Sahara Zandstormen
Patrick Quanten
Wanneer je op een morgen wakker wordt en je wordt geconfronteerd met een zandlaag die over het hele gebied verspreid is dan luister even naar het nieuws om de boodschap te horen dat de streek ‘geteisterd’ werd door zand dat vanuit de Sahara woestijn is komen overwaaien. Dit fenomeen komt op regelmatige basis weleens voor en blijkbaar kan dit zand over heel Europa terechtkomen, in het Verenigd Koninkrijk en zelfs verder noordelijk tot in IJsland. Blijkbaar kan het ook naar het westen trekken en de Atlantische Oceaan oversteken tot binnenin het Amerikaanse continent. Dat is een indrukwekkend reisverhaal en eentje dat we zondermeer aanvaarden omdat experten ons vertellen dat dit gebeurd is.
In eerste instantie, alvorens je verzeild geraakt in de duistere machten van ‘klimaatverandering’ kan het misschien nuttig zijn om de bevindingen van A.S. Goudie en N.J. Middleton in overweging te nemen.
“Bij de analyse van lange-termijn meteorologische metingen voor een groot aantal gebieden (de Grote Vlakten in de USA, de voormalige USSR, Marokko, de Golf van Arabië, de Sahel-Sudan zone in Afrika, China, Mongolië en Mexico) kunnen we bepaalde conclusies trekken. De eerste conclusie is dat er geen globaal patroon bestaat in de frequenties van zandstormen. Sommige stations (bv. In de Sahel) tonen een duidelijke opwaartse trend in het voorkomen, terwijl andere een neerwaartse trend tonen (bv. Mexico), en nog andere een meer cyclisch patroon aangeven.”
Er is dus geen bewijs dat er een globale verandering in het patroon van deze gebeurtenissen is opgetreden. Maar er komt hier een ander belangrijk wetenschappelijk feit aan het licht, namelijk dat, eens te meer, onze experten tot conclusies komen die ver buiten de feitelijke data reiken die ze verzameld hebben. Aan de ene kant hebben we zand dat in de Sahara opgezweept wordt en hoogtes tot 5 à 6 kilometer boven de aardkorst kan bereiken en aan de andere kant hebben we rood stof dat in ver afgelegen gebieden neerdaalt. De vraag is nu: Bestaat er een oorzakelijk verband tussen deze twee evenementen?
“De exacte locatie van de brongebieden van het Saharazand zijn onbekend, maar data van de Total Mapping Spectrometer (TOMS) suggereert twee hoofdgebieden: de Bodélé depressie en een gebied dat Oost-Mauretanië, West-Mali en Zuid-Algerije omvat. De routes van dit transport over grote afstanden zijn relatief goed gedocumenteerd, maar de links tussen het brongebied en de seizoensgebonden routes van Saharastof zijn dat niet. Het is nochtans mogelijk dat Harmattenstof van de Bodélé depressie niet de oorzaak is van de prominente winterpluim boven de Noord Atlantische Oceaan, zoals heel dikwijls in de literatuur gesuggereerd wordt. Weinig data aangaande de karakteristieken van de omvang van de deeltjes uit de Sahara werd bekomen uit de grote bron zelf of zelfs uit Afrika. Saharastof dat verzameld werd uit de Harmattanpluim en uit Europa wordt gedomineerd door SiO2 en Al2O3, hetgeen karakteristieken zijn die ze gemeen hebben met Noord-Amerikaans en Chinees stof.”
Met andere woorden, we hebben geen enkel idee waar het stof dat Europa en andere plaatsen in de wereld bedekt echt vandaan komt. Om een oorzakelijk verband te vinden tussen twee observaties gaan we in dit geval simpelweg twee plus twee doen, zonder ons iets aan te trekken van het ontbreken van wetenschappelijk bewijs voor onze stelling. Dit is dus in feite een veronderstelling en geen analyse. Experten zijn blijkbaar niet eens bezig met het onderzoek van de verschillende stofdeeltjes van het Saharastof en de vergelijking te maken met wat men elders vindt! In hun beleving werd de link tussen de twee al gelegd en wanneer zo’n boodschap dikwijls genoeg herhaald wordt dan wordt het een algemene geloofsovertuiging, met als gevolg dat niemand nog vraagt naar het effectieve bewijsmateriaal.
