De Entiteit van het Kind
Door Dr Patrick Quanten MD
Het hele idee van een nieuw leven, een leven dat afgescheiden zal zijn, dat groeit binnen in een andere levensvorm is moeilijk te begrijpen. Het is een concept dat veel in science-fiction gebruikt wordt, en toch zijn we er zo aan gewoon dat we het niet meer in vraag stellen. We hebben ontzag en eerbied bij de geboorte van een kind, maar we aanvaarden het als een volkomen natuurlijk feit dat dit lichaam in een ander lichaam gegroeid is. Het wonder ligt niet zozeer in het feit dat het eruit komt maar eerder in het feit dat het in de eerste plaats daar toegelaten werd.
De wetenschap vertelt ons dat we allemaal uniek zijn, en dat de bouwstenen van ons leven, de moleculen, proteïnen, weefsels van elk menselijk wezen, van elk levend dier, uniek verschillend zijn van elkaar. Deze uniekheid is het belangrijkste probleem dat we hebben met het concept van het inbrengen van stukjes van een persoon in een ander. Elk "vreemd" weefseldeeltje wordt aangevallen en afgebroken. Alle implantaten of transplantaten worden afgestoten door het lichaam, en om er voor te zorgen dat onze lichamen een vreemde cel aanvaarden moeten we dit verdedigingsmechanisme blokkeren.
En toch hebben we hier te maken met een heel nieuw, verschillend, menselijk wezen dat groeit in het lichaam van een ander persoon, zonder het minste teken van afwijzing of moeilijkheid. Men vertelt ons dat het komt omdat de foetus groeit in een afzonderlijke zak, de baarmoeder, waardoor contact tussen het vreemde lichaam en het gastlichaam vermeden wordt. Dit zou kunnen leiden tot de veronderstelling dat het gastlichaam zelfs niet eens weet dat de foetus aanwezig is. Dit is natuurlijk onzin, omdat de foetus alleen maar kan en mag groeien en zich ontwikkelen nadat het gastlichaam, de moeder, belangrijke veranderingen ondergaan heeft binnen haar eigen lichaam, waardoor de juiste omgeving gecreëerd wordt voor dit nieuwe leven om zich te ontwikkelen. Met andere woorden, het gastlichaam "weet" niet alleen dat de foetus er is, het geeft de uitgesproken toestemming om dit vreemde wezentje te kunnen laten groeien.
Daarom is het geen verrassing dat wetenschappers vele proteïnen van de foetus aangetroffen hebben in het bloed van de moeder, waardoor de theorie dat de foetus helemaal afgescheiden gehouden wordt vernietigd wordt. De moeder voedt de foetus vrijwillig, scheidt afvalproducten uit en voorziet hem van zuurstof. De moeder speelt een actieve rol in de ontwikkeling van de foetus en er is een voortdurende uitwisseling tussen deze twee levens. Hun weefsels versmelten! En toch is er geen teken van afstoting. Dat is echt een mirakel.
Onverklaarbaar via de biologie en biochemie.
Maar wat als we het feit in overweging nemen dat alles energie is? Wat als al het leven energie is? Wat als het biochemische mysterie in feite een energetisch systeem is?
Ten eerste moeten we opnieuw bekijken wat we denken dat we zien. Bij de geboorte zien we de scheiding van het lichaam van de baby van dit van de moeder en we beschouwen dit als een "nieuw" leven dat begint.
- De vraag over wanneer dit leven echt begon is natuurlijk veel ingewikkelder. Als een kind sterft in de baarmoeder van de moeder dan beschouwen we dit ook als een afzonderlijk leven. Van dood geboren baby's wordt aangenomen dat ze geleefd hebben, ondanks het feit dat ze nooit aan de startlijn gekomen zijn, de fysieke geboorte van het leven.
De abortus van een foetus van minder dan 12 weken oud wordt door velen beschouwd als het vermoorden van een nieuw leven.
