al hun theorieën als waarheden naar voren te schuiven totdat iemand ze als onwaar kan aantonen, enkel gebruikmakende van de eigen methoden van de medische wetenschap. Ze kunnen nu al hun theorieën gebruiken om verdere veronderstellingen aan vast te knopen in de overtuiging dat de theorie een waarheidsbasis vormt om mee verder te werken.
Al heel vroeg in het verhaal werd door de medische wetenschap voor elke infectie een incubatietijd vooropgesteld. Deze kan variëren van vijf tot veertien dagen. Het is de tijd die verstrijkt tussen het 'oppikken' van de infectie, met andere woorden wanneer de omgevingsaanvaller het lichaam binnendringt, en de vernietiging van de cellen plaats vindt. Gedurende deze incubatietijd zoekt de aanvaller een geschikte plaats, vermenigvuldigt zich en gebruikt het celmetabolisme om zichzelf en lotgenoten te voeden. Dit hele proces leidt tot de teloorgang van de cellen en de fysische manifestatie daarvan wordt 'de infectie' genoemd.
Al heel vroeg in het verhaal werd er verteld dat een infectie zich moet voordoen alvorens deze zelf als nieuwe bron van infectie in aanmerking kan komen. Met andere woorden, je kan de ziektemakende elementen niet verspreiden tenzij je eigen weefsels vernietigd zijn als een resultaat van de infectie zelf. Het werd verteld dat het noodzakelijk was voor een geïnfecteerde persoon om in direct contact geweest te zijn met geïnfecteerd materiaal dat afkomstig moest zijn van een persoon met dezelfde infectie. Enkel in de buurt vertoeven van een geïnfecteerd persoon was niet genoeg om zelf geïnfecteerd te geraken en ziek te worden.
Het waarnemen van ziektebronnen en hun contacten toonde al snel aan dat nieuwe infecties niet in direct verband konden gebracht worden met het geïnfecteerde materiaal.
Het waarnemen van mogelijke infectiehaarden toonde aan dat er geen direct verband bestaat tussen de aanwezigheid van de ziekteverwekker en de mogelijke ziekte.
Het waarnemen van de snelheid waarmee een infectie zich verspreidt doorheen de bevolking toonde duidelijk aan dat, alhoewel het idee van een incubatietijd logisch is in dit verhaal, de natuur dit helemaal niet respecteerde.
De logische, wetenschappelijke, benadering van dit verhaal, van deze theorie, zou geweest zijn om te concluderen dat er geen ondersteunend bewijs voor deze theorie voorhanden is.
De medische autoriteiten daarentegen besloten dat de ziekteverwekker 'uiteraard' verspreid werd door de lucht, via vaste oppervlakten en in waterdruppeltjes en zo meer, waardoor het zich over grotere afstand kon verplaatsen, ver weg van de infectiehaard. Zij moesten dit niet bewijzen, en deden dat dus ook nooit. Ze lieten het gewoon aan anderen over om hun ongelijk aan te tonen. En tot hun voldoening bemoeide niemand er zich mee. De wetenschap had allang hun conclusies getrokken in verband met de waarde van het infectieverhaal met een omgevingsbron. Het was nep en waardeloos en verdiende geen verdere aandacht aangezien alles dat gebaseerd is op een foutieve veronderstelling natuurlijk ook per definitie fout is, wetenschappelijke onzin is.
Vanaf nu moesten ze zelfs niet langer de bron van de infectie kunnen aantonen, hetgeen eigenlijk ook onmogelijk is als je geen toegankelijke manier hebt om een virus te identificeren. Je kan dan eenvoudigweg een bron benoemen en anderen uitnodigen om te bewijzen dat het niet waar is. Uiteindelijk is het toch mogelijk, niet!
