De Tijdstroom
Door Dr Patrick Quanten MD
Als tiener raakte ik enorm opgewonden toen ik ontdekte dat door je voort te bewegen van west naar oost over de aarde je tijd kon winnen. Je moest je uurwerk een uur terug draaien voor elk 24ste deel van de omtrek die je reisde. Voor mij betekende dit dat als je snel genoeg bewoog je jonger kon worden, je terug kon gaan in de tijd. Maar mijn leraren verpletterden dit idee volledig. "Zo werkt het niet". Hoe het dan wel werkte hebben ze me nooit verteld.
Zelfs vandaag nog ergert het mij dat datgene wat toen zo eenvoudig leek, dat nog steeds doet, ondanks het feit dat het zo niet lijkt te werken. Waarom zou het zo niet werken? Het werkte voor Phileas Fogg in 1872 toen hij rond de wereld reisde in 80 dagen. Maar bij zijn aankomst terug in Engeland vreesde hij dat hij zijn weddenschap verloren had omdat hij uitgeteld had dat hij 81 dagen weg was geweest. Dit was totdat hij merkte dat het in Engeland een dag vroeger was dan het aantal dagen dat hij gereisd had. Hij had effectief één dag gewonnen door rond de wereld te gaan van west naar oost.
Het millennium toonde ons duidelijk aan dat datgene wat er op een bepaalde plaats, op een bepaald tijdstip, gebeurt verandert wanneer je het punt van waarneming verandert. Toen het in Londen middernacht was, had men op andere plaatsen het millennium al lang ingezet, terwijl anderen nog steeds aan het aftellen waren naar de big bang. Het millennium begon niet voor iedereen op hetzelfde tijdstip, maar toch startte het voor iedereen op de 1ste januari 2000 om 0.00 uur. Zo ook, als we ons de vraag stellen wat er zich nu op Mars afspeelt, dan moeten we vaststellen dat we dat niet weten. Aangezien de Aarde en Mars ongeveer 20 lichtminuten van elkaar verwijderd zijn en omdat informatie niet sneller kan reizen dan licht, is een waarneming van op de Aarde niet in staat om te weten hoe de situatie op Mars is op dit ogenblik in de tijd. Dit kan je enkel vertellen wat er op Mars gebeurd is.
Beweging en Tijd
Snelheid is een maat van hoe ver een object kan reizen tijdens een bepaalde tijdsperiode. Afstand is een begrip over ruimte, in het bijzonder is het een maat van hoeveel ruimte er tussen twee punten ligt. Weet ook dat duur een tijdsbegrip is, hoeveel tijd er verloopt tussen twee gebeurtenissen. Snelheid is hierdoor sterk verbonden met ons begrip over ruimte en tijd.
Met een minimale inspanning kunnen we gebruik maken van de constante van de snelheid van het licht om aan te tonen dat het algemeen aanvaard begrip van tijd volledig fout is. Waarnemers van relatieve beweging zullen het niet eens zijn over welke gebeurtenissen op hetzelfde ogenblik plaats vinden. Als twee objecten op een gelijke afstand van een lichtbron geplaatst worden, en alles dan op een trein gezet wordt die met een constante snelheid in een rechte lijn rijdt, dan zal het licht, als het aangezet wordt, beide objecten op exact hetzelfde tijdstip bereiken, als we dit bekijken vanaf een waarnemingspunt op de trein zelf, omdat de waarnemer, het object en de lichtbron allemaal met gelijke snelheid in dezelfde richting rijden. Maar als dezelfde gebeurtenis bekeken wordt vanaf een standvastig punt op het platform, dan is het duidelijk dat het licht het object achterop de trein bereikt vooraleer het voorwerp vooraan op de trein bereikt wordt, omdat dit zich naar de lichtbron toe beweegt en het andere van de lichtbron weg. Berekeningen hebben aangetoond dat als de twee voorwerpen 100 voet uit elkaar staan en de trein tegen 10 mijl per uur rijdt, de waarnemers die zich niet op de trein bevinden zouden "zien" dat het licht het voorwerp aan de achterkant ongeveer een miljoenste van een biljoenste van een seconde bereikt vóór het voorwerp aan de voorkant bereikt wordt. Hoewel dit een echt verschil is, is het zo klein dat het niet kan opgemerkt worden door de menselijke zintuigen. Als de trein aanzienlijk sneller zou rijden, bijvoorbeeld 600 mijl per uur, dan zou het licht, van op een standvastig waarnemingspunt, bijna 20 keer langer erover doen om het voorwerp aan de voorkant te bereiken dan dit aan de achterkant. Op hoge snelheid, worden de verbazende effecten van speciale relativiteit veel meer uitgesproken.
