Wetenschap en Experten Opinies
Patrick Quanten
Een wetenschappelijke methode is een techniek die gebruikt wordt in de constructie en het testen van een wetenschappelijke hypothese. Eerst verzamel je informatie door het maken van observaties zonder het natuurlijke gegeven te verstoren en je stelt vragen over wat je waargenomen hebt. Hieruit kan je dan mogelijks een hypothese formuleren. Nu kan je experimenten opzetten om zo'n hypothese te testen en jij bent eigenlijk diegene die deze testen zou moeten uitvoeren of overzien. Je vergelijkt de testresultaten met de waargenomen resultaten, met de werkelijkheid zoals die gebeurt. Dit leidt tot bepaalde conclusies die ofwel in het voordeel ofwel in het nadeel spreken van de hypothese. Wanneer de testresultaten de hypothese niet ondersteunen dan moet deze herzien worden of als incorrect bestempeld worden. Wanneer het lijkt of de experimenten de hypothese bevestigen dan wordt deze informatie doorgespeeld aan andere vorsers die op hun beurt gelijkaardige experimenten op touw zetten om de hypothese te bevestigen of in twijfel te trekken. Wanneer al de resultaten de hypothese bevestigen dan wordt deze een wetenschappelijk aanvaarde theorie. Alle verdere informatie aangaande het onderwerp, komende zowel van observaties als van experimenten, worden dan geëvalueerd op basis van zo'n theorie.
Experimenten en testen worden uitgevoerd onder strikte condities. Het is van essentieel belang dat al deze condities en al de controles vermeld worden samen met de resultaten van de testen. Testresultaten hebben enkel waarde in verhouding tot de manier waarop het experiment werd uitgevoerd of de test werd gedaan. Deze condities moeten dus gekend zijn door de onderzoekers om vergelijkingen te kunnen maken en om de conclusies waarde te geven. Dit is nu van nog groter belang omdat wetenschappers zeker weten - het is een wetenschappelijke wet - dat elke waarneming en elke test, alsook de methode die gebruikt wordt, het eindresultaat zal beïnvloeden. Dit is een erkend wetenschappelijk feit, kennis van de afgelopen honderd jaar. Vandaar dat elk testresultaat en elke conclusie die men trekt op basis van wetenschappelijk onderzoek moet omkaderd zijn door kennis van de restricties van de waarneming en het experiment, omdat dit een significante impact kan hebben op het resultaat zelf.
Eén van de meest voorkomende fouten die er gemaakt wordt bij het gebruik van wetenschappelijke methoden is het toelaten van een vooraf bestaande mening over de hypothese. Met andere woorden, als je er absoluut van overtuigd bent dat de hypothese correct is of dat ze fout is dan zal je gemakkelijk observaties die niet passen in dat plaatje missen. Het formuleren van een hypothese is een belangrijke stap, maar het doel van de wetenschappelijke methodiek is niet noodzakelijk bewijs vinden voor de juistheid van de hypothese maar wel om te leren van het experiment en de ontdekkingsreis op zich. Dit betekent dat de persoon die de hypothese in vraag stelt er op moet letten om geen data over het hoofd te zien die niet strookt met zijn persoonlijke visie. De onderzoeker moet blijven openstaan voor de mogelijkheid dat de hypothese fout kan zijn. Dit geldt ook voor lang aanvaarde hypothesen.
Een andere veel gemaakte fout is zich geen rekenschap geven van een systematische fout die in het experiment is ingeslopen. Het is bijna onmogelijk om alle mogelijke variabelen van een experiment onder controle te houden, vooral diegene die door de mens zelf veroorzaakt worden. Dit is waarom experimenten zo dikwijls herhaald worden en nog altijd is het mogelijk dat één of andere fout in de data analyse of de conclusies sluipt, zelfs als we die niet verwachten of herkennen. Heel dikwijls zien we onze eigen fouten niet en blijven we deze herhalen zonder ons van iets bewust te zijn.
