Preventie van Ziekten
Patrick Quanten
De Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) stelt heel duidelijke doeleinden om ziekten te voorkomen alsof ze zich er heel bewust van zijn dat ‘het genezen van ziekten’ niet iets is waar het medische personeel echt goed in is. Moesten de genezingen echt zo goed zijn als men ons wil doen geloven dan is er geen noodzaak om van preventie een prioriteit te maken. Het genezen van ziekten is wat de medische wereld beloofd heeft en toch geeft de WHO een hogere waardering aan de preventie dan aan genezing. Hier moet je natuurlijk ook rekening houden met het feit dat ‘genezen’ heel erg dik betaald wordt en dat de industrie zich op deze manier van een enorm inkomen heeft weten te voorzien. Of zullen we zeggen ‘het proberen’ om te genezen, want het betaalt vooral goed als je mag blijven proberen. Dit is wat de WHO te zeggen heeft over de preventie van ziekten.
De primaire preventie verwijst naar acties die gericht zijn op het vermijden van de expressie van een ziekte. Dit houdt onder andere in:
- acties om de gezondheid te verbeteren door de gevolgen te veranderen van sociale en economische factoren;
- het aanreiken van informatie over risicofactoren in ons gedrag en onze omgeving, hand in hand met consultaties en maatregelen om deze te verminderen op persoonlijk en gemeenschapsniveau;
- voeding en voedingssupplementen;
- mond- en tandhygiëne opvoeding; en klinische preventieve dienstverlening zoals immunisatie en vaccinatie van kinderen, volwassenen en de ouderen, alsook de vaccinatie of profylaxis van mensen blootgesteld aan overdraagbare ziekten).
De secondaire preventie bestaat uit het vroegtijdig opsporen van ziekten wanneer dit de kansen op een positief gezondheidsresultaat verhoogt. Dit gaat over acties zoals:
- de bewezen screening programma’s voor het vroegtijdig vaststellen van ziekten of voor de preventie van aangeboren afwijkingen;
- preventieve drugbehandelingen met bewezen effectiviteit wanneer deze in een vroeg stadium van de ziekte worden toegediend).
Men moet nota nemen van het feit dat primaire preventieve acties kunnen doorgevoerd worden onafhankelijk van de noodzaak voor het uitbouwen van andere gezondheidsdiensten, hetgeen niet het geval is voor de secondaire preventie. Screening en vroegtijdige opsporing heeft weinig waarde (en kan zelfs nadelig zijn voor de patiënt) als afwijkingen niet dadelijk kunnen gecorrigeerd of behandeld worden door andere onderdelen van het gezondheidssysteem. Het mag dan duidelijk zijn dat een goede eerstelijns gezondheidszorg met geregistreerde patiënten een optimale organisatie en levering van toegankelijke screening programma’s, gebaseerd op de bevolkingsdemografie, sterk bevordert. Dit moet dan ook met man en macht gepromoot worden.
Voor zover het de WHO aangaat, en van daaruit de hele medische wereld, zijn er twee types van preventie: eentje waarbij de risico’s voor de gezondheid verminderd worden en een andere waar het zich om testen en drug gebruik ter preventie handelt. Het verminderen van de gezondheidsrisico’s draait vooral om voeding en voedingssupplementen, als ook om vaccinatie, alhoewel dit in feite een voorbeeld is van preventief medicatiegebruik. Het vroegtijdig opsporen van ziekten door medische testprogramma’s is enkel van belang, zo zeggen ze, wanneer het kan opgevolgd worden door het aanbieden van medicatie en behandelingen.