Het is moeilijk om een abstracte definitie van tijd te geven. Pogingen om dit te doen eindigen dikwijls met het gebruik van het woord "tijd" zelf, ofwel nemen ze taalkundige bochten om dit te vermijden. Als we het helemaal vermijden dan brengt ons dit tot het definiëren van tijd als dat wat door uurwerken gemeten wordt. Natuurlijk verplaatst dit het probleem naar het woord "klok", een apparaat dat perfect regelmatige cycli van beweging doorloopt, hetgeen impliciet een begrip van tijd erin betrekt omdat "regelmatig" refereert naar "gelijke tijdsduur voor elke cyclus". We worden verwacht dat we repetitieve cyclische evoluties ondergaan die op geen enkele manier veranderen van de éne cyclus tot de volgende. Grootvaders uurwerk, met een slinger die heen en weer zwaait, en atomische uurwerken, gebaseerd op repetitieve atomische processen zijn hier eenvoudige voorbeelden van. We zijn geïnteresseerd in de universele vraag van hoe beweging het passeren van de tijd beïnvloedt en daarom hoe dit fundamenteel het tikken van eender welk en van alle uurwerken beïnvloedt, ongeacht het specifieke ontwerp of de constructie ervan.
In zijn speciale relativiteitstheorie stelde Einstein dat het gemeten interval tussen twee gebeurtenissen afhankelijk is van hoe de waarnemer beweegt. Cruciaal, twee waarnemers die verschillend bewegen zullen een verschillende tijdsduur ervaren tussen dezelfde twee gebeurtenissen. Veronderstel dat Sammy en Sal tweelingen zijn. Sally gaat aan boord van een raket en reist naar een dichtbij gelegen ster tegen een heel hoge snelheid, keert om en vliegt terug naar de aarde, terwijl Sam thuis blijft. Voor Sally zal de tijdsduur van de reis, laat ons zeggen, een jaar geduurd hebben, maar als ze terug keert en uit het ruimteschip stapt ontdekt ze dat er op aarde 10 jaar voorbij gegaan zijn. Haar broer is nu negen jaar ouder dan zij. Sally en Sam hebben niet langer dezelfde leeftijd, ondanks het feit dat ze op dezelfde dag geboren zijn. Eigenlijk is Sally negen jaar in de toekomst van de aarde gesprongen.
Dit effect, bekend als tijduitzetting, gebeurt wanneer twee waarnemers zich relatief bewegen ten opzichte van elkaar. In het dagelijkse leven merken we geen vreemde tijdsprongen, omdat het effect enkel drastisch wordt wanneer de beweging de lichtsnelheid benadert. Zelfs met de snelheid van een vliegtuig strekt een tijduitzetting van een typische reis zich slechts uit tot enkele nanoseconden. Maar toch zijn atomische uurwerken accuraat genoeg om deze sprong te registreren en te bevestigen dat de tijd inderdaad uitgerokken wordt door beweging.