Een veel voorkomende fout in de analyse van data is te geloven dat correlatie ook oorzakelijk verband (causatief) betekent. Dit betekent dat het erop kan lijken dat twee dingen tegelijkertijd gebeuren, maar dit betekent nog niet dat het ene de oorzaak moet zijn van het andere. Bijvoorbeeld, als er in een bepaald land een correlatie wordt waargenomen tussen de chocolade consumptie en het aantal Nobel Prijs winnaars dan zou het onjuist zijn om te concluderen dat het eten van chocolade de kans verhoogt dat een individu een Nobel Prijs gaat behalen. Het is logischer dat de correlatie simpelweg aantoont dat de grote meerderheid van de bevolking van dat land toegang heeft tot zowel de chocolade als een degelijke academische opleiding. Of er zou nog een heel andere verklaring kunnen zijn, eentje waar je zelf nog niet aan gedacht hebt.
Alvorens een hypothese een theorie wordt moet er veel en intensief getest worden, alsook over verschillende disciplines heen door afzonderlijke groepen van wetenschappers. Om iets als “maar een theorie” te bestempelen betekent in de volksmond iets helemaal anders dan in wetenschappelijke termen. Voor de meeste mensen is een theorie zoiets als een voorgevoel, een losse gedachte. In de wetenschap vormt een theorie de basisstructuur voor het waarnemen en voor het aanbrengen van feiten. Dit betekent dat elke complottheorie die gebouwd is op waarnemingen en feiten in wetenschappelijke termen een plausibele theorie is. Het heeft daarom, in wetenschappelijke termen, evenveel waarde als elke andere theorie, zelfs als deze andere uit meer gerespecteerde bronnen komt.
Hoe werkt het dan in de praktijk? Het betekent dat het observeren van de natuurlijke status het allerbelangrijkste is en dat testen en experimenten gekaderd moeten worden binnen een specifieke theoretische context. Het is van cruciaal belang dat men zich aan een strikte volgorde houdt om wetenschappelijk vorserswerk te verrichten. Eerst observeert men, daarna formuleert men een theorie en test men deze zelf. Eens je je eigen theorie bevestigd hebt, publiceer je de theorie en de testresultaten met vermelding van de volledige structuur waarin de testen hebben plaatsgevonden en dan wordt er gewacht tot anderen je theorie ook bevestigen. Eens men zo ver is dan wordt jouw theorie de standaard theorie voor dat specifieke wetenschappelijke onderwerp. Wanneer anderen er niet in slagen om jouw resultaten te beamen dan is er iets mis met je theorie en moet die herzien of herwerkt worden.
Laten we een aantal scenario’s eens van nabij bekijken om te evalueren hoe ze het er wetenschappelijk vanaf brengen.
Jezelf afvragen wat de beste of meest efficiënte manier is om iets te doen is geen wetenschappelijk experiment. Er is geen theorie die aan deze vraag voorafgaat. De testen en experimenten die met dit voor ogen gedaan worden gaan over hoe de dingen gebeuren en niet waarom. Dit onderzoek levert je de ‘beste methode’ op. Het levert geen antwoorden op de essentiële vragen van natuurlijke fenomenen en stelt de theorie op geen enkele manier in vraag. Het mag dan al iets nuttigs zijn om te weten maar het levert geen bijdrage tot een absolute waarheid.
Het onderzoek naar nieuwe methoden of verbeterde technieken is geen wetenschappelijk onderzoek. Het gebruikt bestaande theorieën om daarmee iets nieuws of iets anders mee te creëren maar dat is geen vooruitgang in de wetenschap; dat is vooruitgang in technologie. Een nieuw type antibiotica op de markt brengen is geen wetenschappelijke doorbraak. Het is een andere uitdrukking van dezelfde theorie, die zegt dat bacteriën onze vijanden zijn en moeten vernietigd worden. Een andere wetenschappelijke theorie vertelt ons dat bacteriën een absolute noodzakelijkheid zijn voor elke levensvorm, inclusief de mens, en dat ze onze vrienden en partners zijn. Aangezien er wetenschappelijk bewijs geleverd werd dat bacteriën een nuttige rol spelen in een gezond leven en dan betekent dit voor genezing dat de wetenschappelijke theorie van ‘bacteriën zijn onze vijanden’ duidelijk fout is, niet waar is en naar de prullenmand zou moeten verhuizen. Medische experten hebben dit probleem omzeild door zichzelf en ons ervan te overtuigen dat er ‘goede’ en ‘slechte’ bacteriën bestaan, alhoewel de bacteriën dit zelf nog niet door hebben. Hierdoor werpen ze de onderzoeksresultaten die de theorie onderuit halen weg en passen ze hun zelfde theorie enkel nog toe op de slechte bacteriën alhoewel niemand eigenlijk weet wat die term omschrijft. Dit is met zekerheid geen wetenschappelijk verantwoord gedrag.