Daarenboven blijkt nog dat het elektrische veld rond de oppervlakte van de aarde zelf een grotere rol speelt in het oplichten van stofdeeltjes vanop de oppervlakte dan de wind. Dit werd gepubliceerd door F. Esposito, R. Molinaro, C.I. Popa, C. Molfese, F. Cozzolino, L. Marty, K. Taj-Eddine, G. Di Achille, G. Franzese, S. Sivestro, G.G. Ori in hun artikel, getiteld “De rol van het atmosferische elektrische veld in het stof-oplichtingsproces”. Hierin maken ze de volgende opmerking:
“Minerale stofdeeltjes vormen de meest voorkomende componenten van de atmosferische aerosol in termen van droge massa. Ze spelen een sleutelrol in het klimaat en klimaatveranderingen en dus is de studie van hun uitstralingsprocessen van het allergrootste belang. Metingen van stofuitstraling in de atmosfeer zijn schaars, zodat de hoeveelheid stof in het algemeen geraamd wordt vanuit modelvoorstellingen. Het is bekend dat het uitstralingsproces een krachtig atmosferisch elektrische veld kan doen ontstaan. Uitgaande van de data die we verzameld hebben in de Sahara woestijn tonen we hier voor de eerste maal dat, afhankelijk van de vochtigheid, elektrische velden een bijdrage leveren met een factor 10 aan de hoeveelheid deeltjes die in de atmosfeer opstijgen. Dit betekent dat elektrische krachten en vochtigheid cruciale bestanddelen uitmaken van het stof-uitstralingsproces en dat deze in rekening gebracht moeten worden in klimaat- en circulatiemodellen om een meer realistische benadering te krijgen van de werkelijke stofhoeveelheid in de atmosfeer.”
Het is dus wel duidelijk dat bijna alle studies over het onderwerp stofoplichting uitgevoerd zijn gebaseerd op modellen en niet op feitelijke waarnemingen en feitelijke metingen. De waarheid is dat de werkelijkheid heel erg verschilt van de modellen, maar dit lijkt de experten helemaal niet te storen. Ze werken rustig verder met hun modellen en spuwen ‘informatie’ de wereld in gebaseerd op hun werk met modellen. De werkelijkheid vertelt ons nu dat een elektrisch veld een belangrijke rol speelt in dit proces. Ook dit valt nog onder het onderzoek van een fenomeen op basis van de fysische gegevens. Het is gegrondvest op de overtuiging dat er een fysische verklaring moet bestaan voor de waarneming dat rood zand uit de wolken valt. Dit zand moet dus wel van ergens anders gekomen zijn.
“Meer dan 100.000 volt per meter van natuurlijke ‘statische’ elektriciteit werd er gemeten in woestijn zandstormen en in mini-tornado’s zandduivels. Het hele proces begint met een droge wind die over een stoffige, dorre plek waait waardoor er kleine stofdeeltjes opgelicht worden, die dan op hun beurt tegen grotere deeltjes opbotsen, aldus Kok. Wanneer dit gebeurt dan stelen de kleinere deeltjes elektronen van de grotere deeltjes, waardoor de kleinere deeltjes negatief geladen worden en de grotere positief.
“Het is vergelijkbaar met het wrijven van je voeten over een tapijt om op die manier een lading te bekomen”, zegt Kok. “In dat geval ben jij het kleinere deeltje en het tapijt het grotere deel.”
Daarna worden de negatief geladen kleinere deeltjes van de grond opgelicht door de wind waardoor er een negatief geladen gebied ontstaat in de lucht juist boven de positief geladen grond. Deze verdeling van lading is een elektrisch veld. Eens dat veld er is, zoals Kok aantoont in het laboratorium, kunnen er meer deeltjes opgelicht worden door het elektrische veld, waardoor er een stofferige omgeving ontstaat die veel geconcentreerder is dan wat er enkel door de wind kan opgewekt worden.”
Al het werk verricht in een laboratorium! Nu hebben we zogenaamd de voornaamste drijfkracht ‘geïdentificeerd’ voor de zandstorm als zijnde het elektrische veld dat de kleinere stofdeeltjes oplicht. Fantastisch, maar hoe hoog worden deze deeltjes opgezweept aangezien we tot een hoogte van 5 à 6 kilometer boven de aardoppervlakte moeten geraken? Laten we onze aandacht eens terug vestigen op F. Esposito, R. Molinaro, C.I. Popa, C. Molfese, F. Cozzolino, L. Marty, K. Taj-Eddine, G. Di Achille, G. Franzese, S. Sivestro, G.G. Ori.