De tijd verstrijkt langzamer voor een uurwerk of een individu in beweging dan voor een standvastige. Betekent dit dan niet dan men in staat zou moeten zijn om langer te leven door in beweging te zijn dan door ter plaatse te blijven? Want als de tijd langzamer verstrijkt voor een individu in beweging dan voor een individu in rust, dan moet deze ongelijkheid niet alleen geldig zijn voor tijd, zoals gemeten door uurwerken, maar ook voor tijd, zoals gemeten door hartslagen en het verval van lichaamsdelen. Dit is het geval, hetgeen rechtstreeks bevestigd werd – niet met de levensverwachting van mensen, maar met bepaalde deeltjes uit de microwereld: muonen. Voor zover het mensen betreft, merken we wel dat mensen die het druk hebben en altijd "in beweging" zijn over het algemeen gezonder zijn, vooral als hun activiteiten en bewegingen te maken hebben met overleving binnen een natuurlijke omgeving en hierdoor hun beweging harmonieus is met de cyclische beweging van de natuur. De stress en onnatuurlijke snelheid van onze moderne maatschappij blijken moordenaars te zijn in plaats van levensredders. Misschien vinden we hier later een verklaring voor.
Snelheid is één manier om de tijdstroom te veranderen. Zwaartekracht is een andere. Uurwerken lopen een beetje sneller op de zolder dan in de kelder, die zich dichter bij het centrum van de aarde bevindt en hierdoor dieper ligt in het zwaartekrachtveld. Zo ook, uurwerken lopen sneller in de ruimte dan op de grond. Ook hier is het effect zeer klein, maar het werd rechtstreeks gemeten met accurate uurwerken. Deze tijdsafwijkende effecten moeten wel degelijk in overweging genomen worden in het Globale Positioneringsysteem (GPS). Als dit niet zou gebeuren dan zouden zeilers, taxibestuurders en kruisraketten zich kilometers buiten hun koers kunnen bevinden.
Besluit : Doet het er eigenlijk iets toe dat er minuscule verschillen gemeten worden in de tijd in onze dagelijkse wereld? Maakt het eigenlijk een verschil? Wel, ja dat doet het wel. We hebben de neiging te vergeten dat onze wereld zich verder uitstrekt dan de omtrek van moeder aarde, en dat we eigenlijk niet stil staan maar door de ruimte reizen tegen een hoge snelheid. Deze snelle beweging beïnvloedt niet alleen onze biologische klok maar beïnvloedt ook onze waarneming van tijd.
De Biologische Klok
Voor het ochtendgloren dat zijn bloemblaadjes spreidt in de ochtend, voor ganzen die naar het zuiden vliegen in de herfst, voor sprinkhanen die elke 17 jaar uitzwermen en zelfs voor lage slijmerige schimmels in dagelijkse cycli sporen, is timing alles. In menselijke lichamen houdt de biologische klok de seconden, minuten, dagen, maanden en jaren bij. Deze beheerst de beweging, in een fractie van een seconde, bij een tennisopslag en is verantwoordelijk voor het trauma van een jetlag, de maandelijkse kwaaltjes van menstruele hormonen en aanvallen van de winterneerslachtigheid.
De circadiaanse klok – van het Latijn circa (ongeveer) en diem (een dag) – stemt ons lichaam af op de cyclus van het zonlicht en de duisternis veroorzaakt door de rotatie van de aarde. Ze helpt bij het programmeren van de dagelijkse gewoonten van slapen gedurende de nacht en ontwaken in de ochtend. Maar zijn invloed gaat veel verder. De lichaamstemperatuur heeft regelmatig een piek in de late namiddag of vroege avond en is het laagst een paar uur voor we 's morgens opstaan. De bloeddruk begint typisch te stijgen tussen 6 en 7 uur 's morgens. De uitscheiding van het stresshormoon cortisol is 10 tot 20 keer hoger 's morgens dan 's nachts. Urineren en darmuitscheiding worden meestal 's nachts onderdrukt en begint weer in de ochtend.
De circadiaanse tijd loopt zonder de behoefte aan stimulans van een externe omgeving. Studies bij vrijwillige grotbewoners en andere menselijke proefkonijnen hebben aangetoond dat circadische patronen aanhouden, zelfs onder afwezigheid van daglicht, beroepseisen en cafeïne. Ze worden uitgedrukt in elke cel van het lichaam! De circadiaanse klok moet echter voortdurend gereset worden om accuraat te blijven, dus het licht en de natuurlijke dag en nacht cycli zijn nodig om de klok te synchroniseren.
