Vibratie: het Spul waaruit het Leven gemaakt is
Het Spul waar het Leven uit gemaakt is
Door Dr Patrick Quanten MD
Overal in het dagelijkse leven zijn er frequenties van geluid en elektromagnetische golven, die voortdurend veranderen en kenmerken creëren van de zichtbare en hoorbare wereld waarmee iedereen vertrouwd is. Dit zijn de duidelijke aspecten van een brede waaier van frequenties, waaruit het leven zoals wij het kennen samengesteld is. Elke opdeling is per definitie kunstmatig, omdat het in de natuur deel uitmaakt van een continuïteit. Frequenties van radiogolven liggen onder 3x109 Hz, frequenties van microgolven liggen tussen 3x109 and 3x1012 Hz. Daarna komt infrarood met frequenties tot 4.3x1014 Hz, gevolgd door het zichtbare licht tot 7.5x1014 Hz en het ultraviolet tot 3x1017 Hz. Daarna komen röntgenstralen tot 3x1019 Hz met boven deze frequentie de gammastralen. Waarop hebben deze frequenties betrekking? Wat betekenen ze?
Om frequenties te kunnen begrijpen is het noodzakelijk om twee gerelateerde variëteiten van beweging te begrijpen: oscillatie (slingerbeweging) en golfbeweging. Beide zijn voorbeelden van periodieke beweging, een beweging die met regelmatige intervals – perioden genoemd - herhaald wordt. Oscillatie en golfbeweging zijn ook voorbeelden van harmonische beweging, of de herhaalde beweging van een deeltje rond een positie van evenwicht of balans.
In harmonische beweging, en in sommige soorten van periodieke beweging, is er een voortdurende conversie van energie tussen de ene vorm en de andere. Aan de ene kant is er potentiële energie, of de energie van een voorwerp ten gevolge van zijn positie in relatie met zijn evenwicht, en dus zijn potentieel voor beweging. Aan de andere kant is er kinetische energie, de energie van de beweging zelf. Op elk ogenblik dat een voorwerp zich bevindt op een afstand van een positie van stabiel evenwicht, en een kracht (bv. zwaartekracht) in staat is om het naar deze positie te bewegen, bezit het potentiële energie. Gelijkaardig, een golf heeft een potentiële energie wanneer ze op de top van de golf zit, en wint kinetische energie terwijl ze zich beweegt naar zijn dieptepunt. Zo ook, een oscillerend voorwerp dat zich zo ver als mogelijk bevindt van zijn stabiele evenwichtspositie heeft enorm veel potentiële energie, die zich verspreidt als het zich begint te bewegen naar zijn stabiel evenwicht.
Vibratie betekent ter plaatse heen en weer bewegen. Oscillatie is alleen maar een meer wetenschappelijke term voor vibratie. Golven zijn op zich niet alleen vibraties, maar zij maken gebruik van, en kunnen vibraties produceren. Eigenlijk hoort het menselijke oor door het interpreteren van vibraties, veroorzaakt door geluidsgolven. Alle materie vibreert op een moleculair niveau, en elk voorwerp bezit wat een "natuurlijke frequentie" genoemd wordt, hetgeen afhankelijk is van de omvang, vorm en samenstelling.
Oscillatie is een soort harmonische beweging, typisch periodiek, in één of meer dimensies. Er bestaan twee basis soorten van oscillaties: dat van een slinger of pendel en dat van een veer. In beide gevallen, wordt een voorwerp verstoord van een positie van stabiel evenwicht en als resultaat hiervan begint het heen en weer te bewegen rond deze stabiele evenwichtspositie. Als een veer wordt weggetrokken van een stabiel evenwicht, dan zal deze meestal oscilleren langs een recht pad; een slinger zal anderzijds oscilleren in een boog. Bij oscillatie is er altijd een cyclus waarin het oscillerende deeltje beweegt van een bepaald punt in een bepaalde richting, dan keert het zijn richting om en keert terug naar zijn originele punt. Gewoonlijk wordt een cyclus gezien als de beweging van een positie van stabiel evenwicht naar één van maximale verplaatsing, of het verst mogelijke punt van het stabiele evenwicht en terug. Omdat het stabiele evenwicht zich rechtstreeks in het midden van de cyclus bevindt, zijn er twee punten van maximale verplaatsing: bij een slinger gebeurt dit als het voorwerp zich op zijn hoogste punt aan beide zijden van de stabiele evenwichtspositie bevindt, en bij een veer gebeurt maximale verplaatsing als de veer ofwel uitgerokken ofwel samengedrukt wordt zo ver als maar mogelijk is.
