De Geest voor Voeding
De Mens en zijn Omgeving
Patrick Quanten
Over de afgelopen zeventig jaar is er naar voedsel, de gezonde en ongezonde aspecten ervan, enorm veel aandacht gegaan. Voedsel wordt nu beoordeeld in termen van suikers, vetten, eiwitten, calorieën, vezels en vitaminen en mineralen. Al deze ‘onzichtbare’ elementen lijken nu van enorm belang te zijn. Alles wordt in het laboratorium ontleed tot in de kleinste details om uit te maken wat gezond voedsel voor de mens is. Dit gebeurt nu voor de eerste keer sinds de mens voet gezet heeft op deze aarde. Oude traditionele filosofieën en geneeswijzen hebben zich altijd vooral toegelegd op de geest als zijnde de meest belangrijke factor in persoonlijke gezondheid en ze hebben voeding gebruikt als een ondersteunend element om het evenwicht in het leven te bewaren, niet om het evenwicht te verwezenlijken. Er bestond een erkenning dat de energetische kwaliteiten van bepaald voedsel uitermate geschikt waren voor sommige types van mensen en minder geschikt voor anderen om dat evenwicht te bewaren. Met andere woorden, er bestaan individuele verschillen in onze voedselnoden. Deze verschillen worden volledig van de kaart geveegd in deze moderne tijden. Aangedreven door de medische overheid gaan we naar een één-voor-allen systeem, gebaseerd op de chemische samenstelling van het voedsel, ongeacht de energetische waarde ervan en ongeacht de persoonlijke noden. Daarenboven heeft men voedsel verheven tot de meest belangrijke leverancier van onze gezondheid.
Welk gezondheidsadvies we ook ontvangen tegenwoordig het omvat op de eerste plaats steeds weer voedingsadvies en op de tweede plaats bewegingsadvies. Dit is, op z’n zacht uitgedrukt, eigenaardig wanneer men bedenkt dat de maatschappij die ons dat advies aanreikt dezelfde is die ons gedwongen heeft in sedentaire arbeid. Handenarbeid is verdwenen door de mechanisatie en computers, hetgeen een markt gecreëerd heeft voor oefeningstoestellen en gymnasia. Op eenzelfde manier werden voedselingrediënten als ‘slecht’ voor onze gezondheid bestempeld en schiet de industrie ons ter hulp. Suikers zijn uit ons voedsel gehaald. Vetten zijn uit ons voedsel gehaald. We zijn begonnen met het tellen van calorieën om te gaan bepalen hoeveel en welk type voedsel onze levensstijl nodig heeft. En eigenaardig genoeg, maar zonder dat dit ergens in vraag gesteld wordt, blijkt het resultaat voor de gemiddelde mens allemaal precies hetzelfde te zijn. Iedereen moet hetzelfde doen om ziekte te vermijden.
Gedurende de afgelopen zestig jaar hebben regeringen in de westerse wereld allemaal campagne gevoerd tegen overgewicht. Het antwoord voor dit probleem, volgens het officiële advies, is een dieet en bewegen. Ze hebben ons dagelijks voedsel gemanipuleerd en hebben veranderd hoe wij eten benaderen. Het resultaat is een dramatische verhoging van het obesitasprobleem over deze periode, maar men blijft lustig hetzelfde aanbevelen. Ze manipuleren ons voedsel meer en meer, niet enkel door het verwijderen van bepaalde ingrediënten en het toevoegen van andere zoals artificiële zoetstoffen, vitaminen en andere supplementen, maar ook door het veranderen hoe gewassen groeien. Een uitbreiding van het gebruik van artificiële groeimiddelen op het land heeft geleid tot gewassen die groeien op waterculturen zodat elk aspect, elk mineraal, dat de plant aangeboden krijgt onder controle gehouden wordt. Dit betekent dat de opbrengst gegarandeerd kan worden, en dus ook de winst. Alle planten van eenzelfde soort worden dus op precies dezelfde manier gevoed, net zoals de mensen ook allemaal dezelfde voeding moeten krijgen. Het levert geen gezondere planten op, enkel meer volumineuze planten. Overvoed, doorgedreven groei en voedingsarm. De planten kunnen niet langer zelf bepalen wat ze nodig hebben en ook de mens kan dat niet meer. Dit gebeurt allemaal – begrijp dit goed – voor jouw gezondheid en bescherming, aangezien het natuurlijke proces geïdentificeerd wordt als het grootste gevaar voor jouw gezondheid, ofwel vanwege de aanwezigheid van microscopische organismen ofwel door een ‘verkeerd’ evenwicht van ingrediënten. De slimme mensen die dit ontdekt hebben, en die zich aangeboden hebben om ons uit het moeras te helpen, zijn medische vorsers die voor de farmaceutische industrie werken.