In 2002 hebben onderzoekers aan de Harvard Universiteit variaties gerapporteerd in regelmatige 24-uur perioden in verschillende organen van het lichaam. Sommige activiteit van een orgaan piekt 's nachts, een ander 's morgens en nog een ander is in rusttoestand tijdens de dag. Uitwendige veranderingen zoals specifieke voedingsschema's kunnen de fase van de circadiaanse klok van de lever veranderen, het dag-nacht ritme wordt overschreven. Als ratten, die normaal eten wanneer ze willen, enkel één maal per dag gevoederd worden, dan wordt de piekuitdrukking van een klokgen in de lever met 12 uur veranderd om de vertering te verbeteren op het moment dat dit het meest noodzakelijk is. De autonomie van de "perifere uurwerken" maakt een fenomeen zoals jetlag veel begrijpelijker. Een nieuw lichtschema zal de "hersenklok" langzaam bijstellen, maar de andere klokken volgen misschien niet zijn voorbeeld. Jetlag blijft echter niet duren, omdat al deze verschillende uurwerken zich uiteindelijk opnieuw zullen synchroniseren. Maar arbeiders in ploegendienst, fuifbeesten, studenten en andere nachtraven krijgen te maken met een erger chronodilemma. Ze kunnen een soort van fysiologisch dubbelleven gaan leiden. Zelfs als ze tijdens de dag regelmatig hun ogen even kunnen sluiten, wordt hun kernritme nog steeds bestuurd door de hersenklok, hetgeen betekent dat de kernfuncties nog steeds 's nachts zullen "slapen". "Je kan door je wil bereiken dat je slaapcyclus later of vroeger begint" zegt Alfred J Lewy van de Oregon Gezondheid & Wetenschappelijke Universiteit, "Maar je kan door je wil niet bereiken dat je melatonine niveau, of je cortisol niveau, of je lichaamstemperatuur vroeger of later begint." Als hun lichamen in zoveel verschillende tijdzones tegelijkertijd leven, dan is het geen wonder dat arbeiders in ploegendienst een verhoogd risico lopen op hartziekte, maag- en darmklachten en, natuurlijk, slaapstoornissen.
Jetlag en ploegendienst zijn uitzonderlijke omstandigheden waarbij de ingebouwde circadiaanse klok abrupt uit zijn normale doen in verband met de licht-donker cyclus of slaap-wakker cyclus gehaald wordt. Maar hetzelfde kan zich elk jaar voordoen, hoewel minder abrupt, als de seizoenen veranderen, veroorzaakt door de beweging van de aarde rond de zon. Onderzoek toont aan dat hoewel de bedtijd kan verschillen, de mensen de neiging hebben rond hetzelfde uur op te staan 's morgens en dit het ganse jaar door – gewoonlijk omwille van hun hond, kinderen, ouders of werkomstandigheden. De misvatting tussen de lengte van de dag en het dagelijkse leven verklaart het syndroom dat bekend staat als seizoensgebonden verstoring, of SAD. Deze aandoening komt 10 maal meer voor in het noorden dan in het zuiden. "Als we ons dagelijks schema aanpassen aan de seizoenen, dan zouden we waarschijnlijk deze aandoening niet hebben", zegt Lewy. "We kwamen in de problemen toen we niet meer naar bed gingen als het donker werd en opstonden bij het ochtendgloren."Als de moderne beschaving de seizoensritmen niet in ere houdt dan is dit deels te wijten aan het feit dat mensen de minst gevoelige wezens hiervoor zijn. SAD is niets vergeleken met de jaarcyclus die andere dieren ondergaan: winterslaap, migratie, ruien en vooral paren. Het is mogelijk dat deze seizoenscycli ook geregeld worden door de circadiaanse klok, die uitgerust is om de lengte van dagen en nachten bij te houden.