Wanneer wordt een foetus een menselijk wezen? In de oude wereld werd er geloofd dat een menselijke ziel bezit neemt van de foetus als de eerste beweging gevoeld wordt door de moeder. Dit punt varieert, maar ligt meestal rond de 12 weken. Waar we dit punt ook leggen in de tijd, dan zou de foetus zich vóór dit punt ontwikkelen zonder dat het een menselijk wezen is. De enige uitzondering hierop is als we de eerste cel van de foetus als een afzonderlijk en volledig menselijk wezen beschouwen. Dit is een moeilijk punt om te verdedigen, omdat dit zou betekenen dat elk samenkomen van mannelijke en vrouwelijke genen beschouwd wordt als een menselijk wezen, zelfs als dit menselijke wezen slechts twee cellen groot is. De biologie toont ons heel duidelijk aan dat er voor elke foetus die zich ontwikkelt – inclusief alle miskramen – er een groter aantal initiële potentiële foetuscellen zijn, waar mannelijke en vrouwelijke genen zich samengevoegd hebben, die het nooit verder brengen dat de eerste paar celdelingen, omwille van oud materiaal of ongeschikte omgevingsfactoren. Dit zou betekenen dat elke vrouw, vruchtbare en vooral onvruchtbare vrouwen, een groot aantal "menselijke wezens" produceren, waarvan niemand het bestaan kent.
In vele gevallen neemt de biochemie de eerste stap naar een nieuw ontwikkelend menselijk wezen, maar ze komt niet voorbij de eerste controlepost. De tweede controlepost lijkt te liggen vóór de 12de week van de zwangerschap, aangezien de meeste spontane abortussen plaats vinden tussen week 8 en 12.
Elke levende cel is natuurlijk "levend". En elke menselijke cel is natuurlijk "menselijk". Maar maakt dit "een mens"? - Als een baby geboren is en gescheiden wordt van zijn moeder dan beschouwen we dit als een afzonderlijk leven. Maar hoewel de twee lichamen gescheiden werden is het heel duidelijk dat de baby niet volledig gescheiden is van de moeder. Een baby kan niet voorzien in de essentiële middelen voor zijn overleving en zonder de moeder, of een vervanger, die onderdak, warmte, voedsel en hygiëne voorziet, zal de baby al spoedig sterven. Dus in essentie is de baby even afhankelijk van de moeder na zijn geboorte dan er voor. In dat opzicht neemt de scheiding tussen moeder en kind vele jaren in beslag, in sommige gevallen gebeurt dit zelfs nooit. Een pas geboren baby is niet afgescheiden van zijn moeder, deze leeft binnen in, is volledig afhankelijk van, de zorg van de moeder. Eigenlijk leeft de baby dus nog steeds in de moeder, met dit voorbehoud dat hij nu meer en meer blootgesteld wordt aan de buitenwereld en tegelijkertijd van haar afgescheiden is.
Als al het leven energie is, dan is al het menselijke leven energie. Als al het fysieke leven eerst bestaat als energie, alvorens het uitgedrukt wordt op een fysieke manier, dan zal een nieuw menselijk leven een nieuwe energetische entiteit vormen, hetgeen uiteindelijk uitgedrukt wordt in een nieuw lichaam. Dit nieuwe energetische leven ontwikkelt zich binnen het bestaande energieveld van de moeder, en wordt gecreëerd door het samenkomen van mannelijke en vrouwelijke energieën. Dit nieuwe leven "behoort" nog steeds tot de moeder, in zoverre dat het volledig afhankelijk is van het energieveld van de moeder. Het wordt beschermd, verwarmd en gevoed door de moeder, in wiens armen het nog steeds leeft. Het zal vele jaren duren vooraleer het kind een onafhankelijke entiteit wordt, in staat om op zijn eigen twee voeten te staan, voor zichzelf te zorgen en in een andere richting te ontwikkelen.
Door de fysieke afscheiding van het lichaam van de moeder wordt de baby meer rechtstreeks blootgesteld aan andere energetische invloeden vanuit een bredere omgeving. Andere mensen kunnen dichterbij komen en een wisselwerking met de baby hebben, zoals de vader, de grootouders, de priester, de dokter, enzovoorts. Vanuit het standpunt van de baby laat deze blootstelling een meer rechtstreekse wisselwerking toe met een brede waaier van invloeden, waardoor het meer mogelijkheden tot groei krijgt. Wie er ook voor de baby zorgt, wie er ook de meeste verantwoordelijkheid neemt in verband met de dagelijkse verzorging, wint een groter aandeel in de vorming van het energetisch veld van het kind, dat zich voortdurend verspreidt en rijpt. Maar de natuurlijke band met het veld van de moeder blijft, zelfs als zij niet zorgt voor de dagelijkse verzorging van haar baby, en het effect op lange termijn van deze band mag niet onderschat worden. Het kind leeft letterlijk in het veld van de moeder en is afhankelijk van haar bescherming en zorg. Het kind heeft zelf nog geen onafhankelijk leven. Een moeder die afstand neemt van de behoeften van haar kind zal de baby rusteloos, zwak en angstig maken. Enkel een sterke, vastberaden ziel zal dit echt overleven en er kracht uit putten; voor vele anderen zal de onzekerheid zich vastzetten voor de rest van hun leven.