Het is opvallend dat deze industrie onvoorstelbare hoeveelheden geld en moeite stopt in het bereiken van de kern van het leven, niet om het te begrijpen maar om het te manipuleren. Over tijd zijn we vertrouwd geraakt met wetenschappelijke termen en met methoden waarvan men ons verteld heeft dat ze wetenschappelijk zijn, zelfs al volgt men niet de wetenschappelijke protocollen noch laat men toe dat theorieën kritisch bekeken worden. Het taalgebruik waarmee deze processen gepaard gaan is ook erg interessant. Een aantal decennia geleden werden we geconfronteerd met het gebruik van genetische manipulatie van planten. Het woord ‘manipulatie’ suggereert een gedwongen opgelegde verandering van het genetische materiaal, hetgeen wijst op een ‘tegen-natuurlijk’ iets. De terminologie werd daarna veranderd naar genetische engineering, hetgeen verwijst naar een technisch proces dat neutraal is in z’n effect. Meer recent wordt het nu genetische modificatie genoemd, hetgeen aanduidt dat een verbetering aan het genetische materiaal werd toegevoegd. Het genetische materiaal is nu gemodificeerd, niet langer gemanipuleerd. Op deze manier wordt het proces voorgesteld alsof de artificiële manipulatie in feite een natuurlijk proces is. Genetische ‘modificatie’ gebeurt inderdaad ook in de natuur en zorgt voor de natuurlijke selectie, maar hier gaat het om een spontaan proces dat toelaat dat het organisme zich kan aanpassen aan de veranderende omstandigheden van het leven, een aanpassing die de soort de mogelijkheid biedt om te overleven. Genetische modificatie, manipulatie, verschilt hier fundamenteel van doordat de medische industrie gebruik maakt van onwetenschappelijke sturing van natuurlijke structuren en functies om te voldoen aan hun voorwaarden en noden en niet aan deze van het organisme of de soort zelf. En momenteel praten we niet enkel meer over planten, maar hetzelfde is men aan het doen met dieren en mensen.
Het aan de man brengen van deze ideeën gebeurt door een netwerk van medisch personeel en de media. De industrie volgt hun eigen ideeën, ongeacht de wetenschap en wetenschappelijke methoden. Hier zijn enkele voorbeelden die door wetenschappelijke methoden in vraag gesteld zouden worden en verder uitgepluisd zouden worden.
- Obesitas neemt toe terwijl maatregelen ingevoerd worden die deze toestand zouden moeten bestrijden.
- Artificiële zoetstoffen worden erkend als zijnde erg toxisch voor de mens en toch worden ze aanbevolen als zijnde een gezondheidsmiddel.
- Op een artificiële manier het vetvolume in het bloed verlagen heeft niet geleid tot een vermindering van hart- en bloedvatenziekten, ongeacht het feit dat de medische overheid bepaald heeft dat de vethoeveelheid de voornaamste oorzaak is van deze ziekten.
- De voedselpiramide, een aanduiding van de goede en slechte voeding, heeft men recent volledig omgekeerd. Wat men eerst als goed bestempelde is nu slecht en omgekeerd. Beide versies zijn, tijdens hun aanbevelingsperiode, naar voor geschoven als correct en men doet of men slimmer geworden is door de nieuwe aanbeveling. Men geeft niet toe dat men dan tevoren dom geweest is.