Telkens wanneer ze afwijking tegenkomen van hun beschrijving van ofwel de morfologische kenmerken van het virus ofwel zijn gedrag beweren ze dat het zo'n slim beestje is dat zeer snel muteert om toch maar niet opgepikt te worden door ons immuunsysteem terwijl in hun eigen verhaal het er heel sterk op lijkt dat een virus wel altijd ongezien doorheen onze verdediging weet te glippen. Miljoenen virussen - elke dag 'ontdekt' er wel ergens in een laboratorium iemand een nieuw! - en ze zijn allemaal verschillend en we moeten ons tegen elk van hen beschermen. De onzichtbare wereld is zelfs nog gewelddadiger en levensbedreigender dan de fysieke wereld waar we in leven.
Wanneer je het verruimde infectieverhaal waar je aan vast hangt, het verhaal dat je actief promoot tijdens de opleiding van je personeel zodat ze er volledig van doordrongen zijn, dan kan je datzelfde verhaal, binnen je eigen machtssfeer, heel gemakkelijk gaan relateren naar virussen toe.
Virussen vallen aan vanuit de omgeving - zelfs als je gezegd hebt dat ze enkel kunnen 'overleven' binnenin een levende cel.
- Virussen infiltreren het lichaam en veroorzaken ziekten - zelfs als je gezegd hebt dat ze enkel een activiteit vertonen binnenin de gastcel.
- Virussen worden gedragen door lucht, water en op oppervlakken - zelfs als je gezegd hebt dat ze enkel kunnen 'overleven' binnen een cel.
- Virussen kunnen zich schuil houden in een gezond individu voor vele jaren - zelfs als je weet dat alle cellen van het lichaam zelf een veel kortere levensduur hebben en vroeger zullen sterven. Hoe kan het virus dan overleven wanneer de gastcel zelf sterft? Hou voor ogen dat gedurende die hele tijd er geen symptomen geproduceerd worden.
- Virussen kunnen verspreid worden door mensen zonder symptomen of ziekte - zelfs als ze niet uit de cel kunnen ontsnappen tenzij deze openbarst, maar dat produceert dan weer wel symptomen.
- Virussen kunnen onmiddellijk ziektesymptomen veroorzaken - zelfs als de incubatieperiode volgens jou zeven tot veertien dagen zou moeten zijn.
- Virussen kunnen, zonder aanleiding, veranderen van een braaf virus in een dodelijk virus - zelfs als ze zelf geen activiteit ten toon kunnen spreiden.
Wat is het wetenschappelijke probleem om het originele infectieverhaal te adopteren voor virussen?
Wanneer we het hebben over levende organismen zoals bacteriën, schimmels en parasieten dan kunnen we hun aanwezigheid aantonen omdat we ze kunnen zien. We kunnen ze zien bewegen onder de microscoop en we kunnen een staaltje van de zieke cellen nemen en toevoegen aan een voedingsbodem waar we ze kunnen zien vermenigvuldigen. Dan kunnen we uit die cultuur een beetje uithalen en het specifieke organisme dat daar groeit en floreert identificeren in levende lijve door de morfologie en het gedrag te bestuderen. In 't kort, we kunnen de beestjes zien.
Virussen kunnen nooit in beweging waargenomen worden. De elektronmicroscoop produceert een blindelings getrokken zwart-wit foto van een paar cellen (als je geluk hebt!). Soms tonen deze foto's configuraties die heel snel virussen genoemd werden en waaraan kenmerken en gedragskarakteristieken werden toegeschreven zonder dat ook maar iemand dat spul op de foto ook maar iets heeft zien doen. Dus bestaat er geen enkele manier om een virus te identificeren omdat we niet kunnen weten wat datgene waar we naar kijken ook aan activiteiten uitvoert, zoals je dat wel kan met bacteriën. De medische autoriteiten hebben dan hun aandacht gericht op een andere manier om het virus te 'identificeren'.
Ze hebben DNA sequenties gevonden binnenin de ballonnetjes die ze virussen noemen. Alhoewel ze niet hebben aangegeven waar die DNA sequenties vandaan komen hebben ze hun personeel wel verteld dat telkens ze zo'n sequentie tegenkomen dat dit 'bewijs' is dat een virus aanwezig is. Dus het identificeren van een heel klein stukje DNA (soms is het enkel maar een kleine eiwitconstructie in plaats van genetisch materiaal) staat gelijk met het identificeren van een virus, ook als men weet dat elke levende cel - een virus is geen levende cel - vol zit met genetisch materiaal en eiwitten.