Maar één aspect van de menselijke vruchtbaarheid is cyclisch: vrouwen en andere vrouwelijke primaten produceren eitjes éénmaal per maand. De klok die de eisprong en de menstruatie reguleert is een goed beschreven chemische responslus. De reden voor de specifieke duur van de menstruele cyclus is onbekend, maar het is intrigerend dat het precies dezelfde lengte is als de maancyclus.
Mensen hebben de neiging om veroudering te koppelen aan verouderingsziektes (kanker, hartziekte, osteoporose, artrose, Alzheimer,...) alsof de afwezigheid van ziekte voldoende zou zijn om onsterfelijk te zijn. Maar op een recente bijeenkomst (2002), gehouden door het Nationale Instituut van Veroudering (USA), daagden de deelnemers vele algemene veronderstellingen over de factoren die de natuurlijke levensduur bepalen uit. Het antwoord kan niet alleen maar liggen in de genetica van de soort: werkbijen, bijvoorbeeld, leven enkele maanden, terwijl de koningin jaren kan leven. Een snelle stofwisseling kan de levensduur verkorten, maar toch leven sommige soorten vogels, die een snelle stofwisseling hebben, langer dan zoogdieren met een vergelijkbare lichaamsgrootte. En grote dieren met een trage stofwisseling overleven niet noodzakelijk de kleinere. De levensverwachting van een papegaai is ongeveer hetzelfde als van een mens. Onder hondenrassen leven kleine dieren meestal langer dan grote. Op een individueel niveau lijkt het mogelijk om de levensduur van een bepaald persoon te voorspellen via het lezen van zijn geboortekaart. Dit is een onderdeel van de astrologie waarbij de plaats en het tijdstip van de geboorte in verband gebracht wordt met een specifieke configuratie van de planeten en sterrentekens in de lucht. Hiervan wordt gezegd dat het de persoon voorziet met zeer specifieke karaktertrekken. Vanaf dat punt voorwaarts, kan men de sterren- en planeetconfiguraties voorspellen voor de toekomst, en in elke fase voorspellen met welke energieën deze persoon te maken krijgt. Dit op zijn beurt houdt verband met de ups en downs van het alledaagse leven maar ook, als het correct gelezen wordt, met het voorspellen van het waarschijnlijke einde van de levenscyclus.
Tijd van de Psyche
"Tijd van de Psyche" heeft te maken met hoe we het verloop van tijd ervaren. Ondanks het standvastige tikken van de klok, kan de tijdsduur snel of traag lijken, kort of lang. En deze variatie kan op verschillende schalen voorkomen, van tientallen jaren, seizoenen, weken en uren, tot de kleinste intervallen van muziek, de duur van een muzieknoot of de tijd tussen twee muzieknoten. Hoe de tijd van de Psyche verband houdt met de biologische klok van de lichaamstijd is onbekend. Het is ook niet duidelijk of de tijd van de psyche afhankelijk is van een enkelvoudig apparaat om de tijd bij te houden of dat onze ervaring over de tijdsduur hoofdzakelijk vertrouwt op het verwerken van het bijhouden van de tijd. Als dit laatste waar zou zijn dan moet de tijd van de psyche bepaald worden door de aandacht die we geven aan een gebeurtenis en de emoties die we voelen bij wat er gebeurt.
Als dit artikel je intrigeert dan zal de tijd die je eraan besteed snel voorbij gaan. Het zal lang duren als het je verveelt. Dat is een gril van de "chronometer" in de hersenen, de zogenoemde intervaltimer, die de tijdsduur van seconden tot uren markeert. Dit helpt je om uit te vissen hoe snel je moet rennen om een bal op te vangen. Het vertelt je wanneer je moet klappen voor je favoriete liedje. Het vertelt je hoe lang je nog in bed kan blijven liggen nadat het alarm afgegaan is.