“Neem er nota van dat Kok en Renno (2006, 2008a, 2008b) en anderen (o.a. Rasmussen, 2009) vastgesteld hebben dat om significant het oplichten van de deeltjes te beïnvloeden het E-veld sterker dan 150kV/m moet zijn. Dit hoge intensiteitsveld was gemeten op een zeer kleine afstand van de grond (een paar centimeter) en dit kan niet vergeleken worden met onze metingen, genomen op 2 meter van de grond, waar het E-veld minder dan 20kV/m bedroeg.”
In feite blijft er een beetje hogerop, weg van het aardoppervlak, van dat elektrische veld dat opgewekt werd door een droge wind op een stoffige plek niet veel meer over. En ze gaan nog verder:
“In tegenstelling tot modellen die een opwaarts gericht E-veld vooropstellen hebben wij in het algemeen neerwaarts gerichte velden geobserveerd (dezelfde tekens als bij mooi-weer-elektrische velden). Dit zou er op kunnen wijzen dat het proces van het opladen van de deeltjes niet enkel afhankelijk is van de vorm van het deeltje maar ook van de samenstelling.”
Dus, de modellen tonen een elektrisch veld dat opwaarts gericht is hetgeen eventueel zou kunnen toelaten dat deeltjes van het aardoppervlak gelicht worden, terwijl echte metingen aantonen dat het veld naar beneden gericht is. Dit zou dan suggereren dat deeltjes naar de aarde toe gedwongen worden door het elektrische veld, dat veroorzaakt werd door een droge wind op een stoffige plek. Met andere woorden, de deeltjes verplaatsen zich niet echt naar andere oorden!
Praten over elektrische velden brengt ons wel wat weg van de pure fysieke materie en van de contact interacties die we in de Newtoniaanse fysica geleerd hebben. Kwantum fysica vertelt ons dat alle materie eigenlijk energie is en dat interacties eigenlijk gebeuren op een energetisch niveau, niet op een fysisch niveau. Materie manifesteert zich in het centrum van z’n eigen energieveld en dus toont het zich waar het gevormd wordt. Met dit in ons achterhoofd zouden we moeten aangespoord worden om naar de lucht te kijken boven de gebieden waar dit stof op aarde valt. Neerslag, zoals regen en sneeuw, vormt zich in het gebied waar het ook uit de hemel valt. Het productieproces kan wel ergens anders in gang gezet zijn, zoals we ook waarnemen hoe de wolkformaties zich opbouwen boven de Atlantische Oceaan die uiteindelijk voor de regen zal zorgen boven het Europese continent. Maar hoe kan zand, stof, zich vormen in de atmosfeer zodat het op ons kan neerdwarrelen, wanneer deze stoffen niet dadelijk in onze atmosfeer te vinden zijn, zoals dat bijvoorbeeld wel het geval is met water?
De samenstelling van zand is nog al eenvoudig. Het bestaat vooral uit silicaat mineralen en silicaat granulaire rots deeltjes. Kwarts is typisch het meest voorkomende mineraal. Silicaat, het best gekend in de vorm van kwarts, is de dioxide vorm van silicium, SiO2. Een silicium molecule trekt twee zuurstofmoleculen aan en we hebben zand. Uiteraard is zuurstof rijkelijk aanwezig in onze atmosfeer, maar hoe komen we daar aan silicium?
En dan moeten we er ook nog rekening mee houden dat dit ‘Saharazand’ een roodachtige kleur heeft. Er bestaan verschillende types van zand die ons dicht bij het kleurschema brengen dat we waarnemen na een ‘Sahara zandstorm’.
- Rood zand: Een rode tint wijst op een belangrijke hoeveelheid aan verweerd ijzer. Wanneer ijzer reageert met zuurstof dan ontstaat er een ijzeroxide hetgeen bekend staat als roest. Afhankelijk van de concentratie aan ijzeroxide mineralen, hematiet en goethiet, verkleurt zand in verschillende tinten rood.
- Oranje zand: IJzerrijke mineralen kunnen ook een oranje tint aan het zand toevoegen. Een combinatie aan oranje kalksteen, vulkanische afzettingen en schelpen van zeeorganismen kunnen aan het zand een oranje kleur geven.