Als we er van uitgaan dat een echte identificatie van een bepaalde bacterie in ziek weefsel noodzakelijk is, dan moet men ook in een virale infectie de aanwezigheid van dat virus aantonen in het zieke weefsel. De aanwezigheid van bepaalde chemische structuren die afkomstig kunnen zijn van gelijk welke cel kan niet aanvaard worden als bewijs voor de aanwezigheid van de ziekteverwekker.
Het simpelweg een virale infectie noemen is geen wetenschappelijk bewijs.
Dokters die een bacteriële urineweginfectie vermoeden zullen een staaltje van de urine naar een laboratorium sturen waar men dat toevoegt aan een voedingsbodem. Als de cultuur groeit dan identificeert men onder de microscoop welke bacterie in het staal aanwezig was en in leven was. Daar tegenover staat de dokter die geconfronteerd wordt met een patiënt met symptomen van een darminfectie. Hij zal de patiënt vertellen dat deze een virale enteritis heeft en hem met medicatie naar huis sturen. Er moet geen staaltje genomen en getest worden aangezien het virus, dat hij verantwoordelijk acht voor de symptomen, inderdaad toch niet kan geïdentificeerd worden in het laboratorium. Je hebt een virale infectie omdat je dokter dat gezegd heeft.
Wat de medische wetenschap dan wel aanvaard heeft als bewijs voor de aanwezigheid van een virus is:
- Identificatie van een klein stukje DNA/RNA sequentie zonder te weten waar dat stukje vandaan komt. Deze stukjes worden dan chemisch vermenigvuldigd in een laboratorium zodanig dat ze grote hoeveelheden aantreffen in het cellulaire afval, hetgeen datgene is wat er achterblijft na de celdood. - Geen meetbare hoeveelheid van dezelfde DNA sequentie kan direct gekoppeld worden aan een indringer, noch kan het aan een specifieke activiteit gekoppeld worden, zoals bijvoorbeeld het veroorzaken van een ziekte. DNA/RNA sequenties zijn niet specifiek voor een virus. Virussen worden benoemd naar specifieke DNA sequenties.
- Het meten van een hoog niveau van antistoffen in het bloed als 'bewijs' voor een immuniteitsreactie van het lichaam. Dit zou dan, zo wordt vermoed, het gevolg zijn van een niet-geïdentificeerde indringer, hetgeen dan met zekerheid het virus zal moeten zijn, waarvan men veronderstelt dat het de ziekte veroorzaakt. - Geen wetenschappelijk verband werd ooit aangetoond tussen een specifiek antilichaam en een specifieke 'indringer'. Geen antilichaam is specifiek voor gelijk welke ziekte of gelijk welke ziekteverwekker.
- Het meten van een hoog niveau van bepaalde cellen in het bloed als 'bewijs' voor een immuniteitsreactie van het lichaam, hetgeen dan, zo wordt vermoed, het gevolg zou zijn van een niet-geïdentificeerde indringer, moet dan zeker het gevolg zijn van het virus waarvan men veronderstelt dat het de ziekte veroorzaakt. - Geen specifiek verband werd aangetoond tussen het type bloedcel en het aantal van deze bloedcellen enerzijds en een specifieke 'indringer' anderzijds. Geen witte bloedcellen zijn specifiek voor gelijk welke ziekte of voor gelijk welke ziekteverwekker.
Voor de medische wereld voldoet één enkele van deze al als 'bewijs', niet enkel voor de identificatie en bevestiging van de ziekte waar je onder lijdt maar ook als 'bewijs' voor de schuldige, voor de ziekteverwekker! Voor hen werkt dit in beide richtingen: het virus, en enkel het virus, levert een positieve test op en een positieve test kan enkel bekomen worden door dat specifieke virus.
Mogen we de vraag stellen hoe ver de medische wetenschap zich verwijderd heeft van de wetenschap?
Tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw zette de wetenschap een reuzensprong vooruit door te begrijpen dat alle materie gevormd wordt uit energie door compressie en afkoeling. Dit betekent dat elke verandering die men waarneemt in de structuur en/of functie van gelijk welke materie veroorzaakt werdt door een verandering die optrad in het energetische veld dat die materie creëert. Vandaar dat wanneer een lichaam anders begint te functioneren of het moeilijk krijgt om normaal te functioneren dat we dan voor een antwoord op de vraag waarom zouden moeten gaan kijken naar het energetische veld van dat lichaam, en niet naar dat lichaam zelf. De medische wetenschap heeft deze nieuwe ontwikkeling gewoon genegeerd en heeft ervoor gezorgd dat hun personeel veilig opgeleid werd in het ontdekken van verklaringen over gezondheid en ziekte binnen het materiële kader van het leven, het lichaam en de fysieke omgeving zelf.
De wetenschap zegt dat een verandering in de energie van een persoon kan leiden tot een slecht functioneren van het lichaam, tot een ontsteking in de weefsels of tot een infectie. Hier komt geen overdracht van een ziekteverwekker van het ene organisme naar het andere bij kijken!
De medische wetenschap is in een pikdonkere kelder op zoek naar een zwarte kat, waarvan ze weten dat die er niet is. Ik veronderstel dat ze een goede reden hebben om daar mee blijven door te gaan!
Het mag nu wel duidelijk zijn dat wat men bedoelt met 'medische wetenschap' afgescheiden werd van wetenschap zo'n tweehonderd jaar geleden wanneer zakenlui en investeerders kozen voor de allopatische aanpak, zich focussen op de bestrijding van symptomen zonder zich bezig te houden met de oorzaken en zonder zich te houden aan beproefde wetenschappelijke methoden en praktijken. Sinds die tijd hebben ze zich stap voor stap verder en verder verwijderd van de wetenschap en zijn ze heel erg succesvol geweest omdat ze, gelijktijdig erin geslaagd zijn om de hele wereld naar industrie te doen keren, met wat we nu benoemen als de Westerse Wereld voorop. Ze hebben zich overal in de meest invloedrijke posities gewrongen in regeringen om van de economie een nieuwe god te maken. Zij bepalen het regeringsbeleid en waren in staat om hun nieuw uitgevonden geneeskunde te laten uitroepen tot 'de enige echte' geneeskunde, waardoor duizenden jaren van kennis en vaardigheden als illegale praktijken aan de kant gezet werden.
De controle over regeringen, media en financiën heeft de medische autoriteiten toegelaten te dromen van een wereldmacht om een einde te stellen aan wetenschap, aan het vrije denken en om de waarheid te bepalen en onder controle te houden. Dit is de laatste fase. Ze naderen hun eindstation, het einde van de rit.
Op 't eind, wanneer het doek valt en de lichten gedoofd worden, wordt alles weer teruggebracht naar eenvoud. Wetenschap begint bij observatie. Het doet er niet toe hoe hard iemand zijn best doet, hoeveel manipulatiemacht iemand ter beschikking hebt, men kan niet voorkomen dat iedereen ophoudt met waar te nemen. Mensen die hun eigen waarnemingen appreciëren en evalueren zullen hun eigen theorie creëren en dat is waar wetenschap altijd begint!
Je kan wetenschap niet stilleggen. Je kan het kidnappen voor een bepaalde tijd maar die tijd is altijd eindig.
Uiteindelijk zal een infectie altijd een uitdrukking zijn van een systeem dat moeite heeft om op de oude manier verder te blijven functioneren, en dat is het ook altijd geweest. Een infectie is een periode van opruiming van afval dat door ziek weefsel gevormd wordt. Een infectie is een teken dat het lichaam een poging doet om te herstellen van een moeilijke periode.
Omarm jouw infectie.
Moedig jouw infectie aan.
Voer de nodige veranderingen door opdat je systeem dit niet nog eens zou moeten doen.
Wordt vrij van infectie.
Augustus 2020