Intervaltiming maakt gebruik van de hogere cognitieve krachten van de hersenstam, het centrum van de hersenen dat de waarneming bestuurt, het geheugen en de bewuste gedachte. Als je een oranje verkeerslicht nadert, bijvoorbeeld, dan schat je de tijd dat het al oranje was in en vergelijk je dit met je geheugen van hoe lang het licht meestal oranje blijft. Dan moet je een beoordeling maken of je gaat stoppen of doorrijden.
Eén van de deugden van de intervaltiming is zijn flexibiliteit. Je kan deze starten of stoppen wanneer je wil of ze helemaal negeren. Ze kan zelfstandig werken of ze kan zich onderwerpen aan de bewuste controle. Maar ze zal geen prijs winnen voor accuraatheid. De precisie van intervaltimers werd vastgesteld tussen 5% en 60%. Ze werken niet zo goed als je afgeleid of gespannen bent; dus heb je concentratie nodig. En de timing fouten worden erger als het interval langer wordt.
Dus, hoe aandachtiger we zijn hoe juister we de tijd kunnen voorspellen die verlopen is. Als we "afgeleid" zijn omdat we veel plezier hebben, dan letten we niet op de tijd, en daaruit volgt dat de tijd vliegt. Zo ook, als we ons vervelen dan "voelen" we elke seconde voorbijgaan in een slakkengangetje.
Als we midden in de nacht wakker worden dan is onze schatting van de tijd die we geslapen hebben volledig onjuist. We zijn dan gedesoriënteerd in de tijd. Zo ook als je indommelt en met een schok wakker wordt dan heb je geen idee of je 30 seconden of 2 uur geslapen hebt. Maar een andere waarneming is ook zeer interessant en dat is het feit dat sommige ochtenden men wakker wordt met de gedachte "Is het al ochtend?". Terwijl je bij een andere gelegenheid het gevoel hebt dat het lang geduurd heeft vooraleer het ochtend werd hoewel je niet bewust wakker geworden bent gedurende de nacht. Is het mogelijk dat het soort aandacht of afleiding de accuraatheid van het tijdsinterval ook beïnvloedt tijdens je slaap?
Vragen en Besluiten
Waar brengt dit alles ons naartoe? Wat betekent het allemaal? Maakt het werkelijk een verschil uit voor jou en mij?
Laten we even analyseren wat we geleerd hebben.
In ons dagelijks leven ervaren we allemaal tijd als een constante stroom, die doorheen ons leven loopt. Tijd verandert nooit; daar kan men op vertrouwen. Nu weten we echter dat onze ervaring van tijd verschilt van situatie tot situatie, maar ook de meting van het tijdsverloop is niet zonder verandering. Deze is afhankelijk van de relatieve snelheid en richting van beweging.
We hebben altijd al een gevoel gehad dat onze persoonlijke ervaring van tijd verschilt, tengevolge van de aandacht en emotionele waarde die we hechten aan wat er gebeurt binnen dit bepaalde tijdskader. Of anders gezegd, het hangt er vanaf hoeveel we afgeleid werden. Maar dat de eigenlijke tijd, zoals op een accurate manier gemeten wordt, ook kan verschillen kan als een schok overkomen bij sommigen. En de reden voor dit verschil is al bijna even belangrijk, dan het feit zelf: het is beweging.
Hoe sneller we bewegen, hoe langzamer de tijd registreert. Dit kan gemeten worden door een uurwerk, maar het kan ook "gemeten" worden door je hersenen. Hoe sneller het beweegt – Heb je niet gewoon plezier? – hoe minder tijd er voorbij gaat. Als je dan terug vertraagt dan vertrouw je op de tijd in de toekomst dat je opnieuw het tijdskader kan inhalen van jouw omgeving. Dit is waar voor relatieve korte tijdsintervallen (kleiner dan 24 uur), maar ook voor langere tijdsperioden, zoals Phileas Fogg heeft ervaren. Hoe is dit mogelijk?