- Het dieetadvies houdt geen rekening met de leef condities van het individu.
- De luchtkwaliteit verbeterde dramatisch toen men in de steden overschakelde van paard en kar naar de auto. Dan is de vraag hoe ‘slecht’ de auto eigenlijk wel is voor de luchtkwaliteit in de steden? Hoe groot is de eigenlijke bijdrage tot de slechte luchtkwaliteit in de steden?
- Blijkbaar kan passief roken longkanker veroorzaken, maar dan enkel bij de mens, niet bij de huisdieren die onder dezelfde omstandigheden leven.
- Het consumeren van hoge dosissen suikers is enkel toxisch wanneer de suiker geraffineerd is. Het is nooit gevaarlijk wanneer men het tot zich neemt in de natuurlijke staat, het fruit of de groente.
De populatie de angst op het lijf jagen met betrekking tot een basisnood zoals voedsel creëert de meest belangrijke reflex bij het individu. Wat te doen om te overleven? Het ‘identificeren’ van giftige substanties die we consumeren of inademen rijkt tot in het hart ons zijn. Het verontrust ons zo erg dat we zelfs onze eigen macht weggeven – wij vergeten om te observeren – en we worden bevende angstige slachtoffers. We vergeten dat krachtige medicijnen, zowel in de allopathische als in de natuurlijke wereld, substanties zijn die, onder normale omstandigheden, giftig zijn voor ons. We vergeten dat de industrie, de overheid die ons informeert over de giftige producten in ons voedsel, chemicaliën toevoegt aan ons voedsel waarvan wetenschappelijk bewezen is dat ze niet voor menselijke consumptie mogen gebruikt worden. Maar zij vertellen ons dat ze voor een veilig niveau van toxiciteit zorgen aangaande de toegevoegde chemicaliën. Elk voedselonderdeel mag maar een bepaalde hoeveelheid van een bepaald toxisch product bevatten, maar elk voedselonderdeel mag verschillende toxische producten bevatten, zolang ze afzonderlijk maar onder de artificieel aangegeven grens blijven. Een individu mag van zulke voedselonderdelen zoveel consumeren als hij of zij wilt aangezien deze volledig veilig zijn. Men doet alsof er geen cumulatief effect bestaat wanneer we de giftige stoffen aanbevolen en toegediend krijgen door de autoriteit.
Het feit dat bepaalde chemicaliën die op de lijst van giftige stoffen staan gebruikt worden in onze voedselproductie en voedselbewaring doet bij mij de vraag rijzen wat vergif dan eigenlijk wel betekent. Als een gekend vergif kan binnen gehaald worden als een gezondheidssupplement of een gezondheidsondersteuning dan word ik toch een beetje verward. Ik neem waar dat zowel mensen als dieren een vergif gebruiken om zich van acute ziekten ‘te genezen’, om een acuut onevenwicht te herstellen, maar ik zie niet in hoe een dagelijkse consumptie van diezelfde gifstof het dier of de mens gezond gaat houden. Hoe definiëren we een vergif?
Het woordenboek verklaart het woord in de volgende termen: een substantie die door een chemische actie een organisme doodt, verwondt of tegenwerkt. Dit kan iets destructief of schadelijk betekenen of ook een voorwerp van afkeer of verafschuwing. Nu zit ik weer vast. Wat bedoelt men met ‘destructief’? Hoe definieer je ‘schadelijk’? Een bosbrand is uitermate destructief maar het opent de weg naar een nieuwe ontwikkeling, nieuwe groei, naar nieuw leven. Zonder de destructieve fase kunnen er zich op een diep niveau geen levensbelangrijke omschakelingen voltrekken in het bos. Dit zou dan leiden tot stagnatie, ziekte en dood. Dus lijkt het erop dat de schade die aangericht wordt een kortzichtige evaluatie en beoordeling is van de situatie en dat het langere termijn zicht het tegenovergestelde toont. Dit komt eigenlijk overeen met hoe men medicatie gebruikte voor de gezondheidsindustrie gecreëerd was. Een vergif werd gebruikt om het systeem ‘schade’ te berokkenen (lichaam en/of geest), om het ‘wakker te schudden’, zodat het zichzelf gaat ‘herstellen’ naar een betere versie van zichzelf toe.