Golfbeweging is een soort van harmonische beweging, die energie brengt van één plaats naar een andere zonder eigenlijk materie te verplaatsen. Terwijl oscillatie te maken heeft met het bewegen van "een voorwerp", kan een golf wel of niet materie bevatten. Voorbeelden van een golf gemaakt van materie – een mechanische golf – zijn een golf in de oceaan of een geluidsgolf, waarbij energie vibreert door een medium zoals lucht. Zelfs in het geval van de mechanische golf ondervindt de materie geen netto verplaatsing van zijn originele positie (watermoleculen roteren maar eindigen waar ze begonnen zijn). Er zijn golven die zich geen regelmatige, zich herhalende patronen, volgen maar binnen de context van frequentie is onze belangrijkste zorg de periodieke golf. Deze kan verder onderverdeeld worden in dwarse en lange golven. Een dwarse golf is de vorm die de meeste mensen zich voorstellen als ze denken aan golven: een regelmatig op en neer patroon ("sinusoidaal" genoemd) waarbij de vibratie van beweging loodrecht staat op de richting waarin de golf zich beweegt. Een lange golf is er een waarbij de vibratie van beweging in dezelfde richting gaat als de golf zelf. Alhoewel men zich deze iets minder gemakkelijk kan voorstellen, kunnen lange golven gevisualiseerd worden als een serie van concentrische cirkels die uitstralen vanuit een enkel punt. Geluidsgolven zijn lange golven. Dus, als iemand spreekt stralen golven van geluidsvibraties uit in alle richtingen.
Er zijn bepaalde eigenschappen van golven, zoals de golflengte, of de afstand tussen golven, die geen eigenschappen van oscillatie zijn. Maar beide soorten van beweging kunnen beschreven worden in termen van amplitude, periode en frequentie. De eerste hiervan heeft geen betrekking op frequentie in mathematische zin. Niettemin, met betrekking tot geluidsgolven, spelen zowel amplitude als frequentie een belangrijke rol voor wat mensen horen.
Amplitude, algemeen gesproken, is de waarde van de maximale verplaatsing van een gemiddelde waarde of positie. Amplitude is "omvang". De omvang van de oscillatie is de waarde van de maximale verplaatsing van het voorwerp van een positie van stabiel evenwicht gedurende een enkelvoudige periode. In het geval van een golfbeweging is amplitude ook de "omvang" van de golf, maar de preciese definitie verschilt, afhankelijk van het feit of de golf in kwestie een dwarse of een lange golf is. In het eerste geval is amplitude de afstand van ofwel de kop of het dieptepunt van de gemiddelde positie er tussen. Voor een geluidsgolf, die een lange golf is, is amplitude de maximale waarde van drukverandering tussen de golven.
Anders dan met amplitude houdt periode rechtstreeks verband met frequentie. Voor een dwarse golf is een periode de hoeveelheid tijd die nodig is om een volledige cyclus van de golf te vervolledigen, van dieptepunt tot kop en terug naar dieptepunt. Bij een lange golf is een periode de interval tussen golven. Bij een oscillator is een periode de hoeveelheid tijd die er nodig is om een volledige cyclus te doorlopen.
Frequentie bij oscillatie is het aantal cyclussen per tijdseenheid, en bij golfbeweging is het het aantal golven die per tijdseenheid door een gegeven punt bewegen. Cyclussen per seconde worden Hertz (Hz) genoemd.