Gezondheidsrisico’s
Het evalueren van gezondheidsrisico’s kent z’n eigen problemen. Hoe kan men feitelijk ‘meten’ welk risico een bepaalde omgevingsfactor inhoudt voor een bepaald individu? We zijn allen verschillend en we reageren allemaal anders op onze omgeving. Dus moet binnen de bevolking elke meting, elke evaluatie, van een gezondheidsrisico gecenterd zijn op het individu, maar het wordt in feite altijd bekeken vanuit het groepsstandpunt. Wanneer men waarneemt dat een bepaalde omgeving bepaalde risico’s inhoudt voor een aantal mensen binnen de groep dan krijgt de ganse groep hetzelfde gezondheidsadvies om bepaalde acties te ondernemen, om bepaald gedrag te veranderen, zogezegd om het individuele risico te ‘verminderen’, ongeacht het feit dat het individuele risico nooit bepaald werd. Er wordt eenvoudigweg veronderstelt dat het een risico is voor iedereen als men vastgesteld heeft dat het een risico is voor sommigen. Bijvoorbeeld, als sommige mensen melanoma’s ontwikkelen, die zogezegd veroorzaakt worden door blootstelling van de huid aan direct zonlicht, dan wordt de hele bevolking geadviseerd om uit de zon te blijven of om producten te kopen die hen ‘beschermen’ tegen de negatieve effecten van de zon. Dit gebeurt ondanks de waarneming dat mensen die heel regelmatig aan direct zonlicht blootgesteld zijn gedurende het hele jaar totaal vrij blijven van deze vorm van huidkanker. Het opsporen en identificeren van risico elementen in onze omgeving is een straatje zonder einde, aangezien gelijk welke situatie of conditie in onze omgeving wel altijd voor iemand een risico betekent. Hun strategie is om elke erkenning van een risicofactor op te volgen met een aantal maatregelen en aanbevelingen, waarvan sommigen zelfs in de wetgeving worden opgenomen. Na verloop van tijd kan men dan de ‘nieuwe’, zelf gecreëerde, situatie onderzoeken en tot de vaststelling komen dat deze ook weer risico’s inhoudt voor sommige mensen. En moet er weeral ingegrepen worden!
Gezondheidsrisico’s worden door de medische wereld dan ook uitgedrukt in percentages, enkel en alleen omdat het geen exacte wetenschap is. De ‘gemeten’ vermindering van het risico bij mensen waarvan zij zeggen dat ze een hoog risico lopen op een negatieve gezondheidsimpact wordt dan veralgemeend naar de gehele bevolking toe. Als je dit doet dan vermindert de kans om een hartaanval te krijgen met x%, is de manier waarop dit aan het publiek wordt voorgesteld. De waarheid is dat zulke maatregelen geen enkel voordelig effect hebben op de gezondheid van de individuen die eigenlijk al geen enkel risico lopen. Het is echter wel zo dat sommige van deze maatregelen, wanneer mensen die ze niet nodig hebben ze toch volgen, desastreuse gevolgen kunnen hebben voor hun gezondheid. Deze zullen nooit door de medische wereld erkend worden aangezien deze mensen ‘het juiste doen’. Als je dus het soort ‘evenwichtige’ dieet volgt dat door artsen en diëtisten (opgeleid door artsen) wordt aanbevolen dan kan je jouw gezondheid ernstig in gevaar brengen als jij andere eetgewoonten nodig hebt om aan je constitutie en je leefsituatie tegemoet te komen. Hetzelfde kan gezegd worden over het advies in verband met sporten. Als het zo een fantastisch idee is om elk individu twee tot driemaal in de week goed te laten sporten, ongeacht hun fysieke capaciteiten en hun levensritme, waarom stuiken sportlui, zelfs ‘gezonde’ jongelingen, in mekaar of sterven zelfs terwijl ze aan het sporten zijn?
Het negeren van de individuele verschillen en het pretenderen dat ieder mens, onafgezien van kleur, klasse, ras en levensomstandigheden, hetzelfde metabolisme heeft is een gigantische wetenschappelijke fout.
Het gezondheidsrisico voor infectieuze ziekten is volledig gebaseerd op het verhaal van hoe deze ziekten zich verspreiden doorheen een gemeenschap. De medische wereld legt eenvoudigweg alle wetenschappelijke bewijsvoering waarin duidelijk wordt aangetoond dat deze ziekten niet direct overdraagbaar zijn tussen individuen naast zich neer. Feitelijk komt het erop neer dat ziekten niet veroorzaakt worden door de omgeving. De omgeving speelt een rol in het ziekteproces maar het overgrote deel hierin heeft te maken met de staat waarin het individu zich bevindt ten tijde van de blootstelling aan bepaalde omgevingsfactoren. Vandaar dat de preventie zou moeten gericht zijn op het individu en niet op de eerste plaats op het veranderen van de omgeving waarin de groep zich bevindt.