Als het kind begint op te groeien dan wordt het zich bewust van de fysieke afscheiding tussen zichzelf en de buitenwereld. Hier vindt de ontwikkeling van het ego plaats. Het kind begint dingen te zeggen als "neen" en "dat is van mij" en het zal dingen voor zichzelf verzamelen. Dit zijn de eerste tekenen van een groeiende afscheiding van het veld van de moeder. Langzaam vertoont het kind zich als een afzonderlijk leven. Het zal meer en meer zelf leren doen en voor zichzelf handelen, en dit zijn de fysieke manifestaties van dit leven dat aan de oppervlakte komt. In zekere zin kan men zeggen dat het kind door een geboorteproces gaat op een vergelijkbare manier als zijn lichaam deed in een vroegere fase. Het echte tevoorschijn komen van de nieuwe persoon gebeurt niet tot aan de puberteit. En hoe pijnlijk dit kan zijn weten we allemaal!
Opgroeien betekent zichzelf worden, naar zichzelf toe groeien. Van het totaal afhankelijk zijn als baby leert het kind zichzelf af te scheiden van het veld van de moeder, die het zo lang bewaakt en gevoed heeft. Niet totdat deze afscheiding volledig is, en voor een groot aantal mensen gebeurt dit misschien nooit, bestaan we als een volledig vrij en onafhankelijk wezen. Dit ervaren we in de grootte en de kracht van de invloeden van ouders, autoriteiten, kerken enzovoorts, waar we in ons leven mee te maken krijgen. Hoe minder afgescheiden we zijn, hoe minder we onafhankelijkheid beheersen. De invloeden van buitenaf winnen aan kracht als het veld, waaruit we tevoorschijn komen, ons loslaat. Het is de wisselwerking tussen de buitenwereld, de velden van ontdekking, en het ontstane nieuwe leven dat bepaalt welke richting het zal inslaan.
Hieruit zou het nu duidelijk moeten zijn dat voor een baby en een klein kind, dat volledig omkapseld wordt door het energieveld van iemand anders, de invloeden reizen letterlijk doorheen het veld waaruit het kind uiteindelijk tevoorschijn komt. Dit betekent dat alles wat gevoeld wordt door het omkapselende en voedende veld ook door de baby ervaren wordt. Als dit veld voornamelijk door de moeder van het kind beheerd wordt, dan wordt het duidelijk dat datgene wat de baby uitdrukt eigenlijk doorheen de moeder gefilterd wordt. Hierdoor is het een uitdrukking van het energieveld van de moeder. Met andere woorden, de baby ervaart de wereld door de moeder; hij voelt de wereld zoals de moeder deze voelt. Alles wat de moeder overstuur maakt zal de baby overstuur maken en zal hem angstig en gespannen maken. Dit betekent dat als de baby ziek wordt, dit ook gebeurt onder invloed van het energieveld van de moeder. Datgene dat de moeder ervaart, zal de baby uitdrukken op zijn eigen individuele manier.
Natuurlijk brengt de baby een aantal trekjes die uniek zijn met zich mee, maar de ontwikkeling en de manifestatie hiervan gebeuren binnen het veld dat voor de baby zorgt, hetgeen meestal de moeder is. De wisselwerking tussen de strijd met het leven van de moeder en de kwaliteiten die de baby mee brengt veroorzaakt de uitdrukking zoals we deze zien in de baby. Als de invloed van het veld van de moeder na verloop van tijd verzwakt, versterkt het kind.
Door deze waarheid moet het nu duidelijk zijn dat, als we geconfronteerd worden met een zieke baby, er geen genezing kan zijn zonder het veld te veranderen waarin de baby leeft. Als je de baby echt beter wil maken dan is het noodzakelijk om het veld en zijn wisselwerking te onderzoeken. Geen enkele baby kan genezen worden zonder het veld te veranderen, zonder de manier te veranderen waarop de ouders, grootouders en/of iemand anders die bij de verzorging van de baby betrokken is, zich gedragen en een wisselwerking met het kind hebben. Omdat de baby niet op zichzelf kan bestaan, kan de ziekte die tot uitdrukking komt ook niet op zichzelf bestaan. Ze leeft en ademt door de gratie van de omgeving waarin de baby bestaat.