De waarneming dat mensen ziek worden geeft je geen antwoord op de vraag naar de oorzaak van die ziekte. Om die vraag te beantwoorden moeten we een theorie onder de arm nemen. Als een theorie waarheid is dan moet die ook te allen tijde geldig zijn of men moet de specifieke condities aangeven onder de welke de theorie altijd geldig is. In het geval van ziekte volgen we een theorie die ons vertelt hoe de mensen ziek worden. Wetenschappelijk gezien moet deze theorie dan, als het ook maar enige waarde wil hebben in het aantonen van een causale relatie, bevestigd worden door alle observaties die er in verband met de bepaalde ziekte gemaakt worden. Als we zien dat mensen longkanker krijgen en we gaan ervan uit dat die ziekte veroorzaakt wordt door rookgedrag dan eist de wetenschap dat we waarnemen dat iedereen die rookt longkanker ontwikkelt en dat iedereen die niet rookt niet aan longkanker lijdt. Als dat niet is wat we waarnemen dan besluit de wetenschap dat de theorie die beweert dat longkanker veroorzaakt wordt door roken niet waar is. Beweren dat je 70% meer kans hebt om longkanker te ontwikkelen als je rookt is een opinie maar geen wetenschappelijke theorie. Het gebruik van een mening, een opinie, om menselijk gedrag te manipuleren insinueert dat het ene gedrag fout is en het andere correct, het ene ongezond en het andere gezond, zonder dat er ook maar enig wetenschappelijk bewijs is voor zo’n veronderstelling. Een invloed is niet hetzelfde als een oorzaak. Het is zelfs zo dat alles alles beïnvloed (een wetenschappelijke waarheid) maar we slagen er niet in om een enkelvoudige reden te vinden voor het ontstaan van gelijk welke ziekte die je zou willen noemen. We nemen aan. We geloven.In het beste geval hebben we een theorie. Maar in bijna alle gevallen vallen deze theorieën al onmiddellijk uit elkaar van zodra we onze eigen simpele waarneming op tafel leggen. De conclusie is dat we geen echte oorzaken voor onze ziekten waarnemen of kennen.
Het waarnemen van de uitbreiding van een ziekte in de populatie geeft ons geen reden waarom de ziekte zich verspreidt. Om die vraag te beantwoorden moeten we een theorie onder de arm nemen. Deze theorie zegt dat een microbe wordt doorgegeven van persoon tot persoon, of van dier naar de mens. Hier kunnen we dezelfde eenvoudige regel toepassen. Als iedereen die in contact komt met een besmet persoon ook de ziekte krijgt en iedereen die geen dergelijk contact heeft niet ziek wordt dan ondersteunen onze waarnemingen de theorie. Maar, voor zover het infectieuze ziekten betreft, werden zulke observaties nog nooit gemaakt. Je leest dit correct: nooit. Niet één keer! Het tegenovergestelde is weldegelijk waar. In alle epidemieën zien we dat vele mensen ziek worden die geen aantoonbaar contact met andere zieken gehad hebben en veel mensen die voortdurend met die zieken in contact komen zonder ziek te worden. Dit betekent dat onze theorie fout is! Hier gebruikt de medische wereld opnieuw een trucje, net zoals in het verhaal van de bacteriën en de oorzaak van infecties. Ze vinden onzichtbare verschillen uit die men niet kan bewijzen, maar nog veel belangrijker waarvan men de onwaarheid ook niet kan bewijzen. Blijkbaar, kunnen mensen ‘drager’ zijn van de ziekte en zich er niet van bewust zijn, hetgeen hen in staat stelt om de ziekte te verspreiden zonder ziek te zijn, maar ook zonder enig wetenschappelijk bewijs hiervoor. De microbe kan men niet aantonen in het lichaam maar dat is natuurlijk omdat de microbe al opgeruimd is nadat die persoon ze doorgegeven heeft. Men gebruikt de theorie dat gezonde mensen ziekte verspreiden zonder dat ze het weten. De theorie wordt rechtgehouden omdat je het tegendeel niet kan bewijzen, net zoals je niet kan bewijzen dat de zwaartekracht niet bestaat. In wetenschappelijke kringen maakt dat er nog geen waarheid van, op zijn best een theorie. Een andere veel gebruikte theorie in dit verband is de theorie die beweert dat een microbe slapend aanwezig kan zijn in een persoon, soms zelfs voor tientallen jaren. Hiermee kan men nu volhouden dat de besmetting twintig jaar geleden plaats vond en nu pas tot ontplooiing gekomen is en je nu pas ziek maakt. Zulke theorie kan ook niet weerlegd worden omdat wanneer je bij gezonde mensen de microbe niet kan aantonen het verklaard wordt door de bewering dat de microbe ‘slaapt’.