- Donkere lava stroom is basalt. Wanneer basalt aan de elementen blootgesteld wordt en erodeert dan vormt het mat zwart, grijs of bruinrode zandkorrels. Maar de kleurverandering komt er als gevolg van erosie, en dat is zeker niet het geval voor de atmosfeer.
- Magnetische mineraalkorrels. Compacte korrels van ijzer of andere metalen.
Maar er is nog meer. Fijne zandkorrels omringd door ijzer-aluminiumoxides brengen ook een karakteristieke rode kleur, terwijl zware metalen zoals magnetiet, ilmeniet, en rutiel ook aangetoond zijn in dit verband. Maar hier ook weer, hoe komen deze zware metalen in onze bovenste luchtlagen?
Neerslag komt voor wanneer zich wolken gevormd hebben en hun materiële lading te zwaar wordt zodat het losgelaten wordt en uit de lucht valt. Hoe vormen wolken zich dan? Waterdamp komt voornamelijk in de lucht terecht door verdamping. Een deel van het water van de oceanen, meren en rivieren wordt waterdamp en stijgt op in de lucht. Wanneer lucht opstijgt in de atmosfeer dan koelt deze af en vermindert de druk. Wanneer de lucht afkoelt dan is het niet langer mogelijk om eenzelfde hoeveelheid water vast te houden dat het eens wel kon. Ook als de druk verlaagt kan de lucht minder water vasthouden. De waterdamp worden kleine waterdruppeltjes of ijskristallen en een wolk is gevormd. Het is makkelijker voor waterdamp om te condenseren in waterdruppeltjes wanneer het een deeltje heeft om op te condenseren. Deze deeltjes, zoals stofdeeltjes en pollen worden condensatiekernen genoemd. Uiteindelijk condenseert genoeg waterdamp rond deeltjes van stof, pollen of andere condensatiekernen om een wolk te vormen. Laten we dan nu eens kijken welke deeltjes we potentieel kunnen terugvinden in de hogere lagen van onze atmosfeer.
Rady Ananda vermelde in het COTO rapport het volgende. “Op een internationaal symposium gehouden te Gent (België, mei 28-30, 2010) hebben wetenschappers bevestigd dat ‘de manipulatie van het klimaat, door modificatie van de cirruswolken, noch een onwaarheid noch een complottheorie is. Het is ‘volledig functioneel’ met een zestig jarige geschiedenis. Alhoewel ‘vijandige’ modificatie van de omgeving door de UN Conventie van 1978 verboden werd, wordt z’n ‘vriendelijke’ partner opgehemeld als de nieuwe redder van de klimaatverandering en water- en voedseltekorten. De militaire overheden staan te popelen om gebruik te kunnen maken van de controle over de globale weerpatronen.”
De wapens voor het manipuleren van de natuurlijke omgeving werden in 1978 uiteindelijk verboden. Maar, door het wereldwijd verspreiden van berichten over de opwarming van de aarde, stijgende temperaturen en groeiende bevolking is men er in geslaagd om omgevingsmodificatie te ‘heruitvinden’. Top economisten stellen klimaatenginering voor. Top wetenschappers roepen op tot geo-enginering. Het is blijkbaar tijd om met hernieuwde krachten de natuurlijke samenstelling van onze atmosfeer te veranderen.
Rady Ananda vermeldt verder nog een 1975 patent voor een “specifieke contrail generator apparaat voor de productie van een poeder contrail met maximale uitstralingspotentie voor een gegeven materiegewicht. Het gebruikte materiaal … bevat 85% metaaldeeltjes en 15% colloïdaal silicaat en silicaat gel om een stabiele contrail te produceren die gedurende één of twee weken aanwezig blijft.” Een contrail is de ‘vriendelijke’ versie van een chemtrail, waarvan autoriteiten over de hele wereld het bestaan blijven ontkennen. Niettemin worden zowel metaaldeeltjes als silicaat in de bovenlagen van de atmosfeer geïntroduceerd met de specifieke intentie om het weer te veranderen in wel gekozen gebieden.
Case Orange heeft een 1991 patent bloot gelegd dat gehouden wordt door Hughes Aircraft Company waarin “18 vorderingen beschreven staan om de opwarming van de aarde te reduceren door middel van het besproeien van de stratosfeer met aluminiumoxide, thoriumoxide en weerkaatsend Welsbach materie.” In 2009 hebben onderzoekers een werk gepubliceerd over “De modificatie van cirruswolken om de opwarming van de aarde te verminderen”, waarin ze twee methoden bespreken om dezelfde verhouding van metaalelementen tot silicaat af te leveren en eenzelfde duurperiode van één tot twee weken te garanderen. Het gaat hier over operaties ‘met licentie’ om wolkenformaties te veranderen en dus om ons weer te veranderen!