Traditionele filosofieën definiëren het woord vergif op een heel andere manier. Vergif is elke substantie of situatie die, op dat ogenblik, niet nuttig is voor het organisme. Dit verandert twee belangrijke zaken. Ten eerste, het giftige effect is een individuele reactie op de substantie. En ten tweede, het giftige effect dat de substantie teweegbrengt bij het individu verandert over tijd. Dit zorgt ervoor dat het vergif tijdsgebonden en individueel gebonden is. Met dit op zak kunnen we onze eigen waarnemingen beter begrijpen. Eenzelfde substantie veroorzaakt niet dezelfde schade of letsel bij iedereen die ermee in contact komt. En ook nog, eenzelfde substantie veroorzaakt niet steeds hetzelfde effect bij eenzelfde persoon.
Nu weten we dat een giftig iets niet in algemene termen van absolute effecten mag gedefinieerd worden en ook niet in algemene termen van een ganse bevolking. Maar als dat zo is dan mag ook geen enkele overheid de controle over het gebruik en het verbod van gelijk welke substantie hebben. Het beslissingsrecht ligt dan bij het individu die kan beslissen, afhankelijk van de huidige omstandigheden, van het huidige evenwicht in zijn of haar leven, om de substantie te gebruiken of niet. Ieder individu kan voor zichzelf uitvinden welke effecten specifieke substanties op hem uitoefent onder welke specifieke condities. Dit, eens te meer, komt overeen met onze eigen observaties. Alcohol heeft een depressief effect op de geest. Wanneer men het regelmatig en in voldoende hoeveelheden tot zich neemt terwijl men moeite heeft met het leven, zich wat depressief voelt, dan zal dit gevoel zich versterken. Nochtans heeft alcohol ook een kortstondig euforisch effect, een inhibitie verlagend effect, waardoor mensen zich beter gaan voelen. Als we dan de terminologie van hierboven gebruiken dan kunnen we vaststellen, onze eigen waarneming, dat de consumptie van alcohol, het vergif, je geen schade gaat toebrengen of je ziek gaat maken wanneer jij tevreden bent met je leven en er ontspannen in ronddoolt. Maar datzelfde vergif vernietigt je leven wanneer je het blijft gebruiken terwijl je geest zwaar beladen is.
Een zware, een verstoorde, geest is er een die niet op z’n gemak is. Een geest die geen rust kan vinden. Een geest die angstig is. Een geest die verscheurd wordt door twijfel en zorgen. Een geest die bang is. En wanneer je geest gevoed wordt met een giftige gedachte dan blijft dat rondjes draaien en maakt het de geest ziek. Wanneer jouw aandacht getrokken wordt naar een giftige substantie in de lucht die je inademt, in het water dat je drinkt, in de grond die het voedsel voortbrengt dan vult de geest zich met de mogelijkheid dat deze stof nadelig gaat zijn voor je gezondheid of zelfs verantwoordelijk voor je dood. Dat is wat het woord vergif echt betekent. Deze angst is, over de laatste eeuw, de algemene staat geworden van de gehele westerse bevolking. Een cultuur, vergiftigd door een heel enge definitie van giftigheid, zwemt in de saus van het geloof dat als het een schadelijk effect kan veroorzaken in één dan kan het een schadelijk effect veroorzaken in allen. Deze twee overtuigingen waar de mens zich aan heeft gevoed creëert de noodzaak voor een autoriteit op gebied van vergif om de gestoorde geest van elk individu te vertellen hoe men de gifstoffen moet vermijden en om elk individu te overtuigen dat deze autoriteit hen kan beveiligen tegen de schadelijke effecten van het vergif. Vertrouw op de autoriteit wanneer zij zelf vergif gebruikt. Wantrouw eenieder, inclusief jezelf, wanneer je vergif gebruikt. Je bent verplicht te geloven dat een giftige stof iedereen schade berokkent in alle omstandigheden, behalve wanneer de expert zegt dat het vergif gezond voor je is of je gezond zal maken.