Je blijven vastklampen aan vergezochte verklaringen die nooit kunnen weerlegd worden mag dan de illusie van de theorie hoog houden maar het is helemaal geen wetenschappelijk gedrag. Het toevoegen van uitzondering na uitzondering aan een theorie laat je toe om te blijven geloven dat de theorie waarde heeft maar het is geen wetenschappelijk gedrag. De eenvoudige waarheid is dat ons begrip over hoe infecties zich doorheen de bevolking verspreiden onjuist is, en dat is al zo sinds het formuleren van deze theorie. Wanneer je dit gegeven onderzoekt en probeert uit te vinden waarom wetenschappers, enkel medische wetenschappers, deze simpele waarheid niet onder ogen zien dan valt het je zwaar om te begrijpen waarom ze zo hardnekkig aan een los geslagen theorie vasthouden. Wetenschappers weten al tweehonderd jaar dat dit een valse theorie is en nog meer opmerkelijk is het feit dat de wetenschappelijke microbetheorie van Antoine Béchamps en anderen tot op de dag van vandaag al altijd door observaties ondersteund geweest is. En zelfs na de wetenschappelijke revolutie aan het begin van de twintigste eeuw moest men de theorie niet achter laten. Nochtans blijven de medische experten volharden in de boosheid. Ze blijven een onjuiste theorie uitspuwen over infectieuze ziekten en de epidemiologie ervan. De theorie die gesteund wordt door de observaties en de experimenten (Béchamps) zegt dat microben ontstaan binnenin de rommel, het puin, van zieke en afbrokkelende cellen met als doel te komen helpen bij de grote opruiming. Microben worden dan aanzien als zijnde het resultaat van de ziekte van de weefsels, niet de oorzaak ervan. Vandaar de kennis dat microben ons niet van buitenaf aanvallen of een aanval inzetten vanuit een andere locatie binnenin ons lichaam met de bedoeling om ziekten te veroorzaken.
De laatste tijd wordt wetenschap meer en meer gebruikt als dekmantel om verrijkende uitspraken te ‘bewijzen’ in plaats van wat het traditioneel behoort te zijn, een methode om de zwakke punten van een theorie op te zoeken. Eén van de essentiële karakteristieken van de wetenschap is dat elke aanvaarde theorie een uitdaging biedt om te gaan bewijzen waar deze tekort schiet. Het voornaamste doel van wetenschap is om de eigen theorieën te kunnen ontkrachten. Het is enkel door de onvolmaaktheden van de theorieën bloot te leggen dat uiteindelijk de waarheid duidelijk zal worden. Een maatschappelijke structuur die deze houding niet langer aanmoedigt verstikt echte wetenschap. Het beperkt open en eerlijk onderzoek en eist dat experimenten gedaan worden op één bepaalde manier om te voorkomen dat er andere resultaten bekomen worden en dat er andere visies op de natuurlijke wereld ontstaan.