We zien onszelf als standvastig omdat wij en alle dingen op aarde tegen dezelfde snelheid in dezelfde richting bewegen. De werkelijkheid is dat de aarde, met alles wat er zich op bevindt, rond zijn as draait in 24 uur, waardoor wij de indruk krijgen dat de tijd beweegt van ochtend naar namiddag, van avond naar nacht. De tweede beweging is de grote snelheid waarmee de aarde door de ruimte reist rond de zon. Dit creëert de indruk van voorbijgaande jaren. Beide van deze "waarnemingen" zijn eigenlijk niets meer dan indrukken. De realiteit is dat de bewegingen van de aarde het tijdsbegrip gecreëerd hebben.
Het meten van tijd, precies zoals het meten van ruimte, is enkel mogelijk in relatie tot een "standaard". Voor dagelijkse metingen relateren we alles met de tijd die de aarde nodig heeft om rond zijn as te draaien. De meting gebeurt vanuit een standvastig punt op het aardoppervlak. Maar als we tegen een andere snelheid, gerelateerd met de rotatie van de aarde, zouden bewegen dan zouden we een andere tijdsmeting krijgen vooraleer één rotatie van de aarde vervolledigd zou zijn. Als, op de millenniumnacht, ik rond het oppervlak van de aarde zou gereisd zijn tegen dezelfde snelheid dat de aarde draait maar in tegenovergestelde richting, dan zou ik het millennium moment 24 uur lang hebben meegemaakt terwijl ik standvastig zou gebleven zijn in relatie met de zon, waardoor ik niet toeliet dat de tijd zou voorbijgaan. Als ik terug op mijn startpunt zou zijn gekomen na een volledige omwenteling en opnieuw voet aan grond zou zetten, waarbij ik opnieuw mijn reissnelheid zou synchroniseren met deze van de aarde, dan zou de tijd op mijn vertrekpunt nu de 2de januari, 0 uur zijn. Eigenlijk zou ik gesprongen zijn van het millenniumpunt (1 januari om 0 uur) tot precies een volledige dag later door alleen maar mijn gelijklopende beweging ten opzichte van deze van de aarde, te stoppen. Dit zou ons eigenlijk niet mogen verbazen omdat geografisch een verschil van 15 graden in lengtegraad gelijk staat met een verschil van 1 uur. Dus, 15 graden naar het Oosten is het 1 uur vroeger dan het hier is op hetzelfde tijdstip, 15 graden naar het westen is het een uur later, en alleen maar voet zetten in een andere tijdzone betekent dat we ofwel voorwaarts of achterwaarts in de tijd bewogen hebben. Maar een ander vreemd punt hierover is dat als het 1 januari middernacht is in Londen, dan zou het 31 december 18 uur in New York moeten zijn en 31 december 14 uur in Los Angeles. Als we verder gaan in dezelfde richting dan zou het 31 december 11 uur zijn in Nieuw Zeeland. Maar als het 1 januari middernacht is in Londen dan is het ook 1 januari 2 uur in Cairo, 5 uur in Tiber en 1 januari 11 uur in Nieuw Zeeland! De tijd op aarde is ingesteld volgens menselijke overeenkomsten. Het is de enige manier waarop het zinvol is voor onze zintuigen.
Dan is er nog de beweging van de aarde rond de zon, hetgeen een hogere snelheid is dan de rotatiesnelheid en dit creëert een verschillend type tijd. Voor zover het de beweging van de zon en het hele zonnestelsel door de ruimte betreft, hebben we geen enkel idee over welk soort type tijd dit creëert, maar we weten nu wel dat het opnieuw een andere waarneming van tijd creëert.
Hieruit volgt dat alle tijdmetingen volledig afhankelijk zijn van de relatieve beweging van voorwerpen. Als er geen beweging zou zijn, dan zou er geen tijd zijn.
Als we volledig standvastig zouden zijn, dan zou de tijd helemaal niet veranderen. Met andere woorden, dan zou er geen tijd zijn. Onze indruk over verleden, toekomst en heden zou niet bestaan; dan zouden ze er allemaal zijn, onveranderd, voor eeuwig.