Wetenschap daarentegen leert ons dat het subject een essentieel deel uitmaakt van het bekomen resultaat. Een waarnemer beïnvloedt wat en hoe hij of zij de dingen observeert. De manier waarop een test wordt opgezet en uitgevoerd maakt deel uit van het soort resultaat dat je bekomt. Elk effect dat men waarneemt binnen een persoon is het directe gevolg van een interactie tussen die persoon en zijn buitenwereld. Dit betekent eigenlijk dat welk ‘vergif’ men ook kan identificeren in die buitenwereld dat het effect dat dit teweegbrengt in een individu bepaald zal worden door de structuur en de huidige toestand van het individu. Natuurlijk zullen sommige substanties sneller en een meer ernstig effect veroorzaken dan andere maar te doen alsof de substantie een gevaar is voor allen is een grove vergissing. Uiteraard is het effect van deze vergissing op de gehele populatie de aanwakkering van angst voor de overleving, hetgeen bepaalt hoe het individu de omgeving benadert en ermee omgaat. Het gedrag wordt er eentje van vermijden. Eet dit niet. Drink dat niet. De zoektocht naar de juiste locatie van het vergif domineert het dagelijkse leven. Het onderzoek naar een schuldige of iemand die verantwoordelijk kan gehouden worden zal de angst voeden met het idee van hoe echt belangrijk dit wel is voor jouw overleving. Terwijl in feite de wetenschap ons vertelt dat we binnen in het individu moeten kijken om te kunnen begrijpen waarom dit individu op dit moment op deze manier reageert. In de lente kunnen de pollen een hoop ademhalingsproblemen ‘veroorzaken’ bij een aantal mensen. Deze ziekte wordt hooikoorts genoemd. De oorzaak zijn de pollen in de lucht. De wetenschap vertelt ons dat de pollen niet de oorzaak kunnen zijn aangezien ze geen ziekte teweegbrengen in vele andere mensen. Het verschil tussen de twee groepen moet men gaan zoeken in de specifieke verschillen tussen de interne werelden van deze individuen. Met andere woorden, verschillende personen reageren op verschillende manieren op dezelfde stimuli. En dat is ook zo voor de lucht die we inademen, voor het voedsel dat we consumeren en het ‘vergif’ waar we mee in contact komen.
Wanneer de industrie de natuurlijke kwaliteit van ons voedsel vermindert dan heeft dat wel een effect op ons metabolisme. Maar hoe laag je ook denkt dat de voedingswaarde van het voedsel gedaald is uit oorlogsomstandigheden en armoede komt het bewijs dat de mens, net zoals alle andere levende wezens, in staat is om te overleven op zo goed als niets. En dat werkt op deze manier.
Wanneer de kwaliteit van het voedsel daalt dan reageert het systeem op één van deze twee manieren. Het gaat op zoek naar ander voedsel om te proberen zoveel mogelijk te compenseren of het vermindert de interne nood, de urgentie om te eten. Beide antwoorden, wanneer men ze kan toelaten, leiden naar een nieuw evenwicht, naar een nieuwe relatie van het individu met z’n voedsel. Maar als jij je zorgen maakt over het gebrek aan kwaliteit van het voedsel en je bent als het ware bezig met de tekorten te tellen dan breng jij je systeem in serieuze twijfel. Aan de ene kant trekt de natuur naar het eten toe dat wel beschikbaar is om in leven te blijven, terwijl aan de andere kant de geest het voedsel afwijst, het niet accepteert, voedsel dat je in leven kan houden. Dit laatste creëert een totaal ander intern antwoord. Het overtuigd zijn van een ‘tekort’ in het voedsel, met andere woorden de lage kwaliteit, zal het individu niet voeden en tekens van een gezondheidsonevenwicht zullen zich snel beginnen te manifesteren. Het is niet het tekort in het voedsel, het is wat jij gelooft dat het voedsel tekort komt dat jou schade gaat berokkenen. Je gelooft dan je systeem iets tekort komt om gezond te kunnen blijven. Met die overtuiging veroorzaak je de negatieve effecten die jouw omgeving op je heeft. De ‘vergiftigde omgeving’ is dezelfde voor iedereen en toch vertoont niet iedereen hetzelfde ‘giftige’ antwoord op die omgeving.