Zoals eerder vermeld houdt het volume van elk geluid verband met de amplitude van de geluidsgolven. Anderzijds bepaalt frequentie de toonhoogte. Alhoewel er geen rechtstreeks verband bestaat tussen intensiteit en frequentie, moet een geluid boven een bepaald decibelniveau liggen wil een persoon een geluid met zeer lage frequentie kunnen horen. Het bereik om te kunnen horen voor het menselijk oor ligt tussen 20 Hz en 20.000 Hz. Het optimaal bereik voor het gehoor ligt echter tussen 3.000 en 4.000 Hz.
Elke noot heeft zijn eigen frequentie. Midden C, bijvoorbeeld, is 264 Hz. Maar om te kunnen produceren wat mensen als muziek begrijpen, is het nodig om principes van harmonie te hanteren, die het verband tussen de noten uitdrukken. Dit mathematische verband tussen muzieknoten horen bij de meest intrigerende aspecten van het verband tussen kunst en wetenschap. Midden C, bevindt zich ongeveer in het midden op een klavier van een piano, is het beginpunt van een standaard muziekschaal. Dit wordt de basisfrequentie genoemd, of de eerste harmonie (boventoon). De tweede harmonie, een octaaf boven midden C, heeft een frequentie van 528 Hz, precies het dubbel van de eerste harmonie; en de derde harmonie heeft een frequentie van 792 Hz of drie keer zoveel als van midden C. En zo gaat het verder.
Het deel van het elektromagnetische spectrum – dit zijn frequenties veel hoger dan het bereik van het menselijke gehoor, zoals het zonlicht - is slechts een klein deel ervan. Het frequentiebereik van zichtbaar licht ligt tussen 4.3x1014 Hz en 7.5x1014 Hz. Elk van de kleuren heeft een frequentie, en de waarde wordt groter van rood naar oranje en zo verder naar geel, groen, blauw, indigo en violet. Verder dan violet ligt ultraviolet, hetgeen niet door menselijke ogen gezien kan worden. Enkel aan het lage uiteinde van het elektromagnetische spectrum, met frequenties lager dan 1010 Hz, worden golflengtes de omvang van alledaagse voorwerpen. Het centrum van het bereik van microgolven, bijvoorbeeld, heeft een golflengte van ongeveer een meter (3.28ft), een frequentie van ongeveer 3x1010 Hz. Op dit uiteinde van het spectrum, waaronder televisie en radar (microgolven) horen, korte-golf radio, en lange-golf radio, zijn er vele segmenten gewijd aan verschillende soorten van communicatie. De onderverdeling van deze secties van het elektromagnetische spectrum zijn willekeurig en door de mens gemaakt.
Terug naar noten en vibrationele basiskennis!
Een noot is een enkelvoudige toon, toonhoogte of frequentie. Een akkoord zijn eender welke twee noten die gelijktijdig gespeeld worden. Alle akkoorden produceren bepaalde geluiden die uniek zijn omdat als twee noten samen gespeeld worden een derde noot ook gehoord wordt. Deze derde noot is niet inherent aan één van de noten maar is enkel een synergetisch gevolg van hun éénheid. Deze secundaire noten (tweede niveau van herhaling van de eerste noten) hebben een wisselwerking met elkaar en creëren derderangs noten, en zo verder tot in de oneindigheid.
De noten binnen elke noot zijn de herhaling van de harmonische reeksen. De "samengestelde" noot, die ontstaat uit de vibrationele band bevat bijvoorbeeld in zichzelf andere noten als gevolg van deze harmonische onderverdeling. Als we in staat zouden zijn om "beneden" in de noot te horen, dan zouden we in staat zijn om andere noten te identificeren, die specifieke gehele getallen ratios (Pythagoras) met de originele noten hebben. Noten met een frequentie van 2x, 3x, 4x, 5x, en zo verder vergeleken met de frequentie van de eerste noot, vormen een essentieel deel van de "harmonieuze" noot die we eigenlijk horen, en hoe lager de getallen in de ratios zijn, hoe aangenamer de toon voor de menselijke geest is. Maar elke nieuwe generatie van noten heeft minder volume dan de vorige en verdwijnt naar de achtergrond. Maar toch kan een deel van jou de aanwezigheid van bijna subliminale noten voelen. Tokkel een snaar en je krijgt een ingewikkelde golf, samengesteld uit alle harmonieën van de basis noot. De verschillende staande golven komen overeen met de verschillende fracties die harmonieën genoemd worden.