Dit kan beschouwd worden als een schokkende verklaring, maar dit biedt ook grote mogelijkheden. We moeten niet langer in het donker tasten over het feit waarom onze kinderen ziek worden. Buitenstaanders moeten niet langer fluisteren en in het geheim erop wijzen dat door de manier waarop de baby behandeld wordt het geen wonder is dat hij ziek geworden is. Woorden waarvan men niet toelaat dat ze uitgesproken worden. Gedachten waarvan men toelaat dat ze bestaan. Maar nu we allemaal begrijpen hoe het zit moeten we niet langer beschaamd zijn. We kunnen nu doorgaan met het verbeteren van ons leven alsook dat van onze kinderen, en wat meer is, we kunnen openlijk de hulp vragen die we echt nodig hebben.
Rechtstreeks gezegd betekent dit dat als je het kind efficiënt wil behandelen je de moeder moet behandelen!
Op dit punt moeten we ook benadrukken dat de persoonlijkheid en de kwaliteiten die het kind meebrengt naar dit leven een belangrijke rol spelen in zijn leven, ook in de beginfase. We hebben gezegd dat de ziektetoestand het resultaat is van de wisselwerking tussen het kind en het veld waarin het leeft. Dit betekent duidelijk dat de kwaliteiten van het kind ook van groot belang zijn. We zien heel dikwijls dat een kind uitdrukking geeft aan pijn en lijden, hetgeen fundamenteel verband houdt met iets anders. We hebben allemaal verschillende agenda's voor ons leven, en sommigen hebben een heel dunne agenda. Dit zouden we moeten aanvaarden in plaats van er oorlog over te voeren. Als we dit soort ziekte benaderen op een confronterende manier, dan zullen we vaak niets bereiken, alleen maar voortdurend lijden en missen we de kans om iets te leren. Het kind zal niet beter worden; de familie raakt gefrustreerd; de ouders zullen blijven zoeken naar oorzaken van buitenaf om er de schuld te kunnen aan geven en ze zullen falen om iets fundamenteels over het leven in het algemeen te leren en over hun eigen leven in het bijzonder.
De reden waarom we zoveel nadruk gelegd hebben op de invloeden van het veld, op de omgeving van het kind, is omdat het concept van hoe de dingen echt zijn in de realiteit van de natuur uit onze psyche lijken gewist te zijn. Als we deze waarheid niet kennen kan onze psyche afdwalen en zich voorhouden dat deze invloed niet bestaat, of tenminste geen gevolgen heeft. Jammer genoeg is dit uitermate belangrijk.
Het is het begrijpen van de relatie tussen de moeder en haar kind, en op een tweede niveau, het belang van de invloeden van andere betrokken velden, dat ons een inzicht geeft in de dynamiek van het groeiproces. Het is, zoals we gezien hebben, letterlijk een bevrijdingsproces. Precies zoals een jong vogeltje aangemoedigd wordt om het nest te verlaten, moeten we het kind brengen tot het punt waar het sterk genoeg en bekwaam is om zelf de wereld onder ogen te zien. Dat is de aard van ouders zijn op een natuurlijke manier. Alles wat deze natuurlijke ontwikkeling tegen houdt zal spanning creëren tussen de twee geïntegreerde velden, hetgeen kan resulteren in een ziekte, of in het kind of in de moeder.
De natuur heeft duidelijk twee afzonderlijke en goed gedefinieerde rollen voor beide ouders. Een vader kan nooit een moeder zijn, of vice versa. We kunnen praktische aanpassingen doen in de manier waarop we de dingen aanpakken, maar we kunnen onze natuur niet wijzigen. We zijn gemaakt op de manier waarop we zijn, en onze deelname aan de universele evolutie is zoals ze is. Dat zal niet veranderen omdat pappa's luiers verversen.
Misschien kan je nu ook begrijpen waarom het krijgen van een baby de wisselwerking tussen de partners zo drastisch verandert. Het is niet langer een één op één relatie; een andere entiteit heeft nu een plaats binnen één van de partners, waardoor de dynamiek van het veld en ook de dynamiek van de wisselwerking tussen de twee volwassenen verandert. Over het algemeen zal je zien dat de prioriteit van de vrouw nu verandert is met de nadruk op de baby. Het feit dat onze maatschappij aan jonge mensen probeert te vertellen dat het niet zo moet zijn, helpt hen niet in het begrijpen welke taak ze voor de boeg hebben. Het laat hen ook onwetend over de boodschappen die het leven zal versturen, zoals aandoeningen, ziektes en gedragsproblemen bij de kinderen.
Laten we ons blijven concentreren op de waarheid, omdat we deze overal om ons heen vinden. De natuur leert ons alles wat we moeten weten en begrijpen. Zijn we bereid om dit te leren?