De kwaliteit van het water dat we consumeren is zelfs van nog minder belang. Nu kan dat voor jou een waanzinnige uitspraak zijn maar de reden hiervoor is zeer eenvoudig en vinden we in de eigenschappen van het water zelf. Water heeft de mogelijkheid om zich zeer snel aan te passen aan z’n omgeving. Het neemt de energetische kwaliteit van de omgeving gemakkelijk over, hetgeen betekent dat het niet moeilijk is om het water dat je drinkt ‘op te waarderen’. Alles dat het water lichter maakt, dat de vibratie verhoogt, zal de kwaliteit verbeteren. Dit kan gebeuren door het water fysisch te wijzigen. Je kan het verwarmen, schudden of je kan er substanties aan toevoegen zoals kruiden of citroensap. Maar je kan hetzelfde ook bereiken door middel van je gedachten. Je kan een gebedje uitspreken of je dankbaarheid. Dus het water dat je wilt drinken benaderen vanuit angst of vanuit dankbaarheid creëert twee totaal verschillende relaties met het water en dus ook twee totaal verschillende effecten die het water naar je systeem brengt.
Het verschil wordt veroorzaakt door het individu, niet door wat het is dat je consumeert of de onmiddellijke omgeving waarin je leeft.
omgeving + individu = individueel effect
Maar wanneer de industrie wordt toegelaten, zelfs aangemoedigd, om substanties van ons natuurlijk voedsel te verwijderen onder het mom dat het de gezondheid van de hele bevolking ten goede komt dan stellen wij ons open om op grote schaal bedrogen te worden.
- Verwijder de vetten uit het voedsel. – Daarna komt de boodschap dat bepaalde aandoeningen te wijten zijn aan een tekort aan omega’s, de essentiële delen in het vet. Nu zal dit als afzonderlijk gezuiverd supplement moeten aangekocht worden om te herstellen wat het originele advies veroorzaakt heeft.
- Voor een gezonder uitziend haar moet je de haren (heel regelmatig) met onze shampoo wassen. – Zeep (shampoo) verwijdert over tijd de olie uit het haar. Nu is de aanbeveling om het wassen op te volgen met het aanbrengen van een conditioner, die de olie weer aan het haar gaat toevoegen.
- Om infecties te genezen moet je antibiotica nemen. – Dit verstoort in grote mate het bacterieel evenwicht zowat overal in het lichaam. Nu wordt het essentieel dat je probiotica neemt om de bacteriële flora te herstellen.
Het is een algemeen patroon binnen de medische industrie dat een aanbeveling voor de verbetering van de gezondheid leidt tot een verergering van de situatie of tot de introductie van een nieuw probleem, waar men zich dan kan op focussen en waarvoor weer aanbevelingen de wereld in gestuurd kunnen worden. Een goede algemene regel is dat elk advies dat uit de industrie komt geen genezing zal teweegbrengen – men praat in termen van verwachte percentages aan potentiële verbetering – maar wel met zekerheid een nieuw probleem zal creëren of een bijdrage leveren aan het bestaande probleem.
Het voeden van de lichaamsweefsels is een belangrijke onderneming en in ’t algemeen wordt het door de medische wereld voorgesteld alsof het voedsel dat we consumeren afgebroken wordt en dat dan de verschillende voedselingrediënten naar alle cellen van het lichaam gestuurd worden. Dit gebeurt via de bloedcirculatie die op deze manier wordt voorgesteld.
- De rechter onderkamer van het pompende hart (rechter ventrikel) stuurt het bloed dat laag in zuurstof is (zuurstofarm bloed) naar de longen. Het bloed stroomt doorheen de borstkas (de grote pulmonaire arterie).