Het evalueren van gezondheidsrisco’s is een erg subjectieve aangelegenheid en mag nooit naar voren geschoven worden als een wetenschap. Het is wat je wilt dat het is. Welke specifieke omgevingsomstandigheid je ook bekijkt en linkt aan een specifieke ziekte kan nooit wetenschappelijk bewezen worden. Om die reden wordt het je aangereikt in percentages. Als het een zekerheid was dan zou het waar moeten zijn voor elk individu, altijd en in alle omstandigheden. En dat is nooit het geval. Maar de medische wereld houdt hier geen rekening mee en implementeert programma’s en maatregelen voor de gehele bevolking met een zekerheid die wereldvreemd is in elke wetenschappelijke omgeving.
Screening en Vroege Opsporing
Het screenen van gezonde mensen om een ziekte te ontdekken waarvan het individu zich helemaal niet bewust is is een andere wetenschappelijke fout die de medische wereld maar al te graag promoot. Ongeveer honderd jaar geleden heeft de wetenschap een raadsel weten op te lossen. Het werd aangetoond dat testresultaten konden verschillen naargelang de manier waarop de test uitgevoerd werd, of zoals wetenschappers verkondigden: “De manier waarop je naar iets kijkt beïnvloedt wat je ziet”. Met andere woorden, het resultaat van eender welke test wordt beïnvloed door de omstandigheden waarin de test wordt uitgevoerd, wat het doel van de test is en hoe de test wordt geïnterpreteerd. De conclusie is dan dat er geen ‘betrouwbaar testresultaat’ bestaat. Wanneer een arts iemand test voor een bepaalde ziekte en die persoon heeft heel specifieke symptomen dan is de arts gelukkig als hij een positief testresultaat kan linken aan de symptomen om als dusdanig tot een definitieve diagnose te komen. Maar, wanneer de test negatief blijkt te zijn en de symptomen eenduidig in een bepaalde richting wijzen dan blijft de arts volharden in zijn initiële diagnose, waarbij hij het testresultaat volkomen negeert. Wanneer het hen uitkomt dan is het testresultaat een absolute waarheid en wanneer dat niet het geval is dan kan men dit eenvoudigweg overslaan. Misschien dat het nuttig zou zijn om wat consequent gedrag te gaan vertonen: ofwel aanvaarden we dat de test een absoluut resultaat oplevert en dat betekent dat de realiteit altijd is wat het resultaat vertelt, ofwel geloven we het testresultaat niet altijd en dan stellen we ons de vraag “wat nut heeft de test dan?”
Aangezien elk individu anders is mag het duidelijk zijn dat alle metabolische testen niet steeds dezelfde resultaten zullen opleveren. Wanneer je dan een aantal ‘gezonde’ mensen zonder symptomen gaat testen dan is het wel te begrijpen dat sommige resultaten toch positief zullen zijn, ook als er geen enkele medische reden voor is. Retrospectieve studies in verband met de testresultaten van baarmoederhals uitstrijkjes, waarbij men onderzoekt of er kanker aanwezig is, hebben aangetoond dat ongeveer 80% van de kanker ‘diagnoses’ in feite geen kankers waren (interpretatiefout). Van de overgebleven kankers wordt er in de studies gezegd dat 95% zich in zo’n vroegtijdig stadium bevonden dat men met een hoge graad van waarschijnlijkheid kan aannemen dat deze zichzelf zonder medische interventie zouden hebben opgelost (natuurlijke genezing werkt voortdurend). Deze studies werden uitgevoerd door medische onderzoekers en zijn gepubliceerd in de medische literatuur. En toch heeft de medische overheid de aanbevelingen en het screeningprogramma niet aangepast en gaat men gewoon door met behandelingen gebaseerd op deze testresultaten.