We zouden het verleden en de toekomst samen ervaren.
Alle dingen zouden op hetzelfde ogenblik "gebeuren".
We zouden toegang hebben tot verleden, heden en toekomst op hetzelfde ogenblik.
Onze fysieke klok wordt afgemeten tegen onze biologische klok, die betrekking heeft op de vibrationele ritmes van de natuur. Maar wat als onze psycheklok volgens dezelfde principes zou werken?
We kunnen fysiek de tijd meten die nodig is voor de hersenen om een gedachte te produceren, om een gedachte onder woorden te brengen. Maar we weten ook dat de snelheid waarmee we gedachten hebben veel groter is. In dromen bijvoorbeeld, wisselen gedachten en beelden zich tegen zo een ongelofelijke snelheid af dat het verwoorden van een droom, anderen vertellen waarover je droomde, dezelfde tijdsduur in beslag neemt dan eender welk verhaal vertellen, maar in werkelijkheid duurde de droom slechts enkele seconden, of fracties daarvan. De energie van gedachte, als deze vrijgelaten wordt van de fysieke beperkingen van het lichaam (de hersenen), reist dus veel sneller.
We weten ook dat in dromen er een mengeling kan zijn van verleden en toekomst; er kunnen bekende en onbekende plaatsen en tijden opduiken, vermengd met elkaar.
Als tijd volledig afhankelijk is van snelheid van beweging, en we weten dat de ultieme snelheid de lichtsnelheid is, dan zal alles wat aan een andere snelheid reist dan het licht tijd creëren. Als alles zou reizen tegen de lichtsnelheid, dan zou de tijd stilstaan, of meer accuraat, dan zou tijd niet bestaan. Hoe groter de bewegingssnelheid hoe trager de tijd beweegt, en hieruit volgt, hoe dichter bij elkaar alle gebeurtenissen plaats vinden in de tijd, totdat ze uiteindelijk allemaal op hetzelfde ogenblik zouden plaats vinden.
Als de energie van de psyche reist tegen een snelheid die dichter bij de snelheid van het licht ligt, dan zal de psyche alle gebeurtenissen ongeveer tezelfdertijd ervaren. Voor de waarneming van de psyche kan er bijna geen verschil bestaan tussen verleden, heden en toekomst; de tijd staat bijna stil. Voor zover het je psyche betreft is er geen tijdsverschil tussen het leven dat jij nu hier op aarde leidt en vorige incarnaties. Alle gebeurtenissen vinden nu plaats, zoals ze vroeger plaatsvonden en zoals ze toekomstig zullen plaats vinden.
Besluit
Tijd op zich bestaat niet. Het enige wat echt is over tijd, is dat het gecreëerd wordt door waarneming vanuit verschillende punten. Deze waarnemingspunten verschillen in hun relatieve snelheden en richtingen waarin ze bewegen. Dit zorgt voor de illusie dat dingen op verschillende tijdstippen gebeuren, terwijl in werkelijkheid ze gezien worden tegen verschillende snelheden. Er is geen tijd; alles is snelheid en beweging.
Hoe zwaarder energieën worden, hoe trager ze reizen. Hoe dichter iets wordt hoe zwaarder het wordt, en dus zich langzamer verplaatst. Hoe trager iets zich verplaatst hoe meer tijd er verloopt, hetgeen het idee creëert dat dingen op verschillende tijdstippen gebeuren omdat we hun verschillende snelheden zien. Verscheidenheid in tijd wordt veroorzaakt door verscheidenheid in snelheid en richting.
Maakt dit een verschil uit voor jou?
Het maakt voor mij zeker verschil uit. Als het leven niet is zoals wij het waarnemen, dan zou ik absoluut willen weten wat er door mijn waarneming verstoord wordt en wat niet. En het gevolg kan zijn dat we de wetenschappelijke boeken moeten herschrijven en mensen de echte realiteit van het leven moeten leren.