Dezelfde harmonieuze (vader, kinderen, kleinkinderen) onderverdeling die gebeurt in muzieknoten en akkoorden gebeurt in elke situatie waar vibrationele gebeurtenissen elkaar kruisen, inclusief atoomvibratie. De wisselwerking tussen de golven en de fase opheffingen die in een muziekakkoord gebeuren zijn dezelfde die onder andere controleren hoe moleculen zich zullen verbinden of afstoten, welke golven op de oceaan doorheen andere zullen gaan, en welke zwaartekracht kringlopen op de aarde zullen vallen.
Als een vibratie of een golf op iets afketst, zoals een andere golf, dan kan dit zijn eigen weerspiegeling beïnvloeden. De invloed is afwisselend constructief of destructief als de twee golven langs elkaar door gaan. Dit creëert een staande golf. Enkel golven met bepaalde frequenties kunnen staande golven creëren. Dit is omdat de afstand van een knooppunt tot het volgende altijd een fractie van de totale lengte, met andere woorden, van een harmonieuze reeks moet zijn.
Alle voorwerpen hebben een frequentie of een reeks van frequenties waarmee ze natuurlijk resoneren. Elk van de natuurlijke frequenties waarop een voorwerp vibreert is verbonden met een staand golfpatroon. Als een voorwerp gedwongen wordt naar resonantie vibraties op één van zijn natuurlijke frequenties, dan vibreert het op een manier zoals een staande golf gevormd wordt binnen het voorwerp. De natuurlijke frequenties van een voorwerp zijn dus enkel de harmonieuze frequenties waarop staande golfpatronen zich vestigen binnen het voorwerp. Deze staande golfpatronen vertegenwoordigen de laagste energetische vibrationele toestanden van het voorwerp of complexe systeem. Alhoewel er ontelbare manieren zijn waarop een voorwerp kan vibreren (elk geassocieerd met een specifieke frequentie), verkiezen voorwerpen slechts een paar specifieke vormen of patronen om te vibreren. Dit zijn diegene die resulteren in de hoogste amplitude vibraties met de minste inbreng van energie. Dit is waar het natuurlijke evenwicht voor dat voorwerp op gebaseerd is. Alle andere frequenties of combinaties verstoren de harmonie.
Een proteïne zal een paar "voorkeur" resonante frequenties hebben, waarvan elk het resultaat zal zijn van een harmonieuze reeks waar de favoriete frequenties, van de moleculen waaruit de proteïne bestaat, in besloten zitten. Zo ook zal elke molecule, die deel uit maakt van de proteïne, vibreren op frequenties die in zichzelf frequenties bevat van zijn atomen, die in hun harmonische reeksen de resonante frequenties houden van zijn elementen. Dit betekent dat een "levend" voorwerp (van eencellig dier tot een mens) enkel kan functioneren tot zijn hoogste mogelijkheden als het in "harmonie" is met alle elementen waaruit het geheel samengesteld is.
Het is werkelijk zo dat de vibrationele frequentie van elektronen hoger ligt dan deze van atomen, waar ze deel van uitmaken. Een elektron heeft een grotere "vrijheid" om te bewegen, zal minder snel "vastzitten" op één punt. Moleculen worden nog trager dan atomen. Zij zijn om zo te zeggen meer "vast" en worden meer op één plaats aangetroffen. Hoe lager de vibrationele frequentie, hoe zwaarder de elementen en hoe minder waarschijnlijk het is dat ze als een golf gezien gaan worden en hoe waarschijnlijker het wordt dat ze als deeltjes gezien zullen worden. Hoe ingewikkelder een systeem wordt, in de zin van meer lagen van resonante frequenties, hoe vaster het wordt in zijn energieveld en als gevolg hoe meer materialistisch het zich vertoont. Opeenvolgende harmonieuze reeksen resulteren in een verlaging van de resonante frequenties, en hoe minder iets vibreert hoe vaster het wordt. Dat is waarom hitte toevoegen aan een vloeistof zoals water een hogere frequentie veroorzaakt en de vloeibare watermoleculen "verdwijnen" in de ijle lucht, omdat de samenhangende kracht tussen hen vermindert als gevolg van de verhoogde beweging van zijn elementen, hetgeen op zijn beurt het gevolg is van de hogere frequentie waarop elke molecule vibreert, alhoewel ze nog steeds allemaal vibreren in resonantie, waardoor de moleculen samen blijven en dus kunnen ze nog steeds worden geïdentificeerd als watermoleculen...
Hoe meer harmonie er in een systeem is, hoe lager zijn vibrationele frequentie.
Als we even kijken naar eenvoudige elektroencefalografische opnames van de normale menselijke hersenen (EKG), dan vinden we een enigszins asymmetrisch patroon van wat alfagolven genoemd werd, die sinusoidaal zijn een frequentie hebben van 8 tot 12 Hz. Vanaf het ogenblik de persoon zijn ogen opent of zijn aandacht ergens op richt dan verschijnen onmiddellijk snellere golven hoger dan 13 Hz met een lagere amplitude, die betagolven genoemd worden. Dus, hoe meer hersenactiviteit er is, ongeacht of deze van buiten of van binnen afkomstig is, veranderen de golven naar een sneller ritme met verminderde omvang. Dit patroon nemen we ook waar bij onze ademhaling, waar een ontspannen patroon diepe ademhalingen geeft aan een traag ritme, terwijl dit verandert door eender welke activiteit naar een meer oppervlakkige ademhaling aan een sneller ritme. Het is interessant om op te merken dat als mensen in slaap vallen op een natuurlijke wijze, het ritme van de hersengolven symmetrisch vertraagt, hier en daar doordrongen van scherpe golven en de slaap zet zich in; als de slaap echter door medicatie opgewekt wordt dan zien we een verhoging van de snelle frequenties. Dit bewijst dat je misschien meer slaapt met medicatie maar zeker geen rust krijgt!
Hoe meer ontspannen we zijn hoe lager de frequenties van onze hersengolven. Dit veronderstelt een betere en meer algemene integratie van alle frequenties van de delen waaruit het gehele systeem bestaat. Van het ogenblik dat we starten met een activiteit, inclusief een aantal gedachten hebben, zullen delen van het systeem die de bedoelde activiteit moeten ondersteunen op een andere manier werken en daarom zullen deze niet meer volledig gecoördineerd zijn en in harmonie met de andere delen. Hoe groter de integratie van alle delen, hoe lager de frequentie van vibratie van het geheel. Dit betekent dat we bij het streven naar meer harmonie ons zouden moeten concentreren op het verlagen van ons vibrationele niveau en zeker niet dit verhogen, zoals vele spirituele ontwikkelingscursussen aanbevelen. Het is door de lagere frequenties dat we overgaan naar een ander koninkrijk. Frequenties van 2 en 3 Hz worden algemeen waargenomen in een coma toestand, en soms stopt elke georganiseerde elektrische activiteit. De elektroencefalogrammen van diepe slaap en lichte coma lijken op elkaar. Het één volgt het andere op, en beiden zijn op weg naar volledige harmonie van alle delen van de structuur, waardoor het leven dan verandert van de fysieke vorm die we gekend hebben.
Dus, het leven begint met lage vibrationele frequenties, die toenemen als we opgroeien en verhoogde activiteit hebben, om dan weer af te nemen als we ouder worden, en bijna tot op het nulpunt als we onze fysieke dood naderen. Het is door de nul vibratie dat we overgaan naar een ander koninkrijk van leven. Ons doel in dit leven is om het nulpunt te bereiken en er doorheen te gaan. Dat is onze natuurlijke weg, en hoe meer we onszelf hierop afstemmen, hoe meer we gewoon worden aan het leven op lage frequenties, hoe groter de harmonie in ons leven, en hoe gemakkelijker de overgang zal gaan.
Leven en dood, het ligt allemaal in de frequenties van vibratie en in de harmonieën van alle delen waaruit de levende materie bestaat.
Als het je interesseert, dan vertraag je vandaag al.