Het gebruik van drugs ter preventie van ziekten werd nooit volledig getest in geen enkele klinische studie. Het wordt door de medische wereld gewoon aangenomen dat als een drug een bepaalde ziekte helpt, niet geneest, dan zou het logisch moeten zijn dat, zelfs als het de ziekte niet kan genezen, het potentieel hulp kan bieden in het vertragen van de symptomen. Denk hier even over na. Als je weet dat het vertragen van symptomen bekomen wordt door het onderdrukken van die symptomen dan zou je eventueel vroegtijdig met de medicatie willen beginnen om zo snel mogelijk deze onderdrukking te beginnen, zodat het veel langer zal duren alvorens de symptomen zich manifesteren. Dit is de basis waarop het ‘succes’ van dit preventieve schema wordt afgewogen. Hoe langer je moet wachten om de symptomen van de ziekte te ervaren hoe effectiever deze preventiemaatregelen ingeschat worden. Met andere woorden, De preventieve maatregelen voorkomen niet de ziekte; ze verleggen enkel jouw bewustwording van de ziekte naar een latere datum.
Nu zien we aan de ene kant een medische wereld die gebrand is op de vroege opsporing van ziekten – enkel door middel van testresultaten – en aan de andere kant diezelfde medische wereld die er op staat dat het door medicatie onderdrukken van vroege symptomen een manier is om ziekten te ‘voorkomen’. Daar zit volgens mij een contradictie in!
Preventie van Ziekten
Om effectief een ziekte te kunnen voorkomen moet men heel goed weten wat de oorzaak van de ziekte is. Alle door de medische wereld vooropgestelde ‘oorzaken’ zijn niet echt oorzaken maar eerder bijdragende factoren, risicofactoren. Roken verhoogt je kans op hart- of longziekte. Het veroorzaakt deze ziekten niet! Een zittend leven verhoogt je kans op overgewicht. Het veroorzaakt dat probleem niet! Hoe zeker kunnen we hier over zijn? Wel, je kan altijd individuen vinden die deze levensstijl of gewoonten hebben en die de ziekteverschijnselen nooit vertonen, ziekten waarvan de medische wereld beweert dat ze rechtstreeks veroorzaakt zijn door zulke activiteiten. Dit op zich is wetenschappelijk bewijs dat de theorie, situatie A veroorzaakt ziekte A’, fout is.
Er is hier zelfs een wetenschappelijke uitleg voor. Wetenschap heeft aangetoond dat alle materiële leven in feite energetisch is, dat alle materie ontstaat uit energie en wordt bepaald en functioneert als gevolg van de stroming van energie. Dit betekent dat de fysieke verschijnselen van een persoon en de manier waarop dat individu functioneert bepaald wordt door zijn/haar energieveld.
Wetenschap heeft aangetoond dat alle uitwisselingen energetisch gebeuren. Het gebeurt allemaal aan een veel hoger tempo dan aangetoond kan worden door fysieke interacties en de interacties zelf zijn van een veel subtielere vorm dan fysische interacties. Alhoewel we een fysiek lichaam hebben en we leven in een fysieke omgeving, gebeuren de interacties tussen de twee op een energetisch niveau. Dat verklaart waarom bepaalde individuen geen last hebben van een bepaalde omgevingsfactor terwijl anderen daar ernstig ziek van kunnen worden. Het energetische systeem van deze individuen reageert anders op de specifieke signalen van de omgeving, ook al zijn de signalen voor elk hetzelfde. Een eenvoudig voorbeeld hiervan is de paniekreactie die we zien bij een toerist die plots oog in oog komt met een grote slang, terwijl eenzelfde confrontatie bij een lokaal persoon geen enkele angstreactie uitlokt. De toerist, opgegroeid in een slangvrije omgeving waar men deze dieren als gevaarlijk, zelfs levensgevaarlijk, aanschouwt, reageert vanuit de geloofsovertuiging van angst. De lokale kent de slangen uit zijn omgeving, heeft er regelmatig contact mee en voelt zich helemaal niet bedreigd door de aanwezigheid van de slang. De manier waarop er op de omgeving gereageerd wordt is bepaald door de manier waarop de geest, het niet-fysieke deel van ons leven, de omgeving benadert, evalueert en beoordeelt. Het is een niet-fysische uitwisseling dat leidt tot de fysieke manifestatie: het lichaam drukt uit hoe de geest de wereld rondom ziet.