Om het dus te laten regen op een bepaalde plaats moeten we specifieke deeltjes aan de lucht toevoegen waarrond zich waterdruppeltjes gaan vormen. Een zware lading van deze druppeltjes gaat er dan toe leiden dat het water, samen met de deeltjes in het water, uit de lucht zullen vallen. Dit proces wordt ‘cloud seeding’ of ‘wolkenbezaaiing’ genoemd. De wolken zijn opgemaakt uit kleine waterdruppeltjes of ijskristallen die waterdamp vormen wanneer de atmosfeer afkoelt en die gaan condenseren rond een stofdeeltje of een zout. Zonder deze deeltjes, die bekend staan als condensatiekernen, kunnen regendruppels en sneeuwvlokjes zich niet vormen en zal er dus geen neerslag ontstaan.
We hebben al gezien dat metaaldeeltjes en silicaat hiervoor gebruikt worden, en deze gecombineerd met de aanwezige zuurstofmoleculen geeft ons de structuur van zand (kwarts) alsook de oranje tot roodachtige kleur vanwege de aanwezigheid van metalen. Deze ‘stofdeeltjes’ vormen nu de kernen van de waterdruppeltjes die zich manifesteren en die als regen en zand uit de lucht zullen vallen.
In officiële rapporten wordt er vermeld dat vooral zilverjodide gebruikt wordt voor wolkenbezaaiing. Dit is eens te meer een component die in de natuur geen deel uitmaakt van onze omgeving. Dit materiaal wordt gebruikt omdat laboratoriumstudies hebben aangetoond dat watermoleculen zich snel aan deze deeltjes hechten om ijskristallen te vormen die vallen en vergroten door botsingen en versmeltingen. Deze bereiken het aardoppervlak als sneeuwvlokjes of dwarrelen doorheen warmere temperaturen om te smelten tot regen. Soms wordt zilverjodide niet aanzien als de beste optie. In tijden van of regio’s met grote droogte slaagt men er niet in om op deze manier waterdruppels te doen ontstaan. De wolken bevatten wel nog veel water maar de druppels zijn veel te klein. In dit geval gebruikt men hygroscopisch materiaal (zoals zouten) om aan wolkenbezaaiing te doen. Experten gebruiken ook vloeibaar propaan, droog ijs (vast koolstofdioxide – Beweert men niet dat deze stof verantwoordelijk is voor het broeikaseffect?), en andere zoutsamenstellingen om de wolken te bezaaien. Al dit materiaal is volgens hen volkomen onschuldig. Of je dit nu wilt betwisten of niet laat ik aan jullie over, maar één ding is zeker: geen enkele van die stoffen komen in die hoge concentraties onder natuurlijke omstandigheden op die plaatsen voor. De natuur, en dat zijn wij dus ook, is niet voorbereid op zo’n eventualiteit omdat het nooit kan gebeuren!
Vooraanstaande onderzoekscentra en overheidsinstanties spenderen nieuw geld en aandacht aan een idee dat eens van de hand gedaan werd als sciencefiction. Het artificieel afkoelen van de aarde in de hoop dat de mensheid dan meer tijd heeft om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Die strategie, die klimaatinterventie of zonnen geo-engineering genoemd wordt, bestaat uit het reflecteren van meer zon-energie terug de ruimte in, waardoor de globale aardtemperatuur abrupt daalt op een manier zoals we zien bij grote stofwolken, veroorzaakt door vulkanische uitbarstingen. Het idee is al bestempeld als gevaarlijk en een ingebeelde oplossing, eentje die de mensen zal aanzetten om fossiele brandstoffen te blijven verbranden. Vat je de ironie in deze redenering? Krijg je een besef van de onwaarachtigheid van overheden aan wie wij de macht gegeven hebben?