Wetenschap is een activiteit die de natuurlijke fenomenen onderzoekt door het gebruik van erkende en welbeproefde methodiek. Gezien de complexiteit van het universum, van het ultrakleine tot het megagrote, van het anorganische tot het levende, bestaat er een enorme variëteit aan wetenschappelijke disciplines, elk met zijn eigen specifieke technieken. Wetenschap verruimt onze kennis, en mag niet beperkt worden. Van bij het begin van de moderne wetenschappelijke onderneming zijn er wetenschappers en filosofen geweest die zo onder de indruk geraakt zijn van de potentie van de natuurwetenschappen om onze kennis uit te breiden dat zij de wetenschappelijke disciplines als de enige ware manier om kennis te vergaren vooruit geschoven hebben. De chemicus Peter Atkins, wiens essay “Wetenschap als Waarheid” (1995) de “universele competentie” van de wetenschap bevestigt, drukt dit standpunt heel duidelijk uit. Deze houding werd bekend als sciëntisme (pseudowetenschap) – een term die oorspronkelijk een erg pejoratieve betekenis had maar die nu als een ere-onderscheiding met trots gedragen wordt door sommige luid gebekte voorstanders.
Thomas Burnett is de assistent directeur van publieke tewerkstelling aan de John Templeton Foundation. Hij omschrijft sciëntisme (pseudowetenschap) als een speculatief wereldbeeld over de ultieme realiteit van het universum en zijn bestemming. “Het is één iets om wetenschap te loven voor zijn successen en opmerkelijke capaciteit om verklaringen te vinden voor een hele reeks fenomenen in de natuurlijke wereld. Het is iets helemaal anders om te verklaren dat er niets wetenswaardigs bestaat buiten het bereik van de wetenschap. Zo’n uitspraak is te vergelijken met een succesvolle visser die beweert dat wat hij niet in zijn netten kan vangen niet bestaat. Eens je aanvaard hebt dat wetenschap de enige bron is voor menselijke kennis heb je een filosofische positie (sciëntisme) ingenomen die niet kan geverifieerd of ontkracht worden door wetenschap zelf. Het is, in één woord, onwetenschappelijk.” In de wetenschap moet elke theorie kunnen ontkracht worden door de wetenschap. Pseudowetenschap verhindert dit door absolute waarden te hechten aan een welbepaalde methodiek voor testen en experimenten, door het uitkramen van absolute waarheden in plaats van het aanbrengen van theorieën. De filosoof Tom Sorell biedt ons een duidelijke definitie aan; “Pseudowetenschap gaat over het waarderen van de natuurwetenschappen ver boven alle andere takken van kennis verwerven en cultuur.”
In tegenstelling tot de wetenschappelijke methode als zijnde slechts één van de vele manieren om kennis te vergaren houdt sciëntisme ons voor dat enkel de wetenschappelijke manier ons naar de waarheid omtrent de wereld en de realiteit kan leiden. Deze eenrichtingsdenkwijze van één enkele empirische methode zorgt voor een heel eng wetenschappelijke wereldvisie op een gelijkaardige manier dat het Protestante fundamentalisme, die wetenschap in z’n geheel verwerpt, gezien kan worden als een heel eng religieuze wereldvisie. Pseudowetenschap heeft er nood aan om zoveel mogelijke, zo niet alle, andere visies, metafysische, filosofische en religieuze visies, overboord te gooien aangezien hun beweringen niet kunnen bewezen worden door de enige toegelaten wetenschappelijke methode. In essentie ziet de pseudowetenschap de wetenschap als de absolute en enig aanvaardbare weg naar de waarheid, hetgeen aanleiding geeft tot verrijkende uitspraken over absolute waarheden uit de monden van niet-wetenschappelijke experten.
Het woord expert draagt tegenwoordig verder dan de term wetenschap zelf. Wetenschappelijke methoden en gedragscode kunnen volledig genegeerd worden wanneer een gerespecteerde (door wie?) expert beweert dat het beter is om dat te doen. De woorden van een expert lijken garant te staan voor de waarheid, ongeacht de wetenschappelijke methodiek die gevolgd zou moeten worden alvorens iets tot ‘waarheid’ kan uitgeroepen worden. Het advies van experten wordt aanzien als absoluut en mag door niemand in vraag gesteld worden. Plots wordt wetenschap gekidnapt door mensen waarvan men beweert dat hun woorden meer waarheid en wijsheid bevatten dan de wetenschap zelf. Wanneer een expert ons vertelt dat onze handen vijftien keer per dag wassen met een desinfecterende gel ons zal behoeden tegen het besmet geraken met een virale infectie dan wordt deze boodschap in ons leven uitgevoerd zonder vragen te stellen. Wetenschappelijk bewijs, daarentegen, dat aantoont dat men een virale infectie kan krijgen door in contact te komen met besmette oppervlakten bestaat helemaal niet. Net zomin als er bewijs voor de theorie bestaat dat het desinfecteren van de huid virale infecties voorkomt. Waarnemingen tonen ons dat de meest steriele plekken in onze samenleving, de ziekenhuizen, de meest virulente microben kweken, de meest agressieve infecties veroorzaken, veel erger dan er ook maar ergens in de natuur voorkomt.