Nu kunnen we al onmiddellijk concluderen dat het onmogelijk gaat zijn om ziekte te voorkomen door een fysische interactie. Als we de impact die de omgeving op ons heeft willen verminderen dan moeten we van gedacht veranderen over die omgeving. Het voorkomen van ziekten heeft te maken met een gedachteverandering, met een verandering in levensingesteldheid!
Wanneer impulsen uit onze omgeving ons innerlijk evenwicht voortdurend verstoren dan zal er uiteindelijk een ziekte, fysisch of mentaal, optreden. Dit zijn tekens van een onevenwicht, van een aanhoudend conflict. Hier hebben we een groot probleem aangezien in onze maatschappij we opgegroeid zijn in het geloof van een fysische oorzaak en in het niet herkennen van energetische invloeden. Dat was ooit anders. Onze grootouders hebben misschien verklaard dat hun gewrichten pijn deden omdat het weer gaat veranderen, of dat ze weer hoofdpijn hebben omdat de wind naar het noordoosten gedraaid is. Dit zijn voorbeelden van uitdrukkingen over energetisch invloeden die door deze mensen herkend en erkend werden. Nu lachen we erom en gaan we ons laten testen, zonder dat zoiets een absolute waarde heeft, maar waar we ons volste vertrouwen in steken. Vorige generaties staken hun vertrouwen in wat ze zelf konden waarnemen. We denken dat een machine het voor ons kan uitmaken en dat een wildvreemde het voor ons kan interpreteren, en zo denken we dat we dichter bij de waarheid geraken. Fout!
We moeten opnieuw leren om onze eigen innerlijke signalen te herkennen en deze gescheiden te houden van wat we denken (geloven) dat de waarheid is.
Hier is nog iets dat we moeten voor ogen houden in relatie tot het voorkomen van ziekte. Leven bestaat al vele miljoenen jaren alvorens de mens een geloofssysteem ontwikkeld heeft over ziekte en gezondheid. Leven heeft altijd zijn gevaren gekend en het menselijke geloofssysteem, inclusief hun risico evaluatie, heeft daar helemaal niets aan veranderd. Ja, ik weet dat je graag wilt geloven dat de mens nu langer leeft dan vroeger, maar dat is totaal afhankelijk van de periode en het gebied dat je gebruikt voor de vergelijking. Er zijn perioden en plaatsen op aarde, geweest in de geschiedenis van de mensheid waar de levensverwachting van een individu veel hoger lag dan vandaag bij ons en evenzeer zijn er perioden en plaatsen geweest waar dit veel lager was dan nu bij ons. Dit is geen juweel in de kroon van de medische wereld. Dit is propaganda van een autoriteit die nood heeft aan het in de verf zetten van hun prestaties, ook als deze deel uitmaken van natuurlijke evenementen en cycli. Dus er zijn tijden geweest van gemiddeld oudere leeftijden bij de mens en er zijn tijden geweest van gemiddeld jongere leeftijden, net zoals er tijden geweest zijn dat de aarde kouder geweest is dan ze nu is en andere tijden dat ze warmer geweest is. Geen van deze fenomenen kan als een rechtstreeks resultaat gezien worden van de aanwezigheid van de mens. Dit is weer eens hetzelfde: het is een bijdragende factor (in het ergste geval), maar geen oorzakelijke factor.
Het voorkomen van ziekten, net als het genezen van ziekten, is en blijft een individueel gegeven. Enkel het individu zelf kan uitmaken wat hem/haar beter maakt of slechter. Het is een leerproces waarvoor er aan de universiteit geen cursus bestaat, noch kan dit teruggevonden worden in logica. Het is een leerproces dat deel uitmaakt van het leven zelf, van het leven van het individu. Men zou ons met rust moeten laten zodat we het voor ons zelf kunnen uitvissen. Het manipuleren van onze gedachten om te gaan geloven dat een specialist beter weet of we gezond zijn of niet gaat de aandacht afleiden van de individuele ervaringen die aan de grondslag liggen van dit leerproces. Het ondermijnt ook de individuele macht die men heeft over z’n eigen leven. De geïntroduceerde gedachte dat een persoon zelf niet kan weten wat er in z’n leven gaande is vermindert de persoonlijke kracht van dat individu om met een gegeven situatie om te gaan. Het zoeken naar hulp van buitenaf wordt dan een aangeleerde eerstelijns reactiepatroon waar het individu verzwakt, ontwapend en angstig uitkomt.