- De bloedcellen vergaren zuurstof in de longen.
- Pulmonaire venen dragen het zuurstofrijke bloed van de longen naar het linker atrium van het hart (boven hartkamer).
- Het linker atrium stuurt het bloed naar de linker ventrikel (lage hartkamer). Dit gespierde deel van het hart pompt het bloed naar de rest van het lichaam doorheen de arteriën.
- Terwijl het door het lichaam en de organen stroomt vergaart het bloed substanties en laat er ook achter, waaronder voedingsstoffen, hormonen en afvalproducten.
- De venen dragen het zuurstofarme bloed en koolstofdioxide terug naar het hart, vanwaar het bloed weer naar de longen gestuurd wordt.
- Via de longen wordt het koolstofdioxide uitgeademd.
Oh, dat spijt me dan toch, want hier wordt er enkel over zuurstof gepraat als zijnde de meest belangrijkste voedingsstof. Het zegt letterlijk dat het bloed substanties vergaart en er ook achter laat waaronder voedingsstoffen, hormonen en afvalproducten”. Het verzwijgt ons wel waar het deze voedingsstoffen vindt. Ik kan aannemen dat het bloed hormonen en afvalstoffen vindt op cellulair niveau, ter hoogte van de cellen zelf, maar waar komen de voedingsstoffen in het bloed vandaan? Wat zijn deze voedingsstoffen?
Als we er niet over praten dan kan het bovenstaande geschetste beeld het idee ondersteunen dat het bloed de voedingsstoffen naar de cellen in het lichaam brengt. Maar dat is nu net niet wat de anatomie van de bloedcirculatie ons toont! Misschien moeten we het er dan toch maar eens over hebben. Laten we het eens hebben over wat bekend staat als de hepatische circulatie. Wat is dat? Hoe werkt het? Al het bloed dat afkomstig is van het volledige digestieve system, inclusief de alvleesklier, de galblaas en de milt wordt rechtstreeks afgevoerd naar de lever. Dus alle voedingsstoffen die vanuit de spijsverteringsstelsel de bloedbaan binnendringen, en dat is nu juist waar alle voedsel het lichaam binnen komt, gaat rechtstreeks naar de lever. Wat is de functie van de lever? De lever is het grootste interne ontgiftingsorgaan van het hele lichaam. Het verbrijzelt bijna alles tot in hele kleine stukjes voor de recyclage. Begrijp je wat dit betekent? Ieder morzel voedsel dat we eten, ongeacht wat het is, aanzien als gezond of als vergif, wordt rechtstreeks afgevoerd naar de verbrandingsoven van het lichaam. Niets, geen vitaminen, geen koolhydraten, geen vet of eiwitten, niets blijft intact. Wat dan via de bloedstroom de lever verlaat zijn voornamelijk atomen en simpele molecuultjes die herbruikt kunnen worden door de cellen. Maar er bestaat geen directe wetenschappelijke verbinding tussen wat er via de maag binnen komt en wat er aan de lichaamscellen wordt aangeboden. En ik zou er hier willen aan toevoegen: God zij dank! Het lijkt me een onmogelijke opgave om op specifieke manieren met een bijna oneindig aantal natuurlijke producten, die het lichaam binnen komen, te moeten omgaan. Hoeveel potentieel gevaar zou daar niet in zitten? Het is een beter idee om alles dadelijk af te breken tot op het kleinst mogelijke niveau, waardoor men de potentie voor fouten volledig verwijdert en zo het innerlijk evenwicht veilig stelt.
Dan rest enkel de vraag nog, hoe voeden wij ons dan? In de beschrijving van de bloedcirculatie kunnen we al vaststellen hoe belangrijk zuurstof is als voeding, als een energiebron voor alle cellen. Maar we hebben ook de ervaring dat wanneer we iets eten we ons gesterkt voelen. Hoe wordt dit gevoel dan opgewekt door het voedsel dat we tot ons nemen, nu we weten dat het systeem de voedselingrediënten niet tot bij de cel brengt? Ik stel voor dat we even naar de wetenschap kijken om ons hierover uitsluitsel te geven.