Misschien is het wel populair om grootse uitspraken te doen. Men zou zelfs kunnen argumenteren dat mensen smeken om absolute waarheden te horen omdat dat het gemakkelijker maakt om hun leven te leiden, maar de vraag die dan op lange termijn voor ons opdoemt is: “Hoe dikwijls kan je ‘de waarheid’ veranderen alvorens de mensen gaan door hebben dat je uitspraken allemaal leugens zijn?” Als er inderdaad bijna geen absolute waarheden bestaan zou de mens er dan geen voordeel bij hebben om dat te weten in plaats van om de tuin geleid te worden door het idee dat wat men vertelt alleen maar de waarheid is? Wetenschap zou zich niet moeten inspannen om ‘populair’ te zijn, om deel uit te maken van een competitie voor de meeste stemmen. De term ‘populaire wetenschap’ zorgt voor een gevaarlijke dekmantel in onze maatschappij. Wetenschap is een serieuze zaak en heeft geen linken met economische levensvatbaarheid of een comfortabel gevoel. Het doel is om de fouten in theorieën uit te roeien zodat we geleidelijk bij de ene ware theorie uitkomen, maar om daar te geraken zouden we de wetenschap zijn eigen gang moeten laten gaan, in alle vrijheid en in alle mogelijke richtingen. De opinie van een expert zou geen enkele invloed mogen hebben op ons dagelijks leven. Of de expert nu zelf astronautenvoeding eet of niet om aan te tonen dat het effectief gezond voor ons is zou ons niet mogen raken omdat dat helemaal geen wetenschappelijk bewijs voorstelt. Wanneer een expert gelooft en beweert dat geen vet eten een hartaanval voorkomt dan mag hij gerust zijn visie daar over hebben maar dat is geen wetenschap. Om iets wetenschappelijk te noemen moet het duidelijk zijn dat iedereen die vet eet aan een hartaanval overlijdt en iedereen die vetarm eet mag dan nooit aan een hartaanval overlijden. Als je dan beweert dat vet eten je kans verhoogt op een hartaanval dan is dat jouw experten opinie, maar geen wetenschappelijk bewijs. Dit is een klassiek voorbeeld van correlatie voorstellen als een oorzakelijk verband.
Om te leren hoe we alle feiten en waarheden waar we mee gebombeerd worden dezer dagen kunnen evalueren kan je beginnen met enkele eenvoudige maar effectieve regeltjes.
- Alle beweringen die over percentages gaan zijn geen wetenschappelijke theorieën. Een theorie is een mogelijke verklaring voor een waargenomen fenomeen. Als de theorie het geobserveerde voor 70% dekt dan bewijst deze vaststelling dat de theorie geen verklaring is en dus onjuist is. Als we weten dat het zelfs voor 99.99% klopt dan weten we meteen ook dat de theorie niet de echte verklaring is omdat die niet altijd klopt.
- Alle beweringen die voorspellingen zijn, zijn geen wetenschappelijke theorieën. Voorspellingen ontstaan door het gebruik van modellen, van theorieën. Op zichzelf zijn het dus geen theorieën maar wel een mogelijke interpretatie of uitbreiding van een theorie zoals die door iemand gezien wordt, door een expert. Om uit te zoeken of zo’n voorspelling voor jou nut kan hebben doe je er goed aan om andere theorieën te onderzoeken die jou andere meningen, andere opinies, geven.