Het voorkomen van ziekte begint bij het observeren van je eigen leven, je eigen persoonlijke reacties op gegeven situaties. Wanneer je systeem er goed mee om gaat dan kan er nog steeds gevaar inzitten maar je hebt alles goed onder controle en moet daarom ook niet ingrijpen. We zouden moeten nota beginnen nemen van onze eigen reactiepatronen in plaats van ze te negeren tot een specialist ons vertelt dat er iets mis is. Elke reactie op veranderende omstandigheden of op specifieke condities in de omgeving zou moeten bekeken worden. Op die manier kunnen we identificeren welke situaties we best vermijden of welke we heel voorzichtig mee moeten omspringen. Op die manier zijn we in staat om voor onszelf uit te maken welk type interacties we moeilijk kunnen hanteren. Dit leidt op zich tot een individuele risico evaluatie! Niet alle omstandigheden zijn even gevaarlijk voor alle individuen. Dit is totaal afhankelijk van je eigen persoonlijke kracht, je eigen zwakten, je eigen talenten en vaardigheden. Het is afhankelijk van je eigen persoonlijke reactieschema’s.
Eens we de persoonlijke probleemvelden hebben geïdentificeerd worden we geconfronteerd met een keuze in het leven. Ofwel blijf je verder sukkelen, hetgeen uiteindelijk tot ziekte zal leiden, tot een permanent onevenwicht binnen het systeem. Ofwel beslis je om veranderingen door te voeren die het innerlijke evenwicht zullen herstellen en die je zullen toelaten om verder te evolueren naar een meer evenwichtig leven, zodat je het risico van ziekte uitschakelt. Dit soort veranderingen komen in twee vormen. Je kan ofwel de omgeving waarin je leeft veranderen, waarbij je de risicosituaties uit je leven verbant, of je kan de manier waarop jij reageert op een gegeven situatie veranderen. Als je hierin slaagt dan wordt het evenwicht ook opnieuw hersteld en zal gezondheid het resultaat zijn. Sommige dieren hebben zich aangepast aan het stadsleven en hebben hun gedrag naar de veranderde omgeving toe omgebouwd. Ze hebben hun manier van doen aangepast zodat ze in de nieuwe omgeving kunnen blijven bestaan en moeten hierdoor geen andere oorden gaan opzoeken.
Conclusie
Het evalueren van risicofactoren moet in het leven op een individuele basis gebeuren met betrekking tot de gezondheid van het individu, niet dat van een groep. Hiervoor moeten we de mensen aanleren hoe ze de signalen van hun eigen systeem weer bewust kunnen ontvangen. De specialist, en de enige specialist die echt bestaat, is het individu.
Identificeren wat je evenwicht verstoort is een essentiële stap in de richting van weten wat je eraan kan doen. Het is een voortdurend onevenwicht dat uiteindelijk resulteert in de manifestatie van ziekte. Enkel wanneer je de oorzaak van je ziekte kent heb je een mogelijkheid om de uitbraak van die ziekte te voorkomen.
Het voorkomen van een ziekte betekent het verwijderen van de echte oorzaak van die ziekte. Je kan dat bekomen door ofwel de oorzaak uit je leven volledig te verbannen ofwel door het niet langer als een gevaar of bedreiging te ervaren. Je kan dus ofwel je omgeving veranderen op een manier dat je niet langer geconfronteerd wordt met dat specifieke element, ofwel kan je een andere manier aanleren om te reageren op dat specifieke element binnen eenzelfde omgeving.
Gezond blijven betekent jezelf kennen op zo’n manier dat je weet wat goed voor je is en wat je leven overhoop gooit. Gezond blijven betekent deze kennis gebruiken om veranderingen door te voeren die noodzakelijk zijn om je relatie met de specifieke oorzaak te verleggen.
Het leven is eenvoudig.
Het leven is persoonlijk.
April 2021