Veld Materie
Door Dr Patrick Quanten MD
Tegenwoordig heeft bijna iedereen gehoord over de aura, het gebied dat het lichaam onmiddellijk omringt en dat bij de persoon lijkt te horen, omdat het van persoon tot persoon verschilt. Dit gebied kan gefotografeerd worden en vertoont zich in een variëteit van kleuren en vormen, die veranderen naarmate de gevoelstoestand van de persoon verandert. Een gelijkaardig effect zien we met warmtegevoelige energiecamera's, waarbij je de persoon zelfs nog kan zien nadat hij/zij vertrokken is. Waar een persoon in de ruimte is, of recent geweest is, heeft een verandering teweeg gebracht aan deze ruimte. Er blijft een afdruk van die persoon in de lucht achter.
Het wordt meer en meer aanvaard dat we een energetisch lichaam hebben, of een veld, naast ons fysieke lichaam. Maar hoe we dit moeten zien en wat we ermee moeten doen, wetenschappelijk gezien, is nog steeds een soep. We moeten de aanwezigheid ervan erkennen, maar tegelijkertijd zijn we niet bereid om ons geloof te veranderen over hoe het lichaam werkt en de biochemische basis waarop al onze verklaringen over de gebeurtenissen in het leven gebaseerd zijn. We voelen ons hoe langer hoe minder op ons gemak in de positie die we innemen, maar toch zijn we nog te bang om een nieuw concept te omarmen.
Laten we eens bekijken of we de situatie een beetje kunnen verduidelijken.
Waarneming en Theorie
- Als een kat rust, zich blijkbaar niet bewust is van haar omgeving, en je haar langs achteren nadert met de bedoeling haar te aaien, dan zal je merken dat de kat reageert vooraleer je haar aangeraakt hebt. Ze heeft je niet gehoord, ze heeft je ook niet gevoeld of geroken. Ze voelde aan dat er iets haar richting uit kwam. Omdat er iets haar "veld" (aura) binnen komt zal ze wakker worden, ze krijgt onmiddellijk een evaluatierapport en beslist onmiddellijk of ze zal blijven om van de aanraking te genieten, of dat ze zal opspringen en weglopen. Al de nodige acties worden in een fractie van een seconde uitgevoerd en zijn volledig afgestemd op de bepaalde situatie (meestal). Ze worden uitgevoerd zonder dat er enig fysiek contact geweest is. Als de kat moet wachten op het fysieke contact alvorens ze kan reageren dan zou ze natuurlijk niet lang overleven, aangezien het eerste contact haar leven in gevaar zou kunnen brengen.
- Heb je ooit het gevoel gehad dat iemand je achter je rug zat aan te staren? Je bent je ervan bewust dat iemand je zeer aandachtig gadeslaat, maar toch kan je hem niet zien. Je weet gewoon dat het zo is. Waarom? Hoe? Je kan zijn aanwezigheid voelen omdat hij zijn aandacht jouw richting uit stuurt. Er wordt geen fysiek contact gelegd en er is ook geen rechtstreeks verband met je zintuigen. Je kan deze persoon niet zien, horen, ruiken, proeven of voelen.
- In "Wetenschap die je wilt weten" vindt je onderzoeksgegevens die je vertellen dat elke cel van je lichaam het potentieel heeft om eender welke enkelvoudige chemische stof, die het lichaam nodig heeft, aan te maken. De cel heeft niet alleen het potentieel maar elke cel in je lichaam produceert ook echt elk enkelvoudig chemisch element dat nodig is. De cel produceert wat ze nodig heeft.
- Elke actie van je lichaam vereist een volledig gebalanceerde actie van elk deel van je lichaam. Als het niet in harmonie werkt, werkt het niet. Een eenvoudige actie, zoals een stap voorwaarts zetten, vereist niet alleen een perfecte evenwichtige samenwerking tussen spieren en botten, bij elke fractie van een seconde van de beweging, maar het vertrouwt ook op een perfect afgestemde aanpassing van alle inwendige processen. Elke cel, die betrokken is bij de beweging, moet voorzien worden van een onmiddellijke uitbarsting van toegankelijke energie, die moet stoppen op het ogenblik dat de beweging stopt. Andere activiteiten moeten op een lager pitje gezet worden, zoals het ingewikkelde en verwarrende verteringsproces, en dit enkel gedurende de tijd dat de beweging aanhoudt. Een voortdurende evaluatie van de beweging, door zintuiglijke gegevensanalyse, is essentieel voor het plannen en uitvoeren van elke fase van de beweging.