De chemtrails die wij in onze lucht waarnemen brengen nog een andere dimensie bij aan dit verhaal. Verdampt aluminium, barium en strontium (alsook andere ingrediënten) worden in opslagcontainers gepompt aan boord van speciaal uitgeruste vliegtuigen. Deze worden dan naar vooraf bepaalde bestemmingen gezonden en zij verspreiden de chemicaliën door verdelers die op de vleugels en/of de staart van de vliegtuigen gemonteerd zijn. Aluminiumoxide en andere verbindingen kunnen ook aan de brandstof van de jetvliegtuigen worden toegevoegd en uitgestoten worden door de motoren om een ander soort chemische reactie te veroorzaken. In de meeste gevallen gaan de metalen van de lading die de vliegtuigen uitstoten oxideren van zodra deze in contact komen met zuurstof, waardoor ze nanodeeltjes creëren die de waterdamp vasthouden en op die manier neerslag voorkomen. Alhoewel barium bekend is als een zeer toxisch product wordt het toegevoegd om een witkleurig effect te bekomen van de chemische mix. Dit verbergt de metaaltekening en geeft het geheel van de uitstoot meer het uitzicht van een wolk, in plaats van de roodachtige metaal tint die we observeren wanneer enkel stofdeeltjes gevormd worden. Deze nanodeeltjes, gevormd na de uitstoting van aluminium en andere ingrediënten, zetten de waterdamp vast en zorgen ervoor dat deze niet op de aarde kan neervallen. Het project van wolkenbezaaiing zet waterdamp vast op een hoogte en in hoeveelheden die neerslag voorkomt. Beide methoden veranderen de samenstelling van onze atmosfeer, sommige delen verblijven in de hogere lagen om het zonlicht tegen te houden door wolkenvorming, waardoor de temperatuur op aarde daalt, terwijl andere methoden zware neerslag veroorzaken in uitgekozen regio’s om de landbouw ten goede te komen in gebieden waar de droogte een probleem vormt voor de industrie. Deze belangrijke en onnatuurlijke verplaatsing van waterdamp in onze atmosfeer heeft een onbekend en onvoorspelbaar effect op het weer op lange termijn en op het klimaat in ’t algemeen.
Voor zover het zand aangaat dat uit de lucht valt moeten we naar lokale omstandigheden kijken om echte antwoorden te vinden. Hier moeten we de effecten van het menselijke gedrag om de samenstelling van onze atmosfeer en ons weer te beïnvloeden in overweging nemen. Het doen alsof het allemaal onschuldig en veilig is zonder het feit onder ogen te zien dat we op bronniveau zitten te prutsen en dus wel degelijk een invloed hebben, is niet alleen onverstandig maar rechtuit gevaarlijk voor het leven op deze planeet. Wetenschap is verankerd in observatie en alles dat we waarnemen maakt dus deel uit van een wetenschappelijke benadering van het leven. De waarneming van het vormen van onnatuurlijke wolkendekken als een direct gevolg van waargenomen chemtrails is wetenschappelijk. De kennis van aanvallen van ‘regen-veroorzakende’ chemicaliën op onze atmosfeer is ook een feit, net zoals de waarneming dat rood stof tijdens regenbuien uit de lucht valt. Dit alles kan wetenschappelijk verbonden worden aan engineeringsprojecten waarvoor onze regeringen licenties en patenten verstrekken aan private maatschappijen, terwijl ze gelijktijdig de bevolking informeren dat zulke projecten helemaal niet bestaan.
Het is van het grootste belang dat we in gedachten houden het feit dat alle materie zich manifesteert binnen een energieveld dat deze materie creëert. Alle materie wordt op ieder moment gecreëerd waar het zich manifesteert binnen het universum. Het zijn de omstandigheden van het energetische veld die verantwoordelijk zijn voor deze manifestatie. Wanneer een energetisch veld dan zand creëert dan moet het juiste evenwicht in frequenties en druk/temperatuur aanwezig zijn om dat zand te manifesteren.
Wanneer overheden niet willen dat we een waarneming benaderen van een kwantum fysica standpunt dan houden ze ons verwijderd van de waarheid. Geen enkele echte antwoorden, geen waarheid, kan gevonden worden binnen het Newton-model van het universum. Het wordt tijd voor ons allen dat we gaan leven in de kennis van de vooruitschrijdende wetenschap.
Het is tijd dat mensen de wereld leren zien als een veld van frequenties en golven.
Het is tijd dat mensen begrijpen dat iets zich op een bepaalde plaats manifesteert omdat de energetische voorwaarden voor die manifestatie de juiste zijn op die specifieke plaats.
Maart 2022