De wetenschap heeft aangetoond dat alles in het leven, inclusief alle materie, energie is. Het gaat allemaal over frequenties en vibraties, en deze bepalen dan de structuur en de functie van de materie. De wetenschap heeft ook nog aangetoond dat alle interacties op een energetisch niveau plaatsvinden en dat zulke frequentieverstoringen de functie, en in sommige gevallen zelfs de vorm en structuur, van de materie wijzigen. Wat betekent dit in de praktijk? Het betekent dat de boodschap die ons verorberd voedsel aan ons systeem aflevert al gehoord werd van het moment wij het voedsel in onze mond staken, of nog beter van het moment we het eten roken of zagen. De voornaamste boodschap die voedsel ons brengt is: het leven is overvloedig, overleven is gegarandeerd. Hier wordt een systeem rustig van. Het brengt vrede aan een levend systeem. Het ‘voedsel’ heeft een tevreden gevoel opgewekt, een voldaan gevoel, een gevoel dat het leven goed is. En het heeft dit klaar gespeeld zonder de nood aan fysiek contact tussen de cellen van het organisme en de ingrediënten van het voedsel.
Wat we eten geeft een boodschap door, een boodschap van het ene natuurlijke systeem naar het andere. Ons systeem herkent natuurlijke ritmen en vibraties en het weet hoe het hierop moet reageren. Vandaar dat hoe meer natuurlijk ons voedsel is hoe sneller ons systeem zich ‘voldaan’ zal voelen. Maar hoe meer twijfel er bestaat rond de binnenkomende boodschap dat het leven goed is en overleving verzekerd, hoe minder voldaan ons systeem zal zijn. Onze houding ten aanzien van wat we consumeren bepaalt voor een heel groot deel het effect dat de binnenkomende boodschap creëert binnen ons eigen systeem. Onze houding ten aanzien van wat we consumeren bepaalt hoe goed we zullen leven met deze voeding of hoeveel schade het zal berokkenen aan ons systeem.
Aan de andere kant is het zeker ook niet nodig dat alles altijd natuurlijk en optimaal moet zijn. De natuur gaat niet over zuiver, geraffineerd, steriel, levenloos en losgekoppelde details. Er is echter wel een noodzaak voor ons om te geloven dat we zullen overleven juist omdat er voedsel beschikbaar is. Het voedsel opdelen in ‘goed’ en ‘slecht’ helpt ons niet verder. Het zorgt voor een gespleten boodschap, terwijl de natuurlijke inhoud van de boodschap eenvoudig zegt dat met genoeg voedsel voorradig we geen probleem hebben om te overleven. En dat is alleen maar goed, ongeacht welk oordeel je wenst te vellen over het voedsel zelf. Het idee dat we ‘bescherming’ nodig hebben tegen bepaalde voedselingrediënten ontneemt ons de ingebouwde kracht van een systeem dat zelf wel weet wat het op gelijk welk moment best kan eten. De nood aan bescherming geeft die macht nu aan onze bewuste geest (je denkt erover na), en die heeft die kennis niet, noch de verbinding om aangepaste en correcte keuzes te maken op dit belevingsniveau. Dit laat een autoriteit toe om tussenbeide te komen en het roer over te nemen van de natuur.
Een autoriteit die in dit geval een industrie is die ontzaglijk veel profijt haalt als het wordt toegestaan om z’n eigen gedrag te bepalen en zijn eigen waarde te beoordelen. Deze autoriteit bestaat onder andere uit de medische industrie, de farmacologische industrie, de cosmetische industrie en de voedselindustrie. Allemaal één en dezelfde autoriteit. Zij hebben de kennis, zo zeggen ze zelf. Zij maken geen fouten, zelfs als ze hun eigen aanbevelingen volledig omkeren. Zij zijn de autoriteit, omdat zij dat beweren te zijn. En wij dat aanvaarden.
April 2023