- Alle beweringen die bepaalde observaties of informatie uitsluiten zijn geen wetenschappelijke theorieën. Beweren dat wanneer in een bepaalde stad meer zwarten door de politie opgepakt worden dan blanken en dat dit racistische discriminatie is zonder uit te leggen wat de verhouding is tussen het aantal zwarten en blanken in die gemeenschap en zonder na te gaan wat hun verhouding is binnen de gekende criminele activiteiten in de stad, maakt van zulke bewering een opinie, geen wetenschappelijk feit. Of beweren dat een bedrijf of de regering overloopt van discriminatie omdat ze meer mensen met een welbepaalde achtergrond tewerk stellen dan mensen met een andere achtergrond zonder na te gaan welke specifieke vereisten of vaardigheden de jobs vragen van de werknemer zorgt ervoor dat de bewering een opinie is, geen wetenschap.
- Alle beweringen die alle andere mogelijkheden uitsluiten is geen wetenschappelijk standpunt. Zelfs de zwaartekracht is een theorie, geen absolute waarheid! Wetenschappers verwachten stellig dat iemand ooit met een betere verklaring voor de dag gaat komen voor de observaties die we voorlopig aan de zwaartekracht toeschrijven.
Wetenschap is niet restrictief; het is inclusief. Wetenschap klampt zich niet vast aan één mogelijke verklaring. Wetenschap verwelkomt mensen met andere, met verschillende, meningen en staat hen toe om naar ‘bewijs’ te zoeken, tekens en ruggensteunen, voor hun theorie op welke manier ze dat ook maar willen doen. Dit betekent dat religie dus wel een plaats heeft binnen de wetenschappelijke gemeenschap. Zulke theorieën over het leven en waarom het is zoals het is hebben net zoveel waarde als die van Isaac Newton of Albert Einstein. Theorieën die noch volledig bewezen noch ondermijnd zijn horen helemaal thuis in het wetenschappelijk denken. Niet vergeten dat er tot op heden geen enkel bewijs voor handen is om het bestaan van God te weerleggen. Wat niet kan weerlegd worden blijft een mogelijkheid. Voor medische experten, die toch beweren wetenschappelijk te handelen, zou het welgemanierd zijn om mensen die een andere theorie aanhangen met beleefdheid en hoffelijkheid tegemoet te komen.
Wat dan wel weerlegd is, zelfs meermaals, zijn de medische theorieën waarop we onze gezondheidszorg gebouwd hebben. Bijna geen enkele bewering geraakt voorbij de test van eenvoudige observaties. Het wordt tijd dat we de funderingen van ons medische systeem in vraag beginnen te stellen en daarvoor zouden we ons best concentreren op enkele cruciale beweringen.
- Het leven is een zak vol chemicaliën. Het leven kan volledig verklaard worden door chemische interacties.
- De mens bestaat niet buiten zijn huid.
- De natuur maakt vele fouten, die de mens gelukkig leert één voor één recht te zetten.
- De mens is de meester van de creatie en de medische wetenschap is zijn ultieme wapen.
Wordt kritisch over alle beweringen die je hoort en weiger om je te onderwerpen aan gelijk welke die je opgedrongen wordt. Deze mensen mogen dan experten zijn maar hun mening is niet meer dan een persoonlijke mening.
Voltrek je eigen onderzoek voor gelijk welk onderwerp waarover je een mening wilt formuleren. Neem opinies aan voor zolang deze je dienen en verander van mening van zodra je een voor jou betere opinie tegenkomt, een diverse theorie.
Vertrouw meer op je eigen waarnemingen dan op die van een ander. Als jij geen zieke mensen tegenkomt in je dorp en je hoort van niemand dat er zieken zijn in het dorp dan bestaat er geen gevaar om een ziekte ‘op te doen’.
Er is geen probleem met de wetenschap. Er is een probleem met hoe we de wetenschappelijke methoden gebruiken voor andere dan wetenschappelijke doeleinden, niet enkel om meer te weten te komen over de waarheid.
Er is een probleem met het gebruiken van de wetenschappelijke sluier om de motivatie te verbergen die achter de opinies schuil gaan. Wetenschap heeft geen connectie met winst boeken of gelijk hebben. Het is simpelweg een zoektocht naar waarheid.
Wetenschap gaat over het ontdekken van de waarheid.
Zoals die is.
Niet zoals ik zou willen dat die is.
Juni 2020