- We weten nu dat "geheugen" niet ergens specifiek in het lichaam gelokaliseerd is; het zit overal verdeeld, zodat elk deel het geheel bevat. Elk deel van je lichaam, ongeacht hoe klein, "herinnert zich" alles dat ooit gebeurd is. (Karl Pibram)
- De snelheid waarmee onze hersenen werken ligt tussen één tienduizendste en één duizendste van een seconde, waardoor informatie doorgestuurd wordt met een snelheid van 100-1000 meters per seconde. Deze snelheid ligt boven de mogelijkheden van eender welke bekende verbinding tussen axons of dendrieten in neuronen. Met andere woorden, de snelheid waarmee onze hersenen werken ligt ver boven de maximum snelheid waarmee het fysieke zenuwstelsel informatie kan doorsturen van één cel naar een andere, laat staan naar alle cellen overal in het lichaam.
De term "veld" werd voor het eerst geïntroduceerd in de wetenschap door Michael Faraday in 1840, in verband met elektriciteit en magnetisme. Zijn belangrijkste inzicht was dat de aandacht moet gericht worden op de ruimte rond een energiebron in plaats van op de energiebron zelf. In de negentiende eeuw bleef het concept beperkt tot elektromagnetisme en licht. Het werd uitgebreid tot de zwaartekracht door Einstein in zijn algemene relativiteitstheorie in 1920. Door de ontwikkeling van kwantumfysica wordt er nu verondersteld dat velden aan de basis liggen van alle atoom- en subatoom structuren. Elk soort "deeltje" wordt aanzien als een kwantum van vibrationele energie in een veld: elektronen zijn vibraties in elektronenvelden, protonen zijn vibraties in protonenvelden enzovoorts.
Velden zijn inherent holistisch. Ze kunnen niet opgesplitst worden in deeltjes, of gereduceerd worden tot een vorm van atoomeenheid; er wordt nu eerder aangenomen dat deeltjes ontstaan uit velden. De fysica is al veranderd door de uitbreiding van het veld-concept, maar deze ommekeer zit nog steeds in zijn beginfase in de biologie. De aanzet werd gegeven in 1920, toen morfogenetische velden voor het eerst als bewijs aangenomen werden door verschillende embryologen en ontwikkelingsbiologen om te verklaren hoe planten en dieren zich ontwikkelen. De velden werden gezien als onzichtbare blauwdrukken of plannen, die de ontwikkeling van organismen vorm geven.
Het concept van morfogenetische velden wordt nu algemeen aanvaard door ontwikkelingsbiologen en wordt gebruikt om te verklaren hoe de armen en benen, bijvoorbeeld, verschillende vormen hebben ondanks het feit dat ze dezelfde genen en proteïnen bevatten. Ze verschillen omdat je armen zich ontwikkelen onder invloed van het morfogenetische veld van de arm en je benen onder invloed van het veld van het been. De velden spelen een vormende rol op dezelfde wijze als plannen van architecten dat doen.
In de hypothese van vormgevende oorzaak beweert Rupert Sheldrake dat de holistische, zelforganiserende eigenschappen van systemen, van moleculen tot maatschappijen, afhankelijk zijn van nieuwe soorten van velden, die hij morfische velden noemt. Deze morfische velden zijn niet vast, zij evolueren. Ze hebben een soort ingebouwd geheugen. Terwijl zij gedurende generaties weerklinken, door zich de juiste vorm te herinneren, volgt hieruit dat hoe meer we leren hoe gemakkelijker het wordt voor de volgende generatie om in dezelfde voetsporen te treden. De velden geven de inherente kennis door aan de volgende generatie, kennis gebaseerd op de ervaringen die het veld "opgetekend" heeft.
Zelforganiserende systemen hebben opeenvolgende niveaus van organisatie en elk niveau is afhankelijk van het karakteristieke morfische veld. In het chemische koninkrijk, bijvoorbeeld, kunnen we het morfische veld van een kristal hebben, waarbinnen je de velden van moleculen vindt, die samengesteld zijn uit de velden van atomen, die op hun beurt de velden van subatoom-deeltjes bevatten. In het geval van sociale dieren hebben we de morfische velden van de sociale groep met de velden van de individuele dieren, die op hun beurt de velden bevatten van de organen van de dieren.
Het komt erop neer dat alle materie een manifestatie is van een energetisch veld. Het materiaal zelf ziet er alleen maar uit hoe dat het eruit ziet en functioneert zoals het doet, omdat dat de manier van het veld is, of eerder noch de combinatie van structuren van verschillende gecombineerde velden. De velden controleren zowel de vorm als de functie van de materie. We zijn wie we zijn, omdat de velden ons zo gemaakt hebben. Of, met andere woorden, we zijn wie we zijn omdat we gematerialiseerd werden uit de specifieke velden. Jij bent wat je persoonlijke energieveld is.
Medische Modellen
Elke fractie van een seconde vinden er biljoenen acties gelijktijdig plaats in ons lichaam. Deze moeten allemaal gecoördineerd en gereguleerd worden op de strikst mogelijke manier. Alle acties, te allen tijde, zijn onderling met elkaar verbonden, worden bewaakt en bijgesteld.
Om zulk een extreem strenge controle te kunnen uitvoeren vertoont het allopathische medische model twee communicatiesystemen in het lichaam. Eerst is er het klierstelsel, waar een klier een hormoon of chemische stof produceert, die in het lichaam verspreid wordt via de trage bloedcirculatie, om zijn wil op te leggen en een effect te laten plaats vinden in afgelegen gebieden. Hoe snel zal dit effect plaats vinden? Zal het effect gelijktijdig gebeuren op afgelegen plaatsen en plaatsen in de buurt van de klier? Hoe snel kan het effect bijgesteld worden en helemaal terug getrokken worden?
Dan is er nog een snel verdelingssysteem, dat het zenuwstelsel genoemd wordt. Hier reizen elektrische impulsen via vezels, worden doorgegeven aan aangrenzende cellen, om naar afgelegen plaatsen gebracht te worden. Deze impulsen regelen de functie van de eindorganen, met betrekking tot de respons die de hersenen krijgt terwijl ze alle lichaamsfuncties controleert. Maar we hebben al vastgesteld dat de hersenen veel en veel sneller werken dan de zenuwcellen eender welke informatie kunnen transporteren. Dus geeft dit aan het lichaam ook niet de strikte controle die het nodig heeft.
Misschien is er een intrinsiek probleem met het biochemische model dat we gebruiken om ons te helpen om de werking van het lichaam te begrijpen.
Volgens de Metchnikoff theorie en de pathologie van de allopatische medische school zijn de bacteriën de vijand van het lichaam, de verwekkers van ziekte, die gedood moeten worden en verwijderd moeten worden uit het systeem, door de dappere kleine fagocyten en door antilichaampjes en antigifstoffen, die door bepaalde cellen en klierstructuren afgescheiden worden. De campagnes en oorlogen van de kleine heldhaftige verdedigers tegen ziekte, infectie en gifstoffen lijken veel op de verhalen van schermutselingen, oorlogen, gevangennemingen en doden in de menselijke oorlogsvoering tussen legers en verdedigers van een land en de binnendringende vijand.
In zijn werk, "Fundamentals and Requirements of Health and Disease" (Grondslagen en Vereisten van Gezondheid en Ziekte), toont Dr Thomas Powell aan dat de belangrijkste oorzaken van ziekte de verminderde vitaliteit, degeneratie van de vitale vloeistoffen en opstapeling van afval en ziekmakende materie zijn. Leukocyten, witte bloedcellen, zijn geen echte cellen; ze zijn eigenlijk deeltjes van ziekteverwekkende materie die gecondenseerd zijn tot globulaire lichaampjes, die op een cel gelijken. Deze condensatie van ziekteverwekkers vindt plaats in de buisjes van de milt en in de lymfeklieren van lymfeknopen. Hoe meer afvalmateriaal het lichaam bevat hoe groter de lymfeklieren en de milt worden. De leukocyten, die ronddobberen in de bloedstroom, zijn op weg om uitgescheiden te worden via de lever en de darm, de nieren en de huid. Als hun aantal toeneemt tot een gevaarlijk niveau dan worden deze leukocyten gedwongen om uit de circulatie te gaan naar de weefsels toe, waar ze zich dan verzamelen en hun ziekelijke lading opstapelen, waardoor symptomen van plaatselijke infectie verschijnen. In plaats van de ziektekiemen te vervolgen en ze te vernietigen worden de leukocyten of deeltjes, of ziekteverwekkers, in de weefsels gedwongen, waar ze ontbinden en de ziekelijke bodem vormen voor de ontwikkeling van microzymen naar bacteriën (Zie "De Oorsprong van Ziektekiemen"). De proteolytische werking van deze bacteriën, die verschijnen uit en zich ontwikkelen in het opgestapelde afval, desintegreert het ziekteverwekkende materiaal naar etter, hetgeen dan verder verwijderd wordt, aangezien de bacteriën zich voeden met het ontbindende materiaal van de leukocyten. Eens het gebied gezuiverd is door de bacteriën en er geen etter meer is om van te leven, dan sterven de bacteriën en verdwijnen ze.
Op gelijkaardige wijze en door het toepassen van de kennis, dat elke cel zelf elk hormoon en elke chemische stof produceert die ze nodig heeft, moeten we de aanvaarde kennis over de chemische werking van ons klierstelsel herzien. Endocrinologie is zeer vurig geweest om ons te informeren over hoe de producten van bepaalde klieren de lichaamswerking reguleren en hoe teveel of te weinig, zoals aangetoond wordt door niveaus in het bloed en/of door foto's van de klieren zelf, schadelijk kan zijn voor onze gezondheid. Maar wat als dit ook een benadering vanuit een verkeerde hoek is? Zou het kunnen dat elke cel de chemische stof die ze nodig heeft in kleine hoeveelheden produceert, wanneer ze dit nodig heeft, en dat de werking van elke molecule van deze chemische stof snel op het plaatselijke niveau is?
Het morfische cellulaire veld noopt de cel om een specifiek product aan te maken dat een onmiddellijk en zeer specifieke chemische reactie veroorzaakt. Deze chemische stof is een materialistische boodschapper die gecreëerd wordt door de altijd wijzigende energie van hetzelfde veld dat de materie in de eerste plaats gecreëerd heeft. De adrenaline molecule wordt geproduceerd als een uitdrukking van spanning; het schildklierhormoon is een uitdrukking van de regeling van de snelheid van de stofwisseling; insuline geeft de behoefte weer aan glucoseopname (suiker) door de cel; melatonine drukt het dag- en nachtritme dat gebruikt wordt door de celstofwisseling uit; serotonine geeft het geluksniveau van de cel weer; enzovoorts. Al deze chemische stoffen, hormonen en proteïnen, die ronddobberen in het intercellulaire vocht, dat bekend staat als lymfatisch vocht, moeten weer uit de weg geruimd worden eens ze hun eenzijdige effect hebben uitgeoefend. Het zijn dingen uit het verleden en spelen geen verdere rol meer in het hier en nu. Dus voert het vocht ze weg uit de cellen. Het water lost hen op en neemt hen mee stroomafwaarts, waar ze eventueel in de grote rivier terecht komen, de bloedcirculatie. Al deze overtollige elementen vloeien nu rond, tegen een bepaalde snelheid, in een ingewikkeld kanaalstelsel, waarvan de oevers bezaait zijn met zuiveringsstations, de klieren zoals aangeduid wordt in het allopatische medische model. Deze zijn allemaal specifiek voor duidelijk definieerbaar materiaal. Deze klieren filteren de specifieke hormonen of chemische stoffen waar ze voor ontworpen zijn en recycleren de elementen waaruit de hormonen en chemische stoffen samengesteld zijn. Hoe hoger het niveau in het bloed, de concentratie in het bloed, hoe actiever de klier wordt. Ze kan zelfs opzwellen in een poging om haar capaciteit te vergroten. Als het niveau in het bloed drastisch daalt en op nul komt, of in de buurt, gedurende een aanzienlijke tijd, dan zal de klier zich afsluiten en verschrompelen (diabetes).
Klieren produceren geen hormonen, ze verzamelen oude hormonen en breken deze af. Hormonale en chemische celcontrole wordt uitgevoerd op celniveau, niet op een centraal niveau. Het kan geen boodschap van de hersenen zijn die de klier aanzet om een specifieke chemische stof te produceren, die dan vrijgelaten wordt in de bloedbaan om elders een cellulaire werking te beïnvloeden, omdat dit hele proces een eeuwigheid zou duren en een strenge celcontrole niet mogelijk zou zijn. De enige manier waarop je de ingewikkelde controle die het lichaam heeft over de celwerking kan verklaren is via een rechtstreekse vertaling van energie naar materie. Op eender welk moment is de cel en zijn werking een rechtstreekse uitdrukking van de energie die voortdurend de cellulaire materiële realiteit creëert.
Lichaamscellen sterven voortdurend. Afhankelijk van het deel van het lichaam waar we naar kijken, verschilt de snelheid van geboorte en dood van de cellen maar alle lichaamscellen sterven en worden vervangen door nieuwe. Bijvoorbeeld, het duurt vier dagen om de volledige binnenkant van de maag te vernieuwen. Je kan zeggen dat je om de vier dagen een nieuwe binnenkant van je maag hebt. Hoe kan je dan verklaren dat de nieuwe binnenkant dezelfde gebreken vertoont als de oude? Als je een maagzweer hebt dan weet je dat deze na vier dagen niet genezen is. Waarom niet? Je krijgt toch een volledig nieuwe binnenkant, of niet soms? Je vervangt het tapijt in de woonkamer maar het nieuwe heeft precies dezelfde vlekken als het oude. Waarom? Hoe weet het nieuwe tapijt hoe het oude eruit zag? De nieuwe cellen bezitten de kennis van de oude, omdat het morfische veld de nieuwe binnenkant van de maag creëert en dit veld bezit het geheugen van de oude cellen en verzekert dat de nieuwe binnenkant precies hetzelfde is. Je maagzweer zal niet "helen" totdat je het geheugen van dit veld veranderd hebt. Totdat je de energetische verandering die nodig is niet bereikt, zal er niets veranderen: het nieuwe zal precies hetzelfde zijn als het oude.
Dit betekent dat je problemen kan verwijderen of delen in het lichaam kan vervangen, maar als de energie hetzelfde blijft, en hierdoor ook het geheugen, dan zal je al snel ontdekken dat alles terug komt. De cellen die de zieke cellen vervangen zullen al snel op dezelfde manier gaan werken als de oude deden, omdat hen verteld wordt om precies dat te doen door het enige ding wat hun werking strikt controleert, het morfische veld waarin ze zich nu bevinden.
Het is uitermate moeilijk om "conventionele" kennis te veranderen. Als "iedereen" iets weet dan betekent een andere mening hebben dat je gek bent. Als iedereen kan zien dat de zon zich rond de aarde beweegt dan is het bijna onmogelijk om mensen van het tegendeel te overtuigen. Het zal zelfs nog moeilijker zijn om de hoog gewaardeerde wetenschapper te overtuigen dat hetgeen hij zolang gelooft heeft eigenlijk fout is.
Kennis zou iets moeten zijn dat we weten, maar meestal verwijst dit naar iets dat iemand anders ons verteld heeft. Kennis zou iets moeten zijn wat we geleerd hebben uit onze eigen ervaring.
Daarom dring ik erop aan dat je voor jezelf gaat denken en sterk gaat vertrouwen op je eigen ervaringen om de Waarheid te kunnen kennen.
Zet gezond verstand in het middelpunt van je leven: als iets niet zinvol voor jou is, dan is het waarschijnlijk niet juist, of tenminste, dan is het niet relevant voor jou op dat tijdstip.
Ware wetenschap heeft een open geest voor alle